JavaScript is required for this website to work.
post

Ode aan mijn ouders

ColumnErik De Bruyn14/3/2019Leestijd 3 minuten

foto ©

Geld bijdrukken is van alle tijden. Het hielp de sociale en zelfs de Vlaamse emancipatie. Dus waarom niet om de ecologische crisis aan te pakken?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ergens in de late jaren vijftig van de vorige eeuw zijn ze beginnen bouwen. Net op tijd om mij hartelijk te verwelkomen. Eerlijk is eerlijk, de middelen werden hen daartoe ter hand gesteld door de christendemocraten, niet door de socialisten. En wel in de vorm van de wet-De Taeye. Na Wereldoorlog II was de woningnood hoog in ons land. De wet-De Taeye voorzag in bouwpremies, én zorgde ervoor dat gezinnen die wilden bouwen 100 procent van het bedrag konden lenen, gedekt door een waarborg van de staat. Het was dus een vorm van wat wij vandaag Quantitative Easing of QE noemen.

Dat is een monetaire politiek die tegenwoordig, geboetseerd als we zijn door decennia van neoliberalisme, ook wel eens ‘geld bijdrukken’ genoemd wordt. Indertijd werd die QE gebruikt om de mensen in staat te stellen een eigen woning te verwerven, en niet om de gokschulden van de grootbanken uit te wissen zoals na 2008 gebeurde: in het afgelopen decennium pompte de Europese Centrale bank (ECB) niet minder dan 2600 miljard euro in de economie. Niet om de slagkracht van de gezinnen en de zelfstandigen te versterken, maar om het bedrijfsleven van goedkope kredieten te voorzien. Dat leidde niet tot de zo gevreesde inflatie, maar evenmin tot de verhoopte economische groei. Het geld verdampte goeddeels in beurs- en vastgoedbubbels. Een decennium lang hebben we gezwegen over deze transfers. Vrachtwagens met nepgeld waren nergens te bespeuren. Maar nu geopperd wordt dat we die geldstroom beter zouden aanwenden om sociale en ecologische doelstellingen na te streven, staan sommigen ineens op hun achterste poten.

Kerktoren

Het was de bedoeling van de CVP om ervoor te zorgen dat de mensen onder hun kerktoren zouden blijven wonen in plaats van uit te wijken naar sociale, socialistische woningprojecten. Mijn ouders beslisten er anders over. Ze trokken hun woning op in de stad, of tenminste toch aan de rand ervan, op de Antwerpse Linkeroever. Zo kon ik later voluit genieten van de post-mei ’68 levensvreugde die de Koekenstad overspoelde met The Pebbles, Ferre Grignard en vele anderen, en werd ik gevormd in het Antwerpse stedelijk onderwijs. Dat was een product van de socialisten, erop gericht om ook aan de kinderen van de minder begoede klassen het allerbeste onderwijs te geven dat op dat ogenblik voorradig was. Niemand maalde erom dat het geld kostte. Het stelde mij in staat om met succes universitaire studies af te ronden. Aan de Vrije Universiteit Brussel, die dan weer een bijproduct was van de Vlaamse strijd, een nakomertje van Leuven Vlaams. Ook de Vlaamse verzuchtingen mochten iets kosten.

Open geest

Mijn ouders. Levenslustige, hardwerkende mensen waren het. Met een open geest, zonder angst voor het vreemde. Met heel veel mededogen voor anderen. Echte Antwerpenaren. Mijn vader verdiende goed zijn brood als expediteur in de haven. Ook de havenuitbreiding was er gekomen dankzij QE, ‘het geld dat de sossen over de balk gooiden’.

Mijn ouders zagen elkaar graag. Nochtans stamden ze uit twee rivaliserende politieke overtuigingen. Mijn grootvader aan moederszijde was een donkerrode socialist. Samen met andere stadsarbeiders saboteerde hij tijdens de oorlog de restauratie van het Rubenshuis, opdat de Duitse bezetter niet met de eer zou gaan lopen. Enkele weken na de Bevrijding schitterde het Rubenshuis meteen in al zijn glorie.

Mijn grootvader aan vaders zijde was dan weer een collaborateur. In 1944 vluchtte hij met zijn gezin naar Duitsland, om in 1945 met hangende pootjes terug te keren. Mijn oom, de oudere broer van mijn vader, heb ik nooit gekend. Hij werd na de oorlog, op last van prins-regent Karel, gefusilleerd in de abdij van Hemiksem. Hij had tijdens de bezetting dienstweigeraars uit hun bed gelicht, en bevoorraadde als vrachtwagenchauffeur de Duitse troepen in Oekraïne.

Mijn broer Patrick en ik kunnen dus als de resultante van een Grote Verbinding avant la lettre beschouwd worden. Overigens heb ik mijn vader aan het begin van de jaren 80 een partijkaart van de SP aangepraat. Ben ik van plan om te herhalen met een aantal N-VA’ers. Voor de links-identitairen onder mijn lezers: dat zijn namelijk ook mensen die openstaan voor goede argumenten.

Keynes

Maar het punt dat ik wil maken is het volgende: na de oorlog waren de uitdagingen voor Europa enorm, net zoals nu. Het keynesiaans geïnspireerde monetaire beleid, samen met de verstandige beslissingen van mijn ouders, hebben ertoe geleid dat mijn broer en ik alle kansen hebben gekregen. Men heeft durven investeren in onze toekomst, en dat heeft zijn vruchten afgeworpen.

Ik wil dat de nieuwe generatie ook die kansen krijgt. Dat kan alleen als we de ecologische crisis durven onder ogen zien, en er tegenaan gaan. Door visionair te denken, en niet alleen de bedreigingen, maar ook de mogelijkheden te zien. Door ‘geld bij te drukken’. Want nu leven we op het krediet dat de planeet ons verschaft, tot ze zelf failliet gaat. En ik weet dat de 3D-printtechnologie tegenwoordig veel vermag, maar een planeet bijdrukken, dat zie ik nog niet zo gauw gebeuren.

Erik De Bruyn (1959) is actief in de Antwerpse sp.a.

Meer van Erik De Bruyn
Commentaren en reacties