Omkering transfers door sterkere groei onrealistisch
Op basis van een aantal cijfers concludeert Vlaams Parlementslid Johan Sauwens (CD&V) dat de Waalse economie sterker groeit dan Vlaanderen, ook structureel. Dat eerste klopt, het tweede is zeer betwistbaar.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementEerst de cijfers. Voor de hele periode 2003-2011 scoort Vlaanderen qua groei beter dan Wallonië met 14,1 procent gecumuleerde groei tegen 14,0 voor Wallonië. Nemen we de cijfers tot 2007, dus net voor de financiële crisis, dan heeft Vlaanderen een gecumuleerde groei van 11,5 procent tegenover 8,8 voor Wallonië, zo leren berekeningen die Sauwens uit de Nationale Rekeningen haalt. Maar dan doet zich een verandering voor. Vanaf 2007 steekt Wallonië Vlaanderen onbetwistbaar voorbij. Sindsdien is de Waalse economie met 4,8 procent gegroeid en de Vlaamse met 2,3 procent.
Is dit een definitief keerpunt? Neen, de cijfers moeten sterk worden gerelativeerd. Ten eerste is het zo dat Vlaanderen een economie heeft die sterker op de export is gericht dan Wallonië en dus veel conjunctuurgevoeliger is. Ook het feit dat Wallonië een groter overheidsapparaat telt, heeft zijn gevolgen voor economische schokken die bij een recessie moeten worden opgevangen. Na de financiële crisis is het normaal dat de Vlaamse economie sneller stilvalt. Maar zodra het beter gaat, trekt de Vlaamse economie ook sneller aan. Sauwens baseert zich dus eigenlijk op een momentopname.
Marshallplan
Betekent dit dat er voor de Vlaamse economie niets aan de hand is? Zeker niet. En dat is de tweede reden waarom de cijfers in het juiste perspectief moeten worden geplaatst. Een aantal analyses van KBC-economen Koen De Leus en Johan Van Gompel die veel te weinig aandacht hebben gehaald in de pers verdienen dat nochtans. Zij beperken zich niet tot de groeicijfers van tijdens de Grote Recessie of de voorbije tien jaar. Neen, ze gaan terug naar de jaren 1970 toen de Waalse economie de dieperik in ging en de Vlaamse economie een groei kende die grenzeloos leek. In die periode lag de jaarlijkse groei bijna 2 procent hoger in Vlaanderen dan in Wallonië. In de jaren 1980 daalde dat Vlaamse groeivoordeel tot 1 procent, een decennium later tot 0,7 procent en de voorbije tien jaar was het groeiverschil totaal aan het wegsmelten. Volgens de economen het bewijs dat het Waalse Marshallplan werkt. De Vlaamse groei slabakt omdat hier te weinig wordt ingezet op hoogwaardige producten.
Wallonië scoort hier beter dankzij de investeringen van het Marshallplan (denk aan biotech en luchtvaarttechnologie). Echter, het Waalse herstel blijft broos. Wallonië heeft een aantal extra troeven zoals goedkope bedrijfsgronden, een transparant vergunningenbeleid en iets lagere lonen dan in Vlaanderen. Maar het nadeel is dat de productiviteit van de ondernemingen er een stuk lager ligt, de syndicalisatiegraad investeerders afschrikt en de tewerkstelling en investeringen vaak dankzij allerlei subsidies naar Wallonië worden gelokt.
300 000 jobs nodig
Overigens merken we dat de sterkere Waalse groei slechts een beperkt effect heeft op de werking van de arbeidsmarkt. Tussen 2003 en 2011 steeg de Waalse werkgelegenheid met 10,8 procent tegenover 9,6 procent voor Vlaanderen. Een zeer klein verschil. Toch zien sommigen in deze sterkere economische groei het bewijs dat de Waalse economie aan een dermate sterke inhaalbeweging bezig is dat dit op termijn zal leiden tot een omkering van de geldstromen tussen Vlaanderen en Wallonië. Immers, de transfers zijn een gevolg van een verschil in inkomsten. Als er meer Walen werken, betekent dit meer belastinginkomsten en meer bijdragen aan de sociale zekerheid. Onder meer analyses van de Nationale Bank voorspellen een dermate sterke Waalse groei dat de werkgelegenheidsgroei zal leiden tot een situatie dat Vlaanderen een netto-ontvanger is van transfergeld. De Nationale Bank van België (NBB) voelt zich gesterkt in haar analyse omdat Vlaanderen ook vroeger vergrijst en veel meer pensioengeld zal moeten uitbetalen. Vlaanderen is trouwens in de pensioentak al een ontvanger van pensioengeld, ter waarden van meer dan 800 miljoen euro op jaarbasis.
De NBB maakt hier echter een denkfout. De werkgelegenheid in Wallonië (en ook Brussel) zal niet zo snel stijgen omdat ook de beroepsbevolking toeneemt. Er komen wel jobs bij maar ook meer mensen die zich aanbieden op de arbeidsmarkt. Dus blijft de werkgelegenheidsgraad even hoog.
Ander punt dat uit het oog wordt verloren, is dat een inhaaloperatie pas echt kan slagen als de Waalse economie sterk groeit en de Vlaamse zo goed als stilvalt. Eigenlijk komt Wallonië pas op gelijke hoogte met Vlaanderen als het bijna 300 000 jobs creëert en Vlaanderen op dat domein volledig stilvalt. Dit is totaal irrealistisch, ook met een performante Waalse economie.
Categorieën |
---|
Personen |
---|
Frederik Dekeyser (1972) is econoom en werkt in de financiële sector
Vives houdt na het probleem-België het probleem-Brussel tegen het licht van de economie van het federalisme.
Professor Dirk Rochtus leidt zoals elk jaar een reis naar Duitsland. Deze kaar naar het onbekende Silezië.