Nog een rondje staatshervorming, iemand?
Vives doorploetert de economie van het Belgische federalisme
België (en Vlaanderen) moeten wat meer Zwitserland worden.
foto © Reporters
In een nieuw onderzoek legde Vives (KU Leuven) het Zwitserse staatsmodel op dat van België. Dat zou pas echt een staatshervorming geven.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIn deze verkiezingsstrijd die om andere dingen gaat – ja om wat eigenlijk? – liet Vives, het studiecentrum voor regionale economie van de KU Leuven, enkele weken geleden een doorwrochte reeks aanbevelingen op de Vlaamse publieke opinie los om het Belgische federalisme na zes rondjes staatshervormen op een Zwitsers niveau te tillen. Behalve een bespreking in Trends viel het zaad echter niet op vruchtbare grond.
Menen de media dat de Vlaming zich bij het Belgische feit heeft neergelegd? Vindt de Vlaming na de passage van N-VA door de federale regering dat de Belgische koterij best bewoonbaar is gebleken? Of is het voor politici – zoals Jan Peumans in één van zijn afscheidsinterviews zei – gewoon gemakkelijker de schuld voor onze dagelijkse problemen –‘life is a bitch’ – op de migranten te schuiven dan op het communautaire? ‘De mensen verstaan dat beter.’ Draagvlak en zo, tja de N-VA is er al een tijdje als de kippen bij als de mensen dommer gemaakt moeten worden. En de partij plaatste haar confederalismebijeenkomst veilig eerst in het rijtje, in januari laatstleden, máánden voor de stembusgang in mei. ‘Zo, daar zijn we ook weeral vanaf.’
Zesde staatshervorming, iemand iets van gemerkt?
Gelukkig kan ik op Doorbraakmelden dat de zesde staatshervorming helaas nog altijd niet de ultieme mag worden genoemd. Naast een confederalistische revolutie op z’n N-VA’s – de federale staat herleiden tot een bijna lege schelp, en Brussel hoofdstad door de twee grote en oppermachtige Vlaamse en Waalse deelstaten laten besturen – plaatst Vives een confederalistische revolutie op z’n Zwitsers. Ook die zou België onherkenbaar doen veranderen zonder dat het zou moeten barsten.
Nu confederalisme, ‘what’s in a name’? Zwitserland mag dan wel graag de Confoederatio Helvetica worden genoemd, de economen van Vives hebben het in hun aanbevelingen voortdurend over de ‘economie van het féderalisme’, die veel beter in de praktijk wordt gebracht door Zwitserland dan door België.
Daarmee blijkt Vives bij verdere lezing te bedoelen wat we al lang wisten. Zelfs zes staatshervormingen zijn niet genoeg zijn geweest om de Belgische deelstaten ‘homogene’ –d.w.z. niet met de federale overheid overlappende – bevoegdheden te geven, noch om een uit de kluiten gewassen belastingautonomie op z’n Zwitsers te krijgen. Belastingautonomie omdat wie graag cake uitdeelt (politici), ook moet worden verplicht het geld op te halen voor die cake. Via Steve Stevaert weten we immers al lang dat alleen de zon gratis schijnt. Michel Daerden zaliger zei ooit met de dood in zijn hart: ‘Als de personenbelasting wordt gesplitst wordt België gesplitst.’ De PS heeft er in de aanloop naar de zesde staatshervorming dan ook alles aan gedaan om de splitsing van de personenbelasting tot een minimum te beperken, vermomd als een heimelijke opcentiem geïnd door de (federale) FOD Financiën, mee deinend op de golven van de ‘tax shift’-grillen van de federale regering. ‘Ceci n’est pas une belastingautonomie.’
Terloops blijkt Vives ook komaf te maken met een aantal federale taboes waarvoor we in dit land door onze beroepspolitici al zo lang bang zijn gemaakt. Een voorbeeld is belastingautonomie voor de gemeenschappen. Laat de twee gemeenschappen maar concurreren om de Brusselaar, zodat die van gemeenschap kan veranderen zoals van afwasmiddel in een supermarkt. En dat de beste moge winnen.
Gidsland Zwitserland
De belastingautonomie van de Belgische gewesten en gemeenschappen mag dan nog altijd minnetjes zijn na zes staatshervormingen. Maar dat geldt niet voor de solidariteit om de ontvangstenverschilletjes tussen de deelstaten – ontstaan als gevolg van de stapje voor stapje groeiende belastingautonomie – weer in de kiem te smoren. Vives toont aan dat de Zwitserse Finanzausgleich maakt dat na solidariteit de rijkste kantons nog áltijd veel rijker zijn dan de armste kantons. De armste kantons worden door de solidariteit ‘slechts’ opgetild tot 85% van het kantonale gemiddelde qua Steuerkraft of ontvangstencapaciteit. 85% van het gemiddelde is toegegeven nog altijd een 85% om ‘u’ tegen te zeggen, dankzij de Confederatio-brede welstand die het wonderbaarlijke Zwitserse recept van decentralisatie, directe democratie, en Hauptsitz van talrijke multinationals oplevert. En nee hoor, die multinationals zijn niet alleen banken en corrupte voetbalfederaties.
Maar die 85% van het gemiddelde maakt wel dat het verschil in ontvangstencapaciteit tussen de rijkste en de armste kantons na solidariteit veel groter is dan het verschil tussen het Vlaamse en het Waalse Gewest en tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap.
Vives toont aan dat door de ondoorgrondelijke wegen van de zesde staatshervorming, de Franstalige zwakkere broertjes nog steeds worden opgetild niet tot 85% van het Belgische gemiddelde, maar tot quasi 100% van het best boerende deelstaten, te weten het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap.
Creatie van een grootstedelijk monster
Klap op de vuurpijl is het Brussels Gewest. Dit gewest turnde de naïeve Vlaamse vraag naar de splitsing van BHV – weet u nog wel? ‘en toen werd alles anders’ – als een volleerde judoka om in een parade van niéuwe federale dotaties. Steeds gekkere redenen bedacht de Brusselse hoofdstedelijke kolos om zichzelf te bedienen. Of wat dacht u bijvoorbeeld van de ‘dotatie ter compensatie van het hebben wonen van – pijnlijk! pijnlijk! – zeer veel rijke eurocraten op zijn grondgebied’? Welnu, de Brusselse moloch is door toedoen van de perverse ‘solidariteit’ van de nieuwe Financieringswet van de zesde staatshervorming niet alleen ná solidariteit uit Vlaanderen het bést gefinancierde Belgische gewest, maar het wás dit al voor solidariteit, met name doordat de vastgoedbelastingen in de hoofdstad van Europa zoveel opbrengen. En laat nu net die vastgoedbelastingen gewestelijke en gemeentelijke bevoegdheden zijn in België. Terwijl het arme Wallonië on-Zwitsers Vlaanderen bijna volledig inhaalt dankzij de solidariteit, bouwt de Belgische hoofdstad nog meer on-Zwitsers zijn voorsprong op Vlaanderen verder uit dankzij de solidariteit…
Behalve wat we in feite al lang wisten – het bovenstaande – leert de Vives-studie ons nog iets. Het moet één van de eerste keren zijn dat in Vlaanderen een onderzoek de moeite heeft genomen het federalisme aan de hand van het Zwitserse recept van nabij te bekijken. En het leert helaas dat wij Vlamingen in feite al honderd jaar verkeerd bezig zijn met staatshervormen. Terwijl we als verontwaardigde Vlamingen de voorbije decennia constant ‘ons oog op de bal’ (België) hadden gericht, hebben we daardoor in feite een nieuwe moloch gecreëerd, een nieuw grijpgraag en ‘regelneverig’ monster. Het heet Vlaanderen.
België is geen vechtscheiding maar een vechthuwelijk
In Zwitserland houden de Duitstaligen ook niet zo heel veel van hun Franstaligen (en omgekeerd). Maar men heeft er niet de fout gemaakt het land ook via die culturele tweedeling (de Röstigraben genoemd) te organiseren. In de vechtscheiding – één tegen één – genaamd België zijn béide strijders op het einde van de rit vermoeide verliezers. (Alleen beseffen onze Franstaligen dat nog niet.) In Zwitserland haalt men de lont uit het kruitvat door zowel Franstalig als Duitstalig Zwitserland op te delen in een veelheid van kantons. Curieus is dat er zelfs enkele gemengd Frans-Duitstalige kantons zijn (Bern, Wallis en Freiburg). Daardoor valt in Zwitserland de grens tussen rijk en wat minder rijk, tussen Geberkantone en Nehmerkantone niet samen met de Röstigraben, in tegenstelling tot in België, waar sommigen – inbegrepen sommige Franstaligen – zelfs de indruk hebben dat al die Franstalige autonomie het zuiden van het land enkel maar meer afhankelijk heeft gemaakt van het Vlaamse infuus. Bovendien heeft het Belgische ‘staatshervormen volgens taalgrenzen’ op federaal niveau een voor onze kinderen gevaarlijk malgoverno geïnstalleerd, waar via allerlei blokkeringsmechanismen Franstaligen en Vlamingen elkaar lamleggen. De Wever noemde zijn Zweedse coalitie (hoezo Zweeds? wat Zweeds? de Vives-studie roemt naast Zwitserland ook Zweden als een door en door gedecentraliseerd gidsland) in 2014 een ‘droomcoalitie’. ‘Faut le faire’ als zelfverklaarde separatist. Maar in 2019 – een eeuwigheid sinds toen – blijkt die ontgoochelend weinig potten te hebben gebroken. ‘Was het dat nu maar?’ schudde de Vlaming het hoofd, en hij ploegde voort.
Geen land om naar te verhuizen
Er is nog een ander voordeel aan het Zwitserse recept van staatsvorming, oftewel nog een andere trein die onze Vlaamse voorvaderen en al hun goedbedoelde zweet en tranen hebben gemist. Die trein heet Kleinraumföderalismus. 8,5 miljoen Zwitsers kunnen kiezen uit 26 (zésentwintig) kantons. 11,5 miljoen Belgen kunnen kiezen uit … drie gewesten en … drie gemeenschappen. Straffer nog, 5,5 miljoen Duitstalige Zwitsers kunnen kiezen uit 21 (éénentwintig) kantons waar (minstens onder andere) Duits wordt gesproken. 6,5 miljoen Vlamingen kunnen daarentegen kiezen uit … twee gewesten waar Nederlands wordt gesproken, en uit … één gemeenschap waar Nederlands wordt gesproken. Anders gezegd, Vlamingen kúnnen niet kiezen, moeder Vlaanderen is véél te groot, en één Vlaanderen is veel te weinig, en de Vlaamse overheid heeft daarom in feite niet te wéinig maar net als België véél te véél bevoegdheden. Binnen zijn eigen Vlaanderen heeft de Vlaming niet eens de káns om zijn overheid te kiezen (als hij in zijn eigen taalgemeenschap wil blijven wonen tenminste), terwijl een Zwitser soms maar de straat over hoeft te steken om in een ander kantonaal beleid terecht te komen.
Stekelig – en Vives beseft het zelf: totaal onrealistisch – beveelt het Vives-onderzoek naar het voorbeeld van het Zwitserse ‘kleineruimtefederalisme’ daarom een organisatie van België volgens provincie- en gemeentegrenzen aan. Maar ondergetekende ziet het punt: wedden dat als we van onze Vlaamse provincies Zwitserse kantons zouden maken, de flandriens uit de beide Oost- en West-Vlaanderens de zaken op den duur grondig anders zouden aanpakken dan de beide historische Spaanse Brabanden? Om van de Limburgers maar te zwijgen. In onze voorjaarsklassiekers vinden we het toch ook leuk dat niet alle Vlamingen voor dezelfde ploeg koersen? Laat dié kans tot gezonde concurrentie en keuzevrijheid onder Vlamingen nu net zijn wat de N-VA het driftigst heeft willen afschaffen! In combinatie met het feit dat de gemeenten in Vlaanderen zo weinig in de pap te brokken hebben – verhitte discussies in de kroeg over verschillen in beleid tussen naburige gemeenten, al iemand iets van gemerkt? – maken de machteloze provincies dat een Vlaming niet kán verhuizen als protest tegen het beleid dat hij krijgt. Of hij moet naar een ander land verhuizen. Ja, voor de meeste Vlamingen zijn – begrijpelijkerwijze – ook Brussel en Wallonië buitenland. In plaats van een Belgische keizer-koster die een beetje Nederlands spreekt, krijgen we nu een Vlaamse keizer-koster die Nederlands spreekt. Zoek de zeven verschillen.
Betutteling door de Vlaamse overheid komt bovenop de Belgische
De Vlaamse regering verordent het type rookmelder dat Airbnb-verhuurders te lande moeten installeren. Het zou zomaar een nieuwe slogan van de N-VA kunnen zijn: ‘Rookmelders voor 6,5 miljoen Vlamingen’. Ondertussen gaat handelsreiziger Geert Bourgeois Limburgse peren promoten in China, en meent hogepriesteres Crevits de waarheid in pacht te hebben over wat kinderen van Vlaamse ouders zouden moeten leren op van bovenaf gesubsidieerde scholen, door van bovenaf gesubsidieerde en murw ‘geregelneefde’ leerkrachten. En ondertussen is aan ellendige Vlaamse belastingen zoals registratierechten en erfenisrechten nauwelijks iets veranderd sinds vadertje België ze decennia geleden aan moedertje Vlaanderen overdroeg. Hebben we dáár nu zo voor gestreden? ‘Geeuw geeuw’, zegt de Vlaming tijdens het VRT-journaal, en hij stapt uit verveling het aub-voor-mij-geen-nieuws-meer-tijdperk van Temptation Island en Blind getrouwd binnen.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Personen |
---|
Frederik Dekeyser (1972) is econoom en werkt in de financiële sector
Vives houdt na het probleem-België het probleem-Brussel tegen het licht van de economie van het federalisme.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.