JavaScript is required for this website to work.
post

Onderwijs mag nooit stilvallen

Mia De Schamphelaere2/5/2014Leestijd 3 minuten

Oud-senator Mia De Schamphelaere (CD&V) doet ook haar duit in het onderwijszakje, een debat dat niemand onberoerd laat. En al zeker niet als je net de Classics 100 hebt beluisterd.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De Classics 100 van Radio 1 was voor mij en veel leeftijdsgenoten een heerlijk nostalgische dag. De samenstellers beweerden dat uit de stemrondes en de gegevens van de stemmers bleek dat bij een persoonlijke hitlijst die songs als klassiekers naar boven komen, die we vaak beluisterden toen we zestien waren.

De tienerjaren zijn inderdaad voor veel levensdomeinen beslissend. Zij bezorgen ook de scherpste herinneringen omdat heel veel voor de eerste keer gebeurt. We herinneren ons voor de rest van ons leven de saaie en de boeiende leerkrachten, de slimme en minder slimme kinderen in de klas, de onfrisse geuren of best aangename klaslokalen.

Een emotioneel beladen thema

Mensen die zich geslaagd voelen in het leven, vinden dan ook vaak dat het ideale onderwijs dat onderwijs is dat zij genoten, toen ze zestien waren. En ze hebben bovendien nog een scherp beeld over hoe dat onderwijs eruit zag. Dat is ook één van de redenen waarom vooruitgang in onderwijsbeleid zo’n emotioneel beladen thema is.

Iedereen is ooit leerling en|of student geweest en dus heeft iedereen een visie over wat goed onderwijs zou moeten zijn, niet alleen de onderwijsdeskundigen of mensen die dagelijks voor de klas staan.

Een debat van twintig jaar

Toen ik als jong Vlaams parlementslid in 1995 in de Commissie voor Onderwijs terechtkwam, ging het grote onderwijsdebat al over de schotten tussen ASO, TSO en BSO, over het nefaste watervalsysteem, over de ongekwalificeerde uitstroom.

Er konden enkele kleine stappen gezet worden door studierichtingen te rationaliseren, en door eerder naar de vorm dan naar de inhoud middenscholen op te richten.

Na twintig jaar onderwijsdebat zijn vandaag de minpunten in ons secundair onderwijs nog even groot. Eén op tien jongeren verlaat het secundair onderwijs zonder diploma of getuigschrift. Dat betekent jaarlijks 42 000 jonge mensen die onvoldoende versterkt op de arbeidsmarkt komen. Bovendien bieden de zwakste richtingen van het ASO geen garantie op doorstroming. Elk jaar verlaten er 6 000 leerlingen het ASO zonder verder te studeren.

Ons secundair onderwijs spreekt duidelijk niet alle jonge talenten aan en haalt niet alle mogelijkheden uit elke jongere. Te vaak zijn de studiekeuzen negatieve keuzen na een mislukking, met minder motivatie en vooral schoolmoeheid tot gevolg, meer nog bij jongens dan bij meisjes. Als de structuren beletten dat de studiekeuze een positieve keuze is, dan zijn de structuren belangrijk genoeg om hervormd te worden. Jongeren moeten immers met plezier naar school gaan.

In internationale vergelijkingen dalen ook de resultaten van het Vlaamse onderwijs, zelfs bij onze sterkste leerlingen. Voor leesvaardigheid dalen de gemiddelde resultaten en voor wiskunde dalen niet alleen de gemiddelde resultaten, maar ook de resultaten van onze toppers.

Eindtermen moeten maatschappelijk relevant zijn

Sterke leerlingen moeten nog meer dan nu uitgedaagd worden. Bovendien zijn de leerinhouden niet altijd maatschappelijk relevant. Zo bijvoorbeeld worden veel jongeren volwassen zonder enige kennis van elementaire economische of maatschappelijke wetmatigheden. Ze hebben bijvoorbeeld geen besef hoe een gezin functioneert als economische entiteit, hoe de sociale zekerheid werkt, hoe de arbeidsmarkt en de bankenwereld in elkaar zitten. De eindtermen moeten getoetst worden aan de behoeften van de 21e eeuw.

Er moet ook meer vrijheid komen voor scholen bij het invullen van hun leerpakket. Zo kan in de steden in het onderwijsdomein taal en cultuur een cognitief sterke richting uitgebouwd worden die opleidt tot erudiete wereldburgers. Nu ook begaafde jongeren van alle wereldculturen in onze klassen zitten, moeten we hen misschien meer bijbrengen dan alleen maar de cultuurschatten van Athene en Rome.

Dan zou de zoon van Chinese restauranthouders tijdens de geschiedenisles over de boekdrukkunst ook vernemen dat al 500 jaar voor Christoffel Plantin er al Chinese karakters werden gedrukt en zou in de Poësis ook de wereldvermaarde Perzische poëzie kunnen gebracht worden door de kinderen van Iraanse vluchtelingen. En zou er in de godsdienstles kunnen gesproken worden over Armenië, het eerste officiële christelijke land nog voor Keizer Constantijn.

Onderwijs mag niet stil vallen omdat de wereld niet stilstaat. Onderwijs moet jongeren sterker maken, niet voor de wereld van gisteren, maar voor de wereld van morgen. Nostalgie is daarbij geen goede raadgever.

Foto: (c) Reporters

Mia De Schamphelaere is oud-senator voor CD&V en staat op de lijst voor het Vlaams Parlement in de provincie Antwerpen.

 

Dit artikel maakt deel uit van de onderwijsdiskussie: ‘Met Doorbraak naar school’ de andere meningen vindt u via de overzichtspagina.

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties