Ontredderd Frankrijk
Terugblik en vooruitzicht
2016: een jaar om vlug te vergeten.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet jaar 2016 heeft de Fransen vooral kommer en kwel gebracht. Oorzaak zijn de vele problemen die Frankrijk teisteren: verzwakte concurrentiekracht van de industrie, hoge werkloosheid, het chronische begrotingstekort, de loodzware bureaucratie, en daarbovenop nog het terrorisme en het migrantenvraagstuk. Stuk voor stuk problemen die het land meeneemt naar volgend jaar. Het moeilijk samenleven met allochtonen, meer bepaald moslims, beheerst ook in Frankrijk vrijwel permanent het openbare leven en alles wijst erop dat dat nog lang zo zal blijven.
Rellen zoals die rond het boerkiniverbod op de Franse stranden zijn symptomatisch voor de vervreemding tussen beide volksgroepen. Zwaarder weegt dat de noodtoestand, afgekondigd na het terroristisch bloedbad in en om de Bataclan in Parijs, in november 2015, alweer verlengd is tot na de presidentsverkiezingen van volgend jaar. De Franse overheid zet alles op alles om terroristen te vlug af te zijn, en bereikte daarin een aantal successen. Maar voor de populariteit van ’s lands bestuur heeft het verijdelen van aanslagen nu eenmaal geen aantoonbaar positief effect. Vooral als terroristen gefrustreerde, om onduidelijke redenen geradicaliseerde Einzelgänger zijn, kunnen veiligheidsdiensten weinig doen. De al snel door IS opgeëiste zelfmoordaanslag, op de Promenade des Anglais in Nice met 84 doden, op de 14 Juillet notabene, was even schokkend als zinloos. Geen twee weken later was er de gijzeling in de kerk van Saint-Etienne-du-Rouvray nabij Rouen waar twee islamisten koudweg een bejaarde priester vermoordden.
Een nationale schande was in veler ogen de jungle van Calais, het chaotische illegale vluchtelingenkamp met Soedanezen, Afghanen, Syriërs, Irakezen … die naar Engeland wilden. Dat kamp is in oktober eindelijk verdwenen, de zowat 8000 bewoners zijn over het hele Franse grondgebied verspreid. Bang afwachten is het nu tot wanneer Turkenleider Erdogan zijn deal met de Europese Unie opzegt en nieuwe stromen ongelukkigen hun heil zoeken in West-Europa, maar dat is natuurlijk geen louter Frans probleem.
Gelukkig maar, want de republiek is bankroet stelt François Fillon, de rechtse kandidaat voor de presidentsverkiezingen van mei 2017. Het is een diagnose waarmee velen het eens zijn maar waarvan lang niet iedereen de oorzaken onderkent en de gevolgen wil zien. Net als wij leven ook de Fransen boven hun stand, maar voor de Thatcheriaanse recepten die Fillon voorstelt (vakbondsmacht verminderen, de ambtenarij afslanken, langere werkweek …) bestaat voorlopig wellicht geen meerderheid. Getuige het massale maandenlange verzet, de eindeloze stakingen en betogingen tegen de Loi Travail of Wet-El Khomri, naar de minister van arbeid in de regering van Manuel Valls. Die wet wilde werkgevers de kans bieden gemakkelijker personeel te ontslaan (en ook vlotter mensen in dienst te nemen), en het eventueel langer te doen werken dan 35 uur.
Sommigen dachten al aan een nieuw mei 1968, toen de schijnbaar uit het niets ontstane beweging Nuit Debout in het voorjaar de Parijse Place de la République bezette en dat maandenlang volhield, in de stijl van de Spaanse Indignados. De beweging was in de eerste plaats tegen de Loi Travail gericht maar wilde tegelijk de wereld van het grootkapitaal aanpakken. Met een jeugdwerkloosheid van 25% is het normaal dat heel wat jongeren zich tot het lichtelijk anarchistische Nuit Debout aangetrokken voelden. Nuit Debout bestaat nog altijd, maar het is nog slechts een weinig relevant discussieplatform met een website én met een eigen – kansloze- kandidaat voor het presidentschap.
Het felle verzet leverde een afgezwakte Loi Travail op, eigenlijk een maat voor niets: zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Dat uitgerekend een socialistische regering ermee kwam aanzetten werd haar door de vele ontevredenen erg kwalijk genomen. Het is de regering slecht bekomen, want enkele van haar ministers stapten met het nodige misbaar op. Ze zorgden ervoor dat links verdeelder dan ooit het verkiezingsjaar tegemoet gaat.
In de ogen van de meeste Fransen is de scheidende president Hollande een kluns op wie niet te rekenen valt, en die er maar niet in slaagde de problemen aan te pakken: de werkloosheid, mede veroorzaakt door een op hol geslagen socialisering van de economie met een waanzinnig hoog overheidsbeslag van ongeveer 56%, de begroting, de slabakkende industrie, de migrantenkwesties. Maar wie doet beter dan Hollande, zonder deze of gene groep binnen de samenleving tegen de haren in te strijken? Wie heeft er pijnloze remedies?
Toch het Front National niet? Dat werpt zich op als de partij van de kleine man en als dé verdediger van diens verworven rechten (de 35-urige werkweek, behoud van de pensioenleeftijd op het huidige peil …). Marine Le Pen wijt de problemen van Frankrijk aan de potverteerders van de Europese Commissie en wil de te bureaucratisch geachte Europese Unie de rug toekeren. Ze belooft een strenger vluchtelingenbeleid en een hardere aanpak van criminele allochtonen. Na het brexit-referendum en de zege van Donald Trump is alles mogelijk, zeker nu veel kiezers in het populisme een oplossing voor hun wanhoop denken te vinden. Wat Le Pen voorspiegelt lijkt aantrekkelijker dan het harde sociale beleid dat neogaullist Fillon verdedigt.
Hollande, oud-president Sarkozy (die Le Pen in zijn aanpak van de allochtonen zei te willen overtreffen) én oud-premier Juppé hebben de wedren naar het Elysée inmiddels al gestaakt. Ter linkerzijde zijn er nu vooral nog Manuel Valls, en de linksradicale oud-ministers Arnaud Montebourg en Benoit Hamon. Haast uit het niets is ook wonderboy Emmanuel Macron opgedoken, volgens sommigen de enige die Le Pen kan verslaan. Benieuwd wie het uiteindelijk haalt op 7 mei.
Foto: © Reporters
Personen |
---|
Paul Muys is Antwerpenaar, Germanist, oud-leraar, oud TV-journalist, oud communicatieman: heel oud kortom. Schrijft op Doorbraak over Frankrijk en af en toe over China en Japan. Besnuffelt en beoordeelt af en toe een boek.
Shinzo Abe had grote plannen voor Japan, maar ook grote problemen: vergrijzing, nucleaire energie, immigratie, dreigende Chinese dominantie.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.