JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Onzichtbare leiders in tijden van corona

Philip Roose8/4/2020Leestijd 7 minuten
Leiders als Churchill nemen de nodige beslissingen, niet de populairste.

Leiders als Churchill nemen de nodige beslissingen, niet de populairste.

foto © Reporters / Photoshot

Iedereen kan een schip door rustige wateren leiden, slechts weinigen door stormweer. Leiders nemen juiste beslissingen, niet de populairste.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Men zegt wel eens dat elke generatie zijn eigen oorlog kent. Maar deze strijd tegen het coronavirus is er eentje die men slechts enkele keren per eeuw meemaakt. Gelukkig maar. Begin februari schreef ik reeds op twitter dat het missen van een toeristisch seizoen voor Italië zeer zware economische gevolgen zou hebben, en dat men dus maar beter met een Europees steunplan op de proppen kwam. Deze sector alleen al zorgt op het schiereiland voor minstens € 230 miljard omzet. Pas sinds kort zijn alle alarmbellen afgegaan in de Europese ivoren toren. Waar is de tijd dat politici vooruitziend waren in plaats van achter de feiten aanliepen?

Economische schade

De economische schade van de lockdown wordt door premier Giuseppe Conte vandaag op zo’n € 650 miljard geschat. Confindustria, de vertegenwoordiger van de Italiaanse industrie, schat de daling van het BBP op -10% voor het eerste semester. Op -6,5% voor heel 2020. Ter vergelijking: de economische crisis van 2008 zorgde voor een daling van 5,3% BBP in 2009, volgens cijfers van de Wereldbank.

Dit zijn voorzichtige schattingen. Niet alleen zullen er minder fiscale inkomsten zijn, maar tevens meer sociale uitgaven. De Italiaanse regering kondigde op 6 april een steunprogramma aan van maar liefst € 400 miljard. Tevens worden strategische bedrijven beschermd tegen buitenandse overnames. Terwijl tot voor kort het Stabiliteits- en Groeipact als een zwaard van Damocles boven de overheidsbegroting hing, werd dit door de coronacrisis in een mum van tijd een vodje papier.

Ook België ontsnapt niet aan dit economische doemscenario. Velen kijken vandaag met heimwee terug naar toen het begrotingskort ‘maar’ 12 miljard bedroeg. Op 18 maart schatte de Vlaamse werkgeversorganisatie VOKA de schade voor de Belgische economie op minstens 18 miljard euro. We zijn nu drie weken verder en het meest waarschijnlijke scenario is nu een verlies van 40 miljard euro. En de teller blijft oplopen.

Nood breekt niet alleen de begrotingswetten, het confronteert iedereen tevens met wat hoofd- en bijzaak is. Welke sector verdient steun, en welke niet? Het is onbegrijpelijk dat er in België en in Vlaanderen nog steeds geen lijst van strategische bedrijven bestaat, maar dat men wel al met een waardebon van € 200 zwaait voor burgers met een tweede verblijf. Ieder land zijn prioriteiten.

Exitstrategie

Ook als men in België of Italië het virus binnen een paar weken onder controle krijgt, betekent dat niet noodzakelijk ook het einde van de economische malaise. Het is zeer goed mogelijk dat men in de rest van de wereld het virus nog volop aan het bestrijden is. De Vlaamse export zal zich pas volledig herpakken wanneer ook de VS, Zuid-Amerika of Azië virusvrij zijn. Bovenden spreekt men reeds van een tweede en misschien zelfs een derde golf, zoals het geval was bij de Spaanse griep zo’n eeuw geleden.

Alleen een effectief geneesmiddel of vaccin, dat met wat optimisme pas begin 2021 gebruiksklaar zal zijn, zal effectief deze gezondheidscrisis stoppen. Maar men kan het economisch en maatschappelijk weefsel geen twaalf maanden stil leggen. De nood aan een eenduidige, duidelijke en werkbare exitstrategie uit deze lockdown is hoog. Maar net zoals bij de concrete voorbereiding van deze pandemie, lijkt men hier ook achter de feiten aan te lopen. Terwijl Oostenrijk reeds begonnen is met een gecontroleerde heropstart van het openbaar leven, lijkt men in België nog steeds niet het onderscheid tussen hoofd- en bijzaak niet te begrijpen. Gisteren konden we getuige zijn van een discussie tussen de Antwerpse en de Aarschotse burgemeesters, beide tevens partijvoorzitter, of men nu al dan niet op een bankje in het park mag zitten.

Kruideniersmentaliteit

Crisissen brengen dan ook niet alleen leiderschap naar boven, maar ook onbekwaamheid en middelmaat. Vooral dit laatste kan België zich, net zoals Italië, in deze oorlog tegen het coronavirus niet veroorloven. Het is dan ook onbegrijpbaar waarom de Belgische regering in smenwerking met het wetenschappelijk comité zo laat heeft ingegrepen met de sluiting van de grenzen, met een in- en uitreisverbod (in plaats van een niet-dwingend advies), met een verplichte quarantaine voor besmette burgers, met het verhogen van de testcapaciteit en met het aanschaffen van genoeg beschermend materieel. Was het de schrik om enkele miljarden omzet te verliezen, of om Chinese en andere handelspartners voor het hoofd stoten? Vandaag kost het de burger een veelvoud, zowel financieel als menselijk. Leiders maken de juiste beslissingen, niet de populairste.

De kruideniersmentaliteit die sommigen tentoon spreiden werkt misschien wel wanneer alles rustig is, maar in tijden van allesomvattende oorlog tegen een miniscule vijand zijn er echter bekwame generaals nodig. Generaals die hun medisch en verzorgend personeel niet zonder het nodige materiaal naar het coronafront sturen, als soldaten zonder kogels. Generaals met niet alleen een strategie om zo snel mogelijk de vijand, het coronavirus, te overwinnen, maar die ook reeds bezig zijn met wat ze met het land na de strijd zullen aanvangen. De landen die vandaag het eerst terug naar een vorm van normaliteit terugkeren, en de economische motor op een aanvaardbaar niveau doen draaien, zullen daar het meest de vruchten van plukken. Zoals altijd bevindt België zich ook deze keer in de middenmoot, en stelt men zich daar blijkbaar mee tevreden.

Incompetentie

Econoom Ivan Van de Cloot verwoordde begin februari als een van de eerste zijn — opbouwende — kritiek op de regering met betrekking tot de aanpak van deze pandamie, hier op Doorbraak. Pas op 19 maart mocht hij in De Afspraak deze waarschuwing nog eens herhalen: drie weken eerder ingrijpen bij een epidemie, betekent 95% minder slachtoffers. Bart Schols hoorde het, nog maar eens, in Keulen donderen. Terwijl op 21 februari in Noord-Italië een tiental gemeenten in de buurt van Lodi van de buitenwereld werden geïsoleerd van de buitenwereld, vertrokken er vanuit België nog steeds bussen met wintersporters in de richting van besmettingshaarden in Zuid-Tirol.

Virologen die nog steeds kritiekloos in de media worden gehypet, sloegen de bal regelmatig mis, en blijven tot op vandaag wel samen met de bevoegde minister aan de stuurknuppel zitten. Erger, de incompetentie, slechte voorbereiding en halve waarheden van gisteren worden vandaag voorgesteld als ‘strategische keuzes om paniek te vermijden’. Het gebrek aan labo-capaciteit om zoveel mogelijk besmettingen op te sporen en te isoleren, werd verkocht als ‘het testen van iedereen is nutteloos’. Van het tekort aan degelijke mondmaskers voor het medische en verzorgende personeel, tot op vandaag, maakte men ‘het dragen van een mondmasker helpt niet voor burgers’. Keer op keer maakte men langzaam en subtiel een U-bocht.

Kritiekloze media

De geschiedenis wordt niet meer alleen geschreven door de winnaars, maar ook door zij die het maatschappelijke debat beheersen langsheen de media. Van politici verwacht men vandaag niet veel anders dan flauwe excuses voor eigen incompetentie, van experten niet. Bijna de voltallige media namen de steeds maar veranderende versies kritiekloos over. De lovende voorpagina van Het Laatste Nieuws enkele weken geleden, een journalistiek dieptepunt, toont nog maar eens het belang van echt pluralisme in het medialandschap aan. Pas sinds een week lijkt de pers haar rol als kritische waarnemer van de machthebbers terug op te nemen, met, tot spijt van wie het benijdt, De Morgen-journalist Joël De Ceulaer als hoofdrolspeler.

Elke noodsituatie legt de zwakheden bloot van zij die er aan participeren. Zo arresteerde China eerst de ‘klokkenluiders’ in plaats van snel en gericht in te grijpen. Vooral dit laatste had ons veel menselijk en economisch leed kunnen besparen. Echter, een dictatuur zal altijd de waarheid proberen te maken, in plaats van er mee om te gaan. Het is echter verontrustend dat ook in het westen, met de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid, die waarheid maar heel langzaam naar boven kwam sijpelen. Was het een bewuste strategie, een teken van overmoed of gewoon de middelmaat van het grootste deel van de huidige journalistieke klasse?

Geschiedenis schrijven

Net als individuen kunnen landen een probleem aanvankelijk negeren, ontkennen of onderschatten, tot men uiteindelijk met de neus op de feiten gedrukt wordt. Leiders begrijpen hun tijd, doen wat er gedaan moet worden, en hebben een afspraak met de geschiedenisboeken in plaats van met het kieshokje. Iedereen kan een schip door rustige wateren leiden, maar slechts weinigen door stormweer. Het wordt dan ook tijd dat de burgers meer naar daden en verdiensten gaan kijken en minder naar woorden en ronkende titels.

De vergrijzingskost, de staatsschuld, de inefficiënte staatsstructuur, de jarenange verspilling van overheidsmiddelen, enzovoort. Dit alles maakt dat zowel Italië als België vandaag er financieel niet al te best voorstaan. Terwijl sommigen met hun hoofd in Noord-Europa wonen, staan hun voeten wel degelijk in Zuid-Europa. Het Europese schip staat echter in brand, en iedereen moet helpen blussen. Zowel de passagiers uit eerste, tweede en derde klasse. Of men zal allemaal verdrinken.

Solidariteit smeedt vriendschap

Crisissen vragen om politici die niet alleen hun verantwoordelijkheid opnemen, maar ook de problemen erkennen, analyseren en oplossen. Zij die nu bezig zijn hun kleingeld te tellen in hun portefeuille, terwijl de banken dreigen te imploderen onder een nieuwe financiële crisis, hebben zich van job vergist en hadden beter een kruidenierswinkel geopend. Premier Conte antwoordde terecht aan de Nederlandse en Duitse regering die tot voor kort Europese steun weigerden aan het fragiele Italië: ‘Vandaag schrijven we geschiedenis, geen nieuwe pagina in een boek economie.’

Hulp en solidariteit van andere naties tijdens noodtoestanden wordt niet snel vergeten, en smeedt hechtere vriendschapsbanden dan eender welk Europees of internationaal verdrag. Een helpende hand aan Italië had de Europese eenmaking een stevig duwtje in de rug kunnen geven. Vandaag staat volgens een peiling 51 procent van de Italianen negatief ten opzichte van de EU. Een stijging van maar liefst 15 procent op enkele maanden tijd. Maar liefst 71 procent voelt tevens zich in de steek gelaten en vindt dat Von der Leyen en co nog niets hebben bijgedragen tot het oplossen van deze noodsituatie.

Of deze mening nu strookt met de feiten of niet, de propaganda-oorlog lijkt mij alvast verloren tegen Cuba, Rusland en China. Albanië won al meer Italiaanse harten door dertig dokters en verplegers te sturen naar het schiereiland, dan dat Von der Leyen ooit met € 30 miljard Europese steun zal winnen.

Burgerschap

Bij gebrek aan leiders namen de burgers zelf het heft in eigen landen. Niet beleidsmakers als De Block, Wilmès of Jambon besloten tot een lockdown light, maar de scholen, universiteiten, culturele verenigingen, winkelketens, … dwongen hen daartoe. Zij zijn de helden. Het toont alvast dat de ‘Great Man Theory’ van de Britse historicus Thomas Carlyle (1795-1881) er soms wel eens naast zit. Die stelde dat de geschiedenis wordt bepaald door de daden van charismatische leiders zoals bijvoorbeeld Napoleon. Terwijl in februari middelmatige politici nog bezig waren met hun populariteit bij de kiezers, was een groot deel van die kiezers al bezig met zichzelf te beschermen. En zonder de grote inspanning van het medisch en verzorgend personeel de laatste maanden, waren de coronagrafieken vandaag nog niet aan het afvlakken.

Toch kunnen leiders en leiderschap in crisismomenten een groot verschil maken. Winston Churchill overtuigde zijn oorlogskabinet om het voorstel van Lord Halifax om met Hitler te onderhandelen te verwerpen. Vervolgens kreeg hij de Amerikanen zover om de oorlog tegen Duitsland even prioritiar te behandelen als die tegen Japan. De oorlog tegen de nazi’s werd gewonnen met de typische Britse verbetenheid, tegen een hoge menselijke en economische prijs. Churchill hield zich niet bezig met de economische kost of met het oordeel van de kiezer, maar met het schrijven van geschiedenis. Het resultaat was een vrij en welvarend Europa.

Waar wacht men op?

Vandaag ontbreken er in België leiders. De toesprakingen van premier Wilmès hebben in Wallonië en Brussel grote impact en in Vlaanderen nauwelijks effect. Het toont nog maar eens aan dat België bestaat uit twee naties en twee democratieën. De crisis was ook een uitegelezen kans voor de Vlaamse regering, en dan vooral voor Vlaams minister-president Jan Jambon, om leiding te geven in de grootste naoorlogse crisis die Vlaanderen meemaakt. Blijkbaar kent ook Jambon het spreekwoord ‘Never waste a good crisis’ niet.

Een kleine maand geleden schreef ik naar politieke kenissen dat het tijd was om leiding te nemen. Take the lead. De Vlaamse burger, ondernemer, werknemer, zelfstandige, winkelier, wacht vandaag op een duidelijke en degelijke exitstrategie. Een leider moet, om Napoleon te citeren, ook een verdeler van hoop zijn. Want hoop is de voedingsbodem van moed, nodig om deze oorlog te winnen. Waar wacht men op?

‘Hard times create strong men. Strong men create good times. Good times create weak men. And, weak men create hard times.”  – G. Michael Hopf, Those Who Remain.

Philip Roose (1979) studeerde geschiedenis in Leuven en Granada en marketing en management in Parma. Hij woont in Catania (Sicilië) en exporteert Italiaanse wijnen. Samen met Joost Houtman schreef hij het boek 'Bella Figura: Waarom de Italianen zo Italiaans zijn?' (Uitgeverij Vrijdag; verschijnt 31 mei 2018).

Meer van Philip Roose

Woorden scheppen de realiteit, of toch de perceptie ervan. Philip Roose over de instrumentalisering van taal.

Commentaren en reacties