JavaScript is required for this website to work.
BINNENLAND

Ook de Franstalige zegt: ‘On est quand même chez nous’

De Franstalige populaire mening: het zijn net Vlamingen, zo stelt Le Soir vast

NieuwsChristophe Degreef22/1/2024Leestijd 6 minuten

Schermafbeelding van de titel van het bewuste artikel in Le Soir.

Schermafbeelding van de titel van het bewuste artikel in Le Soir.

foto © Belga Image

De krant Le Soir trekt de provincie in om eens naar de mensen te luisteren. Meteen ligt het cordon sanitaire aan diggelen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In een reportagereeks in de Franstalige krant Le Soir peilt voormalig hoofdredactrice Béatrice Delvaux wat Walen en Brusselaars van de Belgische politiek vinden. De antwoorden laten weinig aan de verbeelding over. ‘Extreemrechts, dat is niet meer le bruit des bottes, hé.’

Béatrice Delvaux was van 2001 tot 2011 hoofdredactrice van Le Soir. In die hoedanigheid werd zij tijdens de regeringscrisissen van 2007-2011 ook een beetje bekend in Vlaanderen. Delvaux zag zichzelf namelijk altijd al als een dam tegen (Vlaamse) extremen.

Maar Delvaux – die overigens in Vlaanderen woont – is in de eerste plaats journalist. Na haar hoofdredacteurschap werkt zij nog altijd voor de krant. Zo zet zij haar oorspronkelijke journalistieke missie verder. En dat doet zij tegenwoordig voortreffelijk. Bijvoorbeeld door op reportage te gaan in de provincie om eens naar de mensen te luisteren. En dat dan ongefilterd te publiceren.

Sterker nog: wanneer Delvaux, trouw aan het cordon sanitaire dat in Franstalig België ook nog in de media bestaat, alle te felle meningen uit de krant zou moeten weren, dan zou zij geen reportage meer overhouden. Volgt u even mee met deze bloemlezing.

Kerstvakantie

‘Ik wil niet stout zijn’, zegt Roberta terwijl ze haar koffie drinkt met enkele vriendinnen in het Henegouwse La Louvière. ‘Maar vergeet niet dat hoe meer vreemdelingen er in een gemeente zijn, hoe beter dat is voor een burgemeester.’

Waarop haar vriendinnen aanvullen: ‘Wanneer je naar België komt, dan neem je ook onze gebruiken over. Maar kijk eens naar hoe het vandaag gaat. Het zijn allemaal vreemdelingen. Binnenkort worden we geregeerd door de Arabieren!’

Waarop Roberta opnieuw het voortouw neemt: ‘Dat is nu al zo. Waarom mogen we anders niet meer “kerstvakantie” zeggen?’ Haar vriendin Lydia corrigeert: ‘Dat komt door de vrijzinnigen, Roberta. Die willen alle kruisjes weg. Dat zou ik niet doen. Het is nu eenmaal onze cultuur. Of we nu gelovig zijn of niet.’

Binair

Roberta blijkt in een sociale woning te wonen. Verbitterd is zij niet. ‘Ik doe het met wat ik kan. Ik heb een huis met garage en tuin. Ze hebben net mijn huur verhoogd. Met tien euro. Ik betaal nu 387 euro per maand. Klagen doe ik dus niet, neen.’

La Louvière – nochtans een PS-stad – blijkt nog meer mensen met een felle mening te tellen, zo ontdekt de lezer samen met Delvaux. Zoals Fabrizio, een garagemedewerker van dik in de zestig, op een zucht van zijn pensioen.

‘Ik ken iemand die nog nooit in zijn leven heeft gewerkt en 1.500 euro per maand verdient. Terwijl we hier in de garage voor 1.800 euro per maand werken. Dat is niet evenwichtig.’

Fabrizio ziet hoe technologie de leefwereld van de mensen verandert. ‘Een elektrische wagen, dat is zeer aangenaam rijden. Maar als je in een appartement op de vijfde verdieping woont, hoe laad je je wagen dan op? Ik werk al 48 jaar in de autosector, en alles wordt nu binair. Een computer zegt zus of zo. Dat is evolutie!’

Extreemrechts, dat jaagt me geen schrik aan

De Louviérois van in de zestig blijkt geen problemen te hebben met politiek rechts. ‘Extreemrechts, dat jaagt me geen schrik aan. Het is niet meer le bruit des bottes, hé. Zij evolueren, en dat is eraan te zien. Marine Le Pen in Frankrijk, die zit met haar pa nog tussen twee vuren. Maar een nieuwe voorzitter van haar partij zoals Jordan Bardella, dat soort mensen vertrouw ik wel. Nochtans zou ik mezelf niet als extreemrechts omschrijven.’

Influencers, drugs en een leider

Wanneer Delvaux een school bezoekt, wil een medewerker alleen spreken op voorwaarde dat het anoniem kan.

‘Ik ben vooral triest voor onze toekomstige generaties. Mijn motivatie is het grote feest op het einde van het jaar, wanneer al die leerlingen vaak na een moeilijk parcours hun diploma eindelijk behalen. Dat maakt me trots. Maar er vallen onderweg vele leerlingen uit. Zij zijn gefascineerd door influencers, willen populair zijn, en gaan voor het snelle geld met daarbovenop nog eens heel wat drugsproblemen.’

‘Als er hier een extreemrechtse Waalse leider zou opstaan met een beetje charisma, dan is het evident dat dat ook snel zal aanslaan. Dat voel je hier gewoon.’

Bourgeois

Op naar het Waals-Brabantse Maransart dan, een deelgemeente van Lasne, qua inkomen de rijkste gemeente van Wallonië. Even vreest Delvaux dans ce village plus bourgeois weinig mensen aan de praat te krijgen. Niets is minder waar. Aan de eerste deur is het al prijs: Patricia en Bernard zijn een joviaal koppel, zo blijkt. Met een mening.

‘Wij zijn hier geprivilegieerd, dat klopt helemaal. C’est le bonheur total. Maar mijn dochter woont in Vorst en wordt soms lastiggevallen in de Brusselse metro. Dat is niet normaal. Dat komt ook door de migratie.’

Patricia blijkt logopediste van beroep. ‘Het taalniveau van de leerlingen is heel laag. Onze schoondochter werkt in het onderwijs en moet met haar telefoon alles vertalen voor die kleine Egyptenaar die net is aangekomen. Ik zeg het vaak tegen schooldirecteurs: organiseer toch parallelle taalklassen, en laat leerlingen niet toe tot het eerste studiejaar vooraleer ze een minimum van onze taal begrijpen.’

Marine

Patricia en Bernard lopen niet warm voor de Vivaldi-regering. ‘Met zeven partijen zijn ze, en het is er goed aan te merken dat ze niet overeenkomen.’

Bernard blijkt afkomstig te zijn uit Frankrijk. ‘Ik heb nog nooit op Marine Le Pen gestemd, en dat zal ik hoogstwaarschijnlijk ook niet doen. Maar misschien zal Frankrijk toch niet slechter af zijn met haar als presidente. Zeker niet als je kijkt naar wat er nu gebeurt met de vrijzinnigheid en de veiligheid.’

Bernard blijkt ongerust. ‘Er is geen respect meer. Leerkracht zijn in Frankrijk, dat moet in sommige steden toch niet meer te doen zijn?’ Waarop Patricia aanvult: ‘We zouden onze cultuur moeten kunnen overdragen zonder er het deksel voor op onze neus te krijgen. On est quand même chez nous. Ik wil best open zijn naar anderen toe, maar laat ons ons leven leiden hoe wij dat willen.’

En, ook hier: ‘We mogen niet meer kerst- of paasvakantie zeggen. Dat kan toch echt niet!’

Mondialisering beu

Delvaux vervolgt haar weg doorheen het rijke Lasne. Een zekere Raoul weet dat hij het goed heeft, maar vreest voor de toekomst van zijn kinderen.

‘Gisteren zeiden ze me aan tafel nog dat alles wat ze verdienen opgaat aan belastingen. Dat maakt hen echt bang. Jonge mensen zeggen dat ze geen huis meer kunnen betalen. Onze kleindochter is leerkracht. Haar moeder moet haar een appartement verhuren.’

De mondialisering is van die aard dat politici er geen invloed meer op kunnen uitoefenen. Daarom beperken ze zich tot het dagdagelijkse

Raoul heeft ook inzicht in de grotere wereld: ‘De mondialisering is van die aard dat politici er geen invloed meer op kunnen uitoefenen. Daarom beperken ze zich tot het dagdagelijkse. Natuurlijk begrijp ik de opkomst van de extremen. De mensen zijn dat beu.’

Weg uit de provincie dan maar. Op naar Anderlecht. Delvaux lijkt het echt te zoeken. Zij stopt in de Burgersstraat, waar het voorbije jaar een oud bejaardentehuis een opvangcentrum voor asielzoekers werd.

Een vrouw wil er alleen anoniem over spreken. De overwinning van extreemrechts maakt haar bang, zo blijkt. Haar grootvader is immers in een concentratiekamp vermoord. Toch is het nieuwe opvangcentrum de druppel. Zelfs voor haar.

Geen Oekraïners

‘Ze hebben onze oudjes weggestuurd om plaats te kunnen maken voor asielzoekers! En dat met de belofte dat er Oekraïense gezinnen hier tijdelijk zouden opgevangen worden. Maar daar is niets van: het zijn allemaal jonge alleenstaande mannen, zo dicht bij een school! Mijn man is naar de informatievergadering geweest, maar is er algauw weggegaan.’

De geïnterviewde blijkt geen kinderen te hebben. Uit overtuiging. ‘We zijn met te veel op de wereld, er zijn niet genoeg hulpbronnen voor iedereen.’ Al haar Belgische buren zijn al lang vertrokken. Kwamen in de plaats: ‘twee buitenlanders, de ene sympathiek, de andere een echte pest’. Of zij een boodschap voor de politiek heeft? ‘Limiteer de migratie en het aantal geboortes’.

Wanneer het regent, schuilt Delvaux onder het kofferdeksel van de de auto van een gepensioneerde. ‘Ik ga stemmen, ja’, vertelt hij haar. ‘Dat doe ik al jaren, gewoon om de boete te vermijden. Hier in Anderlecht stemde ik lang voor dezelfde persoon. Zij hielp me met mijn administratie.’

Obsessie

‘Vreemdelingen zijn een obsessie voor mij geworden, ja. Er zijn er gewoon te veel. Zeker sinds ze dat opvangcentrum hier hebben geopend.  Onze wijk is niet meer hetzelfde. We hadden de burgemeester nochtans gewaarschuwd. Dat pist maar in het wild, gooit zijn afval in bloembakken, maar het stadsbestuur wilde er niks tegen doen. Er was in maart een wijkvergadering over dat opvangcentrum. We waren met vijftig anciens uit de wijk om hen dat uit het hoofd te praten. Mais tu devais te fermer ta bouche, t’avais rien à dire.’

En dan is er nog Nelly, une dame en rose, très mince et super coquette, zoals Delvaux haar omschrijft. Deze bijna 90-jarige heeft nochtans een zwaar leven gehad: getrouwd met een alcoholicus ‘die vier kinderen bij me verwekte. Ik zie mijn kinderen nochtans graag’.

Vlaams Belang

Nelly: ‘Met dat asielcentrum hebben ze ons voor een voldongen feit geplaatst. Ze trekken zich van onze mening niets aan. Politici leven niet in de echte wereld. Kijk, wij waren een land dat op zich goed werkte. We hadden industrie. Als je nu iets nodig hebt, kan je niet zonder de Chinezen. Ik begrijp niet waarom. België gaat ten onder. En dat is jammer, want het was hier goed toeven.’

Even verderop stapt Delvaux dan een Belgische bistro op de Bergensesteenweg binnen. De laatste in zijn soort in de buurt.

Blijkt de Poolse eigenares toch wel niet op een lijst van het Vlaams Belang te staan. ‘Zwarte Piet is Zwarte Piet, laat onze tradities met rust’, zo vertelt een klant Delvaux nog. Naast het café, de moskee.

Christophe Degreef is onafhankelijk journalist. Niet oud, maar wel old skool. Eerder werkte hij voor Brussel Deze Week en de Vlaams-Brusselse Media.

Commentaren en reacties