JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Op naar de verkiezingen van 2024

Vijf jaar om het op te lossen?

Herman Matthijs25/5/2019Leestijd 4 minuten

foto © Reporters / PPE

De volgende verkiezingen zijn pas voor 2024. Dat zou beleidsmakers alle tijd moeten geven om eindelijk structureel problemen aan te pakken.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De volgende verkiezingen voor het Europees Parlement, de federale Kamer en het Vlaams Parlement dienen zich pas aan in mei 2024. In principe zijn er geen vervroegde verkiezingen mogelijk, tenzij op federaal vlak de regering valt en er geen alternatieve meerderheid voor handen zou zijn. De lokale verkiezingen volgen in oktober 2024. Met andere woorden: de nieuwe regeringen hebben veel tijd om het groot aantal hangende en niet opgeloste dossiers eens structureel aan te pakken. Maar een federale regeringsvorming à la die van 2010/11 kan de actieve regeerperiode ernstig inkorten.

Het belang van regeringsdeelname

Desalniettemin is van het belang om in een volgende Vlaamse regering te zitten, want die moet beslissen over de gemeentelijk fusies, de financiering van de lokale overheden, de Antwerpse wegenwerken, de opwaardering van het onderwijs, al dan niet rekeningrijden, de oplossing voor de eeuwige sociale wachtlijsten, enz.

Vanuit de oppositie kan men er wel kritiek op leveren, maar dan zit men niet aan de knoppen van het beleid. Op federaal vlak is deze lijst nog veel langer en daar zijn de budgettaire problemen immens. Indien er politieke partijen wel in de Vlaamse regering gaan zitten en niet federaal of omgekeerd, wordt dit een moeilijke evenwichtsoefening voor zowel die partijen als het beleid. Men zal dus eerst proberen om met partijen te besturen die er overal in zitten.

In ieder geval zijn de aankomende regeringen ook eens verplicht om iets te gaan doen aan de talrijke hangende dossiers. Laat ons een bloemlezing geven over wat de mensen wakker houdt: de gebrekkige elektriciteitsproductie en de bijhorende hoge facturen, het watertekort, de eindeloos aanslepende wegenwerken, de migratiestroom, het onderwijsniveau, het verschil tussen netto- en brutoloon, etc. Maar al te dikwijls belandt iets in een vergadering waarin iedereen zich bevoegd verklaart en niemand iets doet. Het is inderdaad de taak van de verkozenen om problemen structureel op te lossen. Een verkiezing verliest men immers niet zozeer omwille van een beleid, als door een gebrek aan beleid!

De al jaren aanslepende problemen met een tekort aan elektriciteitsproductie en leidingwater zijn wel degelijk symptomen van een ontwikkelingsland.

Staatshervorming

De geldelijke band tussen het federale en regionale bestuursniveau is de bijzondere financieringswet van 16 januari 1989. In de volgende regeerperiode wordt de financiële toestand van het Waalse gewest, de Franse gemeenschap en het Brussels gewest problematischer. De vraag voor meer middelen zal snel komen. Wat dan? Alles staat in de vermelde bijzondere wet en die is steeds te wijzigen, los van een verklaring tot grondwetsherziening. Ook de andere bijzondere- en gewone wetten betreffende de staatsstructuur vallen te wijzigen. Bovendien kan men zowel in de begroting als in de sociale zekerheid met gewestelijke budgettaire enveloppes gaan werken. Met andere woorden: een soort van zevende staatshervorming is niet uit te sluiten de komende jaren.

Aantal leden

Op 26 mei trekt het volk naar de stembus om, langs Vlaamse kant, 12 leden voor het Europees Parlement te kiezen, 87 federale Kamerleden, 118 Vlaamse Parlementsleden en zes voor Brussel, voor een totaal van 124 leden. De Brusselse Vlamingen kiezen dan nog eens 17 leden voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC). Alles bij elkaar gaat het dus om zo’n 240 parlementsleden onder de Nederlandse taalrol. Daarna worden er nog zes senatoren gecoöpteerd.

Langs Franstalige kant bestaat de lijst uit 63 Kamerleden, 75 leden van het Waalse Parlement, 9 voor het Europees Parlement en 72 verkozenen voorde Commission communautaire française of COCOF, voor  een totaal van 219. De Franstaligen hebben nog eens recht op vier gecoöpteerde senatoren. Er moet wel op gewezen worden dat het aantal Kamerleden kan wijzigen als iemand van de 15 Brusselse verkozenen de eed in het Nederlands aflegt of op een Vlaamse lijst verkozen zou worden.

De Duitstaligen hebben een Parlement van 25 deeltijdse leden en kiezen één lid voor het Europees Parlement. Daarnaast hebben zij recht op één senator.

Men moet zich eens de vraag stellen of we niet teveel verkozenen hebben in de Parlementen? Zo heeft Nederland 150 leden in de Tweede Kamer en 75 leden in de Eerste Kamer. Vooreerst zou er een intellectueel objectieve discussie moeten plaatsvinden over het aantal Kamerleden. Is 150 leden niet teveel voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers? Een zelfde bemerking geldt voor het Vlaamse Parlement. Inderdaad, kan het aantal van 124 niet teruggebracht worden tot 101? Verhoudingsgewijs is het Brussels Hoofdstedelijk Parlement de grootste verzamelplaats van verkozenen met 89! Maar een dergelijke vermindering zal ook de discussie doen losbarsten over het aandeel van de Nederlandstaligen in ditzelfde Parlement.

Datum verkiezingen

Zondag 26 mei is de electorale hoogdag in dit land, een soort ‘Super Sunday’ voor de politieke partijen. Maar deze campagne viel toch wel op door zijn doelloosheid, de mistigheid en over wat alles nu eigenlijk ging? Alles op één dag heeft ook tot gevolg dat er met moeite een Europees thema is behandeld. Ongetwijfeld gaan nogal wat kiezers verschieten voor de stemcomputer, of bij het openen van het papier, dat men drie keer kan stemmen in Vlaanderen. Tevens zijn de Vlaamse thema’s ondergesneeuwd geraakt, want enkel het onderwijs en rekeningrijden zijn de tafel gepasseerd.

De politieke partijen dienen zich eens af te vragen of het niet beter is om deze verkiezingen apart te houden. Want elke verkiezing heeft zijn eigenheid. Uiteraard gaat het argument zijn dat bij elke verkiezing alle regeringsleden en vele parlementsleden gaan meedoen en dat daardoor het bestuur komt stil te liggen. Geen probleem. We voeren de volgende regel in: iemand die opkomt en verkozen wordt, dient het mandaat op te nemen en wordt automatisch vervallen verklaard van zijn oude mandaat.

Conclusie

Het voorgaande artikel is geschreven op de vooravond van ‘super Sunday’ en probeert een pleidooi te houden voor een betere werking van onze politieke instellingen. Maar eerst wordt het afwachten wie ons gaat besturen: olijven, Bourgondisch, Jamaica, Hawaï, tripartite, paars-groen of toch nog de Zweden? ABBA zong het al, ‘knowing me, knowing you’.

Herman Matthijs doceert publieke en openbare financiën aan de UGent en de VUB. Hij volgt o.m. overheidsadministratie en -begrotingen op, maar evenzeer de politiek van de VS.

Meer van Herman Matthijs
Commentaren en reacties