JavaScript is required for this website to work.
post

Op reis met Johnny Cash: verlossing vinden van de cultuuroorlog

Geniale muziek en poëzie genieten met een rilling

Rob Lemeire12/8/2023Leestijd 4 minuten
Gustave Doré: de (later noodlottige) ontmoeting met de albatros uit Rime of the
Ancient Mariner van Coleridge.

Gustave Doré: de (later noodlottige) ontmoeting met de albatros uit Rime of the Ancient Mariner van Coleridge.

foto © WikiMedia Commons

Kunst over eenzaamheid kan ons op een vreemde manier weer samen brengen: ziedaar de de oplossing voor de huidige cultuuroorlog.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ik ga op reis en ik neem mee… een verzamel-cd van de Franse chansonzanger Joe Dassin, een boek van Andrew Klavan over romantische dichters en de laatste cd van Johnny Cash. Meesterlijk vertellen ze telkens op hun eigen manier hoe eenzaamheid ons weer samenbrengt. Ligt daar een diep religieus gevoel? Heeft de mens geen postmoderne rommel maar echte kunst nodig om zingeving te vinden? Is dergelijke kunst een verlossing uit de cynische cultuuroorlog?

Herkenbare eenzaamheid

Op vakantie met de auto, heerlijk onderweg muziek beluisteren. Iedereen is te loom om de cd regelmatig te vervangen, waardoor ik meerdere keren mijn gedachten kan focussen op dezelfde songs. Joe Dassin zingt:

Si tu t’appelles mélancolie,
Si l’amour n’est plus qu’une habitude,
Ne me raconte pas ta vie,
Je la connais, ta solitude.

Al langer vond ik het een fijn lied, maar door beter te luisteren, begreep ik het beter: ‘vertel me niet je leven, ik ken het, je eenzaamheid’. Het gaat over het subtiele gevoel van existentiële eenzaamheid. Het is onnodig mij over je eenzaamheid te vertellen: ik voel die ook, iedereen voelt die zelfs. Net door die herkenning en erkenning, zijn we allen gelijk in de miserie, niet beter of slechter.

De eenzaamheid en betekenisloosheid van allen als een spiegel voor onszelf houden, brengt ons terug samen. Dat wordt dan nog eens versterkt door een mooi lied erover te maken dat we allen samen kunnen neuriën, zingen, brullen. De vraag blijft hoe betekenis te vinden uit deze eenzaamheid.

Eenzaamheid overwonnen

Af en toe komt er dan toch een andere cd in de autoradio. Nu het definitieve studioalbum van Johnny Cash, The Man Comes Around. Subliem! Het laatste lied viel me extra op:

We’ll meet again
Don’t know where, don’t know when
But I know we’ll meet again
Some sunny day.

Het gaat om een cover van een hartverscheurende, oude song van Vera Lynn uit de Tweede Wereldoorlog waar het lied de soldaten hielp hopen hun geliefden ooit terug te zien. Johnny Cash zat niet in die oorlog, toch besefte hij dat hij niet erg lang meer op deze aarde zou rondlopen. Veel tijd had hij niet meer om vrienden terug te zien, voor zover ze nog leefden. De betekenis van het lied veranderde subtiel, de emotie bleef diep.

Hij weet niet waar, hij weet niet wanneer, maar ze komen samen, op een zonnige dag. Alle puzzelstukjes kwamen samen: het diepe gevoel van samenzijn met al zijn geliefden en vrienden in een geïdealiseerde plek, de hemel bijvoorbeeld. Met zo’n vooruitzicht voel je je niet meer alleen, kan je veel tegenslag aan en kan je met de glimlach over je eigen dood zingen.

Johnny Cash was dan ook christen en zijn religiositeit was van groot belang. Daarmee overwon hij ook zijn persoonlijke drugsproblemen, een detail dat Hollywood in de biopic Walk the line nog probeerde te verdoezelen.

Romantische dichters beter leren kennen

Reizen betekent voor mij ook lezen. Het boek The truth and beauty van de detectiveschrijver Andrew Klavan (bekend van onder meer de door Clint Eastwood verfilmde True crime) sprak me wel aan. Hij is ook een conservatieve commentator op The Daily Wire.

Andrew Klavan vertelt hoe romantische dichters William Wordsworth, Samuel Taylor Coleridge en John Keats worstelden met betekenisloosheid. Maar uiteindelijk vonden ze betekenis in de religie, waarna ze hun beste teksten schreven. Ze leefden in een tijd van toenemende goddeloosheid en voelden de consequenties daarvan scherp aan: als er geen bovennatuurlijke betekenis van het leven is, wat is de betekenis dan?

Ook de het eerste horrorverhaal aller tijden, Frankenstein van Mary Shelley (de briljante vrouw van de romantische, atheïstische dichter Percy Bysshe Shelley), worstelde met zo’n vraag: in hoeverre kan de mens Gods orde zelf heropbouwen?

Wordsworth

Wordsworth zelf geloofde eerst in de Franse Revolutie — het idee dat radicale politiek alles kan oplossen aan deze kant van de dood, dus ook eenzaamheid en betekenisloosheid. Maar toen dat in Frankrijk op een nachtmerrie uitdraaide, voelde hij zich eerst verloren.

Pas nadat hij de religieuze, babbelzieke Coleridge tegenkwam, vond hij zijn weg. Net zoals Cash had hij daarna geen last meer van depressies en schreef zijn beste poëzie. Daarin kreeg een nieuwe intuïtie vorm: radicale politiek is niet enkel rebellie tegen een aardse koning (dat zou op zich niet zo erg zijn), maar vooral ook tegen de eeuwige schoonheid waarvan we maar af en toe een glimp te zien krijgen.

Van schoonheid en waarheid…

Ook Keats schreef zijn beste poëzie na zijn ontmoeting met de almaar doorpratende Coleridge. Lees zelf maar, het beroemde einde van zijn Ode on a Grecian urn:

When old age shall this generation waste,
Thou shalt remain, in midst of other woe
Than ours, a friend to man, to whom thou say’st,
“Beauty is truth, truth beauty,—that is all
Ye know on earth, and all ye need to know.”

Tussen radicale eenzaamheid, dood en verderf wijst de ware schoonheid naar iets onsterfelijks, onontbeerlijks. Of hoe romantiek hier wijst naar iets transcendents en zo de romantiek overstijgt.

… tot verlossing

De intuïtie van Coleridge lees je onder meer in zijn gedicht The rime of the ancient mariner, over een schipbreuk nadat hij eerst het lot uitdaagde door een albatros neer te schieten:

Alone, alone, all all alone
Alone on the wide wide Sea;

Met nog veel verschrikkelijks, zoals rottende lijken rond hem, hevige dorst en doodsangst. Aan het einde vindt hij de weg naar geluk en schoonheid, samen met het accepteren van zijn lot:

He prayeth best who loveth best,
All things both great and small:
For the dear God, who loveth us,
He made and loveth all.

Het grote, het kleine en de transcendente liefde komen uiteindelijk samen.

Nood aan geniale kunst

De huidige cultuuroorlog snijdt als een vlijmscherp mes door menselijke relaties, waardoor allerlei vormen van eenzaamheid de kop opsteken. De zangers Joe Dassin en Johnny Cash bieden zo troost aan mensen in eenzaamheid in echte levensliederen met romantische toets. Waar Dassin het heeft over fundamentele eenzaamheid op deze planeet, zingt Cash over diep samenzijn — iets wat deze planeet niet te bieden heeft. Er zijn parallellen te vinden met de bekende, romantische, God zoekende dichters Coleridge, Wordsworth en Keats. Zij kwamen duidelijker tot antwoorden, aldus Andrew Klavan.

Los van de specifieke analyse van Klavan kunnen we veilig besluiten dat we geniale kunst nodig hebben om uit deze nietsontziende cultuuroorlog te geraken.

Rob Lemeire (1973) is getrouwd en heeft twee dochters. Hij is de auteur van het boek ’12 regels voor opvoeden met autoriteit’. Hij is ingenieur en schrijft over opvoeding, cultuur, klimaat, voeding en het sociale weefsel.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

Aan de hand van stukken uit binnen- en buitenland reconstrueert historicus Björn Rzoska in ‘Gedeelde grond’ nauwgezet het oorlogstraject van zijn beide grootvaders. Het werk is ons boek van de week.