Overtuig mij
Politiek heeft alles te maken met keuzes maken. Maar meer en meer wordt alles gespeeld in termen van ‘goed’ en ‘slecht’. Volgens onze hoofdredacteur is politiek geen Hollywoodfilm.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementBesparen of extra belastingen? De auto of de fiets? Het sociaaleconomische of staatshervorming? Preventie of straf? Index behouden of index afschaffen? Er zijn wel wat tweedelingen te bedenken waarin partijen positie moeten bepalen in deze kiesstrijd. Hun keuze wordt dan vaak geframed als goed en de andere keuze als ‘slecht’, intrinsiek slecht, of toch minstens dom of beter nog ‘perfide’. Dat vervuilt het debat, omdat het ontslaat van argumenteren. De discussie is niet meer nodig. Het eigen grote gelijk wordt als een dogma geponeerd en als morele norm uitgezet. Punt uit. Ontslaan van elke nood tot argumentatie wordt een bunker opgetrokken om alles wat het dogma schijnbaar tegenspreekt ogenblikkelijk neer te maaien. Eerst schieten dan denken.
Dat doet de edele kunst der politiek oneer aan. Het draagt volgens mij ook bij aan de afkeer die mensen krijgen van politiek. Want wat in discussies en zeker in een kiesstrijd moreel-dogmatisch wordt verheerlijkt of net afgebrand, moet in een coalitieregering dan toch niet zwart en ook niet wit genegotieerd worden. Als je een kiescampagne voert die focust op lagere belastingen en dan in een belastingsregering terecht komt, heb je een probleem met geloofwaardigheid. Je kan wel sorry zeggen, maar je hebt ‘gezondigd’. Want zo wordt dat gepercipieerd, als je eerst morele regels stelt, en die vervolgens zelf overtreedt.
Verkeer(d)
Het is normaal dat in een kiesstrijd de zaken ietwat scherper gesteld worden, wat minder grijs, wat meer zwart of wit. Duidelijke keuzes. Dat is waar het om draait. De kiezer moet weten welke keuzes er mogelijk zijn. Neem nu de discussie over de fietser op de Turnhoutsebaan in Antwerpen. Ik was er gisteren nog, met de auto. Ik zag daar fietsters laveren van de rijweg naar de tramstrook, terug naar de rijweg, uitwijken voor een bestelwagen, ik kreeg er kippenvel van. Het is er ronduit gevaarlijk. De schepen voor mobiliteit in Antwerpen, Koen Kennis (N-VA), stelde voor om de fietsers aan te raden om de parallelle straten te gebruiken. Een stuk veiliger. Want naast een busstrook een autostrook een parkeerstrook en een voetpad (telkens in beide richtingen) is er geen plaats voor een fietspad. Onmiddellijk vielen ze over elkaar. Vloeken in de kerk. Want het moderne dogma is: de fietser en voetganger moeten voorrang krijgen in de stad. (waarom die vloekers dat dan de voorbije jaren zelf niet zo hebben aangelegd? Prioriteiten zeker?) Moest die schepen als een soort geloofsbelijdenis tien keer herhalen dat hij de fiets niet weg wou in de stad. De man had de dogmatische framing van zijn politieke tegenstanders al tegen. De ‘fietspartijen’ tegen de ‘autopartij’ zelfs Touring noemde het ‘dom’. Daar sta je nu met je idiote plan, een schepen van mobiliteit die de morele code niet volgt, tsss. Geen tot amper argumenten geen ruimte voor de nuance: er moet ook plaats zijn voor de fietser, maar die straat is gevaarlijk. Die auto’s zijn ook nodig in de stad beweerde de schepen. Kijk dat is dus een politieke keuze. Je kan een baanvak voor auto’s schrappen of je kan dat niet doen en een alternatief aan bieden voor fietsers. Ik wil me er graag laten van overtuigen dat het een domme keuze is, maar het ultieme daarvoor argument heb ik nog niet gehoord. De schepen moet niet uitgescholden worden voor dom of slecht. Als het inderdaad waar is dat we de auto ook daar al uit de stad moeten weren wil ik horen, hoe, waarom en waar die dan wel moet/mag rijden. Maar zover geraken we meestal niet inde politieke discussie. Jammer genoeg, want daar gaat het om.
Nu de kiesstrijd inhoudelijk losbarst krijgen we te horen welke keuzes partijen willen maken. We kennen de staat van het land. Wat er moet gebeuren is aan ons om te beslissen. Reden te meer om eens inhoudelijk te graven. Mijn stem gaat niet naar schelders of oneliner-verkopers, ik wil inhoud. Ik wil overtuigd worden. Overtuigd van de argumenten voor deze of gene politieke keuze. Als meer belastingen beter is, overtuig me daarvan, noem tegenstanders geen nieuwe Thatcher, ik wil argumenten. Als die zesde staatshervorming zo’n goede zaak is, overtuig me daarvan. Als een sociaaleconomisch herstel kan binnen het huidige Belgische politieke kader, zeg me dan hoe dat kan. Leg me uit hoe we de vergrijzing moeten aanpakken. Leg me uit waarom een brede eerste graad beter/slechter is voor leerlingen volgens u. Dit is het moment waarop het moet gebeuren. Dus even geen westerns meer in de politiek, geen strijd tussen goed en slecht. Heren en dames, politici u heeft nog een kleine maand de tijd.
Foto affiche van de film The Good, the Bad and the Ugly, een film uit 1966 van Sergio Leone
Personen |
---|
Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.
Broeder René Stockman spreekt open over de toekomst van de kerk, het synodaal proces en misbruik.
Broeder René Stockman spreekt open over de toekomst van de kerk, het synodaal proces en misbruik.