‘Pablito’: het verleden in het heden
De toegangspoort van Escobars Hacienda Napoles
foto © Reporters / DPA
Escobar plaatst Colombia ook jaren na zijn dood nog voor dilemma’s. Hoe je omgaat met het verleden zegt meer over het heden.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementVan drugsvilla tot pretpark
Hacienda Napoles, de villa van Pablo Escobar, bevindt zich op ongeveer drie uur rijden van Medellín. Ik had die altijd al eens willen bezoeken, en kreeg de gelegenheid daartoe vorige maand. Helaas, van de villa blijft niet veel over. Het domein is vandaag een pretpark, een parque temático, met een dierentuin en tropische zwembaden.
Enkel een klein museum herinnert nog aan Escobar. Voor het overige wil de overheid de herinnering aan de drugsbaron zoveel mogelijk uitwissen. De gidsen in het park mogen de naam van Escobar niet meer uitspreken. Ze moeten het hebben over de ‘voormalige eigenaar’. Maar als je met hen aan de praat raakt hebben ze het al snel over ‘Pablo’ en nemen ze zelfs het koosnaampje ‘Pablito’ in de mond.
Het is wel degelijk ‘Pablito’ die het park heeft aangelegd. Op het einde van de jaren zeventig investeerde hij hier een deel van zijn toen al fabelachtige fortuin. Hij liet grote meren aanleggen en haalde allerlei exotische dieren naar het domein. Hij wilde zijn gasten overbluffen met excentrieke attracties, zoals een verzameling oude stoommachines en een arena voor stierengevechten. Om zijn zoontje te plezieren plaatste hij een aantal gigantische dinosaurussen. En als de leden van Colombiaanse jetset zich kwamen vergapen aan Escobar’s rijkdom, dan legde hij die te slapen in een ‘authentiek’ Grieks dorp.
Verkrampte omgang met het verleden
Vandaag teert men nog op die realisaties van Escobar. Je kunt nog altijd logeren in het Griekse dorp. De stierenarena is omgetoverd tot een Afrikaans museum. De dinosaurusbeelden zijn gerestaureerd. En de dierentuin wordt bevolkt met de afstammelingen van de dieren die de drugsbaron illegaal uit Afrika heeft laten overvliegen. Maar het museum probeert dat te verdoezelen. De dieren in het park zijn nieuw, zo kun je lezen. Ze hebben niets meer te maken met de beesten van Escobar. Alleen wordt dat door de opzichters met klem ontkend.
Alles ademt hier een verkrampte, haast paranoïde omgang met het verleden. Die lijkt nog toegenomen na het aantreden vorig jaar van de nieuwe conservatieve president Ivan Duque. Zo heeft de Colombiaanse overheid recent de strijd opgevoerd tegen de zogenaamde narcotours in Medellín. Dat zijn dure rondritten langs allerlei Escobar-gerelateerde plaatsen in de stad. Eén van die bezienswaardigheden, een privé-museum over Escobar, werd in september vorig jaar gesloten. En het Monaco-gebouw, ooit het hoofdkwartier van de drugsbaron, wordt eerstdaags gesloopt. Enkel het druk bezochte graf van Escobar, in de deelgemeente Sabaneta, laat men voorlopig onaangeroerd.
Maar hoe ironisch is dat niet? Terwijl de Colombiaanse overheid zich zo druk maakt om het Escobar-toerisme, boomt de cocaïne-trafiek in het land als nooit tevoren. Wat vandaag vanuit Colombia wordt geëxporteerd aan cocaïne is een veelvoud van de export in de tijd van Escobar. Uit vorig jaar gepubliceerde cijfers van de Verenigde Naties blijkt dat de cocateelt in Colombia een historisch record heeft bereikt. Colombia staat met stip op één als belangrijkste cocaïne-producent ter wereld. Zoals ik hier eerder al schreef zijn de drugshandelaars tegenwoordig georganiseerd in micro-kartels, die in de luwte opereren en vooral de lokale politici omkopen.
Frustratie over eigen onmacht?
Maar in plaats van de narco-trafikanten viseert de Colombiaanse overheid nu de narco-toeristen. Het lijkt wel uit frustratie over de eigen onmacht dat men zich nu keert tegen de uiterlijke symbolen van de drugshandel.
Zo bijvoorbeeld de iconische toegangspoort tot Hacienda Napoles, die ook te zien is in de begingeneriek van de Netflix-serie Narcos. Die werd afgebroken uitgerekend de week vóór ons bezoek.
Dat is pech. Maar waar zou die poort precies gestaan hebben? De amateur-archeoloog komt boven in mij. En ja hoor, na wat zoeken vinden we de plaats. Aan het omgewoelde grind kun je zien dat hier recent is gewerkt. Bij nader toezien liggen er tussen het grind zelfs brokstukken van de poort. Op sommige ervan kun je nog het karakteristieke blauw-witte patroon herkennen. Mijn vrouw en ik besluiten zo een brokstuk mee te nemen. Het risico dat we op de luchthaven worden betrapt op het ontvreemden van nationaal patrimonium nemen we er maar bij. Maar dat gebeurt niet. Bijgevolg kunnen we ons vandaag de gelukkige eigenaars noemen van een stuk van Pablo Escobar’s villa.
Bart Maddens (1963) is germanist en politieke wetenschapper. Als student was hij actief in het KVHV van Leuven en in de Volksunie-Jongeren. In de jaren 1990 was hij lid en bestuurder van het IJzerbedevaartcomité. Vandaag publiceert hij regelmatig opiniestukken over de Vlaamse Beweging en de staatshervorming. Hij is auteur van onder meer 'Omfloerst separatisme. Van de vijf resoluties tot de Maddens-strategie'.
De Union des Francophones (UF) bestaat nog. En haar zetel bevindt zich in het MR-hoofdkwartier.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.