(PDW) gvd, Muskatnuss nog aan toe!
‘Krijg weer zin een paar koortsige ego’s tot aan de oorlellen in de zeik te zetten’, waarschuwde Patrick De Witte enkele dagen terug nog veelbelovend aan zijn ruim 10 000 volgers op Twitter. Het is er helaas niet meer van gekomen. Of zoals een Twitteraar het verwoordde: ‘Wij maakten geregeld stevig ruzie en deden dat allebei graag. Ik zal hem missen.’ Een portret van (pdw) ofte Patrick De Witte (54).
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet is dus nog maar zeer de vraag of de man die de tweespalt en het sardonisch treiteren zo genegen was, genoegen zou hebben genomen met de unisone, eenzijdige hommage die hem overspoelde bij zijn bruuske afscheid. (Pdw) zou elke vorm van dreigende klefheid in de kiem hebben gesmoord met een verstorende verbale opstoot. ‘Geen bullshit’ was niet voor niets zijn motto.
(Pdw) vertroetelde immers niet alleen zijn eigen nomenklatoera, maar koesterde net zozeer zijn uitdagers en tegenstrevers. Ook die had hij immers broodnodig om zijn rebelse merkimago snedig, geloofwaardig en actueel te houden. Vanuit die positie bespeelde de dompteur – veelal tot eigen vermaak – zowel zijn epigonen als zijn tegenspelers.
Marcel Vanthilt betitelde hem als ‘één van de laatste echt vrije denkers in de Vlaamse journalistiek’. En bij zo’n etiket is Johan Anthierens nooit ver weg. Echter veel meer dan een vrijdenker à la Anthierens was (pdw) een vrijwillige gevangene van een zichzelf aangemeten stereotype dat hij aan zijn achterban verschuldigd was.
Wellicht was het ook de eenvoudigste en misschien zelfs een noodzakelijke air om door de artistieke en mediatieke scène in Vlaanderen in de armen te worden gesloten. In die zin was (pdw) veeleer voorspelbaar dan controversieel. Minder rebel dan establishmentfiguur. Meer amusement dan maatschappelijk engagement.
Daardoor liet hij trouwens veel kansen liggen om het politieke en institutionele gezag kamerbreed bij het nekvel te pakken en maakte hij het voor zichzelf vaak net iets te comfortabel om intellectueel uitdagend en geloofwaardig te zijn. Fijnbesnaarde retoriek en diversieit in de keuze van zijn offerdieren waren immers niet aan hem besteed.
Naarmate zijn verbale lenigheid steeds feller een politiek wapen werd in de strijd tegen Bart De Wever en zijn banierzwaaiende ‘rechtse rukkers’, bleef het hilarisch genot van zijn columns steeds vaker haperen achter een wrang en voorspelbaar fulmineerregister. Als zijn colums al een diepere bedoeling hadden, dan reikte het effect nooit veel verder dan de ‘rechtse’ rommelende of ‘linkse’ bulderende onderbuiken van Vlaanderen.
Veel overtuigender dan in zijn politiek getinte columns, kwamen de verbale oprispingen van de sterkhouder der veelgetergde ‘linkse rakkers’ tot hun recht in de figuur van Renaat Vekemans, de zelfbenoemde taalgrenswatcher of in Wodan en Wodan, het communicatieadviesbureau ‘met een hart voor de Vlaamse zaak’. (Pdw) bestreek een verbaal breedspectrum dat varieerde van onbehouwen schofterig tot spitsvondig.
Vooral op die plekken was hij de meester van de originele uitvergrotingen, de kluchtige metaforen en kolerieke hyperbolen. Door de bril van (pdw) veranderde de ‘Belgian Management and Marketing Association’ in de ‘Evil Fucking Bastards Circle’, Bart De Wever in de ‘Hoofdman van Stavast’ of ‘Zijne Spectaculair Vermagerdheid, ‘Karel Van Eetvelt’ in de ‘Bony King der Entrepreneurs’ en Wouter Vandenhaute in de ‘Da Vinci Van Het Familiaal Vertier’.
Het was zijn manier om te hengelen naar aandacht. Als veelgevraagde mediafiguur kon hij zichtbaar genieten van de erkenning in de selecte club van Bekende Vlamingen, maar zijn maatschappijkritisch gefulmineer was te eenzijdig, te karikaturaal en te kortzichtig om een rol van betekenis te spelen in het politieke debat. Het zou trouwens niet ernstig zijn om (pdw) op dat vlak ernstig te nemen.
Tegelijkertijd verborg het comfort van zijn ruige merkomhulsel ook de kwetsbaarheid en fijngevoeligheid van (pdw). De wijze waarop hij als hoofdredacteur van P-Magazine Erwin Vanmol terug oppikte nadat Knack de cartoonist brutaal afdankte, typeert ongetwijfeld Patrick privé.
‘Hij kon het heel goed spelen’ verzekerde Jo Van Damme in Terzake. We geloven hem onvoorwaardelijk. Vele voor- en tegenstanders zullen vooral dat spel missen: van het plezieren van zijn eigen achterban tot en met de Muskatnuss-replieken (een verwijzing naar de Hitlerparodie van Louis De Funès in Le Grand Restaurant) waarmee (pdw) ‘rechtse rukkers’ op Twitter op hun wenken bediende.
Tags |
---|
Frank Thevissen (1962) is doctor in de communicatiewetenschappen en was tot 2008 als hoofddocent strategische communicatie verbonden aan de VUB. Hij is de ontwikkelaar van De Stemmenkampioen en publiceerde o.a. 'Media en journalistiek in Vlaanderen: kritisch doorgelicht', 'De vierde onmacht: journalisten, politici en critici over media en journalistiek' en 'Het is maar een peiling'.
Frank Thevissen duikt in een driedelige reeks achter de schermen van de constructieve journalistiek. Vandaag de derde aflevering (slot).
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.