JavaScript is required for this website to work.
post

Eindejaarspeilingen: what’s up?

Herman Matthijs25/12/2018Leestijd 4 minuten
De peiling van De Standaard

De peiling van De Standaard

foto © De Standaard

Drie peilingen in december tonen een stabiele N-VA rond 30%, bij de achtervolgende vijf partijen is geen definitieve rangorde te bepalen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Deze maand is de Vlaamse bevolking vergast op liefst drie peilingen. Uiteraard is er het een en het ander gebeurd: regeringscrisis, minderheidsregering, ontslag, lopende zaken , voorlopige kredieten enz. De eerste twee peilingen waren de traditionele en de derde is de bijkomende maar ook de enige die de volledige politieke crisis heeft gemeten.

De drie peilingen

Begin december was er de peiling van Het Laatste Nieuws / VTM, begin van de week VRT / De Standaard ) en op 21 december de bijkomende peiling (Het Nieuwsblad). Deze laatste staat in de eerste kolom, gevolg door die van De Standaard en de laatste kolom bevat de cijfers van de peiling van Het Laatste Nieuws. Wat zijn de resultaten?

HNBDSHLN
N-VA30,2%28,3%28%
CD&V15,7%18,7%14,6%
Groen13,8%16%12,2%
VL. BEL.12%7,6%11,7%
openVLD11,6%17,5%13,4%
SP.a 9,7%9,2%12,3%
Pv/dA 5,5%2,5%6,2%

 

Een analyse

De N-VA is de enige partij , die in alle drie peilingen relatief gelijk wordt gemeten. De vork ligt tussen 28 en 30,2%. Daaruit moet men besluiten dat deze partij de grootste blijft en tussen het niveau van de verkiezingen van 2010 en 2014 hangt. Met een verschil van 2,2% peilt de N-VA ook stabiel. Van belang is wel de afstand met de nummer twee: CD&V. Die varieert van 9,6% (VRT/DS) over13,4% (HLN) tot liefst 14,5% (HNB)! Dat verschil is heel belangrijk in het kader van ons kiesstelsel D’Hondt en in het bijzonder voor de zetelverdeling.

De CD&V blijft in alle drie peilingen de nummer twee in Vlaanderen. Deze partij zit in een vork van 14,6% tot en met 18,7% of wordt op een maand tijd gepeild met een verschil van 4,1%! Dat laatste is wel erg veel. Trouwens met het laagste resultaat (14,6%-HLN) wordt de partij voorbij gestoken door Groen met zijn beste resultaat ( 16%- DS ). De christendemocraten worden niet stabiel gepeild.

De liberalen staan in twee peilingen (DS en HLN) als derde in de partijen hitlijst. In de meest recente peiling zakt OpenVLD naar een vijfde plaats. Het verschil tussen 17,5% (DS) en 11,6% (HNB) is liefst 5,9% of erg veel. In de meest recente peiling krijgt deze partij de meeste klappen en dat moet gerelateerd worden met het ‘Marrakesh’ verhaal. Ook de liberalen worden niet stabiel gepeild.

Groen komen in deze drie peilingen telkens uit op een andere plaats: 3de (HNB), 4de (DS) en 5de (HLN). Tussen het beste resultaat in percentages ligt 3,8% (16%-DS vs. 12,2%-HLN). Ook hier wordt er niet stabiel gepeild. Een andere bedenking is dat de groenen het verleden tegen hebben en meer bepaald het feit dat deze partij altijd te hoog wordt gepeild. Opvallend is ook dat de groenen niet winnen aan de ‘Marrakesh’ kwestie.

Het Vlaams Belang wordt gepeild tussen 12% (HNB) en 7,6% (DS) of een verschil van 4,4%. In de laatste peiling eindigt deze partij als vierde partij , 5de (HLN) en 6de (DS). Ook hier is er geen stabiele peiling. In de ‘HNB’ peiling valt het wel op dat het Vlaams Belang en de N-VA geen communicerende vaten zijn. Inderdaad beiden gaan erop vooruit.

De socialisten staan deze maand in een vork van 9,2% tot en met 12,3% of een verschil in meting van 3,1%. De sp.a wordt tweemaal onder de psychologische drempel van 10 procent gepeild en dat is toch wel een alarmerend gegeven voor deze traditionele partij. Met haar beste resultaat (HLN) komt ze uit op een vierde plaats, maar in de twee andere peilingen is het een vijfde en een zesde plaats.

De gevangen vork

In al deze peilingen valt het op dat de tweede tot en met de zesde plaats worden bemand door partijen, die kort op elkander worden gepeild. Inderdaad, het verschil tussen 2de en de 6de bedraagt maar 2,9% (HLN), 6% (HNB) en 11,1% (DS). Uiteraard heeft dit alles te maken met de onstabiele peilingen voor al deze partijen in deze groep. Als men het beste resultaat per partij in elke peiling neemt dan geeft dit de volgende lijst:

– CD&V: 18,7% (DS)
– OpenVLD: 17,5% (DS)
– Groen: 16% (DS)
– CD&V: 15,7% (HNB)
– Vlaams Belang: 12% (HNB)
– sp.a: 12,3% (HLN)

Deze vijf partijen komen maar viermaal uit boven de 15%, wat erg weinig is in vergelijking met de score van de N-VA. Dan nog wordt dat enkel gehaald door CD&V, OpenVLD en Groen. Opvallend is ook dat deze drie partijen hun betere score enkel halen in maar één peiling (DS).

Als het gemiddelde wordt berekend van de drie peilingen dan geeft dat het volgende resultaat voor de vijf partijen:

– CD&V: 16,3%
– OpenVLD: 14,16%
– Groen: 14%
– Vlaams Belang: 10,43%
– sp.a: 10,4%

Hieruit zou men kunnen besluiten dat CD&V de tweede partij blijft in Vlaanderen, maar het verschil met de liberalen en de groenen is te klein om daar een zekerheid op te kleven. Tussen de liberalen en de groenen is er ook nog een open strijd voor de derde plaats. De vijfde plaats is momenteel minimaal in handen van het Vlaams Belang versus de socialisten. Deze gemiddelde berekening leert ook dat het verschil tussen nr. 2 en nr.6 maar 5,9% bedraagt.

De kiesdrempel

De PVDA varieert van 6,2% (HLN) tot 2,5% (DS). In twee gevallen gaat de communistische partij boven de kiesdrempel. Op basis van deze resultaten en ook de provinciale verkiezingen van 14 oktober jongstleden moet er vanuit gegaan worden dat deze partij de kiesdrempel haalt in de kieskring Antwerpen. Dat levert dan zeker zetels op voor het federale én het Vlaamse Parlement.

Conclusie

De decemberpeilingen tonen aan dat enkel de N-VA stabiel wordt gepeild en dat tegen de 30%. De achtervolgende groep bestaat uit vijf partijen, waaruit momenteel geen definitieve rangorde is te bepalen. De verschillen in deze groep zijn te klein. Ook blijft het verschil tussen de N-VA en de nummer twee groot, wat belangrijk is voor de zetelverdeling.

Deze peilingen wijken opvallend veel af van de verkiezingsuitslag van 14 oktober jongstleden. Een cruciale vraag blijft waarom er zo een verschillen bestaan tussen deze drie peilingen, in casu tussen nummer twee en de nummer zeven. Uiteraard zullen de thema’s van 26 mei aanstaande cruciaal zijn voor het kiesgedrag. Zekerheden hiervan zijn al: de migratiecrisis, de veiligheid, de welvaart enz. Maar zoals het hoort in een parlementaire democratie, beslissen alleen de kiezers. Deze laatsten hebben altijd gelijk en dus ook op 26 mei 2019!

Herman Matthijs doceert publieke en openbare financiën aan de UGent en de VUB. Hij volgt o.m. overheidsadministratie en -begrotingen op, maar evenzeer de politiek van de VS.

Commentaren en reacties