Philippe, Filip, Filips, Flupke … de koninklijke handtekening
Er werd de laatste dagen veel mist de mediawereld ingestuurd over de handtekening van de koning. Hoe zit het eigenlijk met die koninklijke handtekening? Wat is de juiste naam van onze vorst? Kan hij kiezen voor een artiestennaam? Gebeurt de ondertekening nog met een ganzenveer? Kan het ook electronisch of is dit echt te modern?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementVanuit de omgeving van de toekomstige koning werd vorige week het bericht de wereld ingestuurd dat hij wetten en besluiten zal ondertekenen met ‘Philippe’. In het Frans dus. De argumentatie is eenvoudig en zeker niet communautair geladen. Op de geboorteakte van de toekomstige koning staat ‘Philippe’ en niet ‘Filip’. In een reportage uitgezonden op VRT over de doop van de toekomstige koning, is dan weer te horen dat hij gedoopt werd als ‘Filips’.
Albert II werd alvast niet geconfronteerd met dit probleem. ‘Nen Albert is nen Albert’, zowel in het Nederlands als in het Frans. Boudewijn stond wel voor de verscheurende keuze: ‘Boudewijn’ of ‘Baudouin’. De koning-priester vond echter een pragmatische oplossing. Hij tekende met een leesbare ‘B’, gevolgd door wat kattenkrabbels waarin men alleen een letter ‘d’ kan ontwaren. Zijn handtekening kon men lezen als ‘Boudewijn’, maar ook als ‘Baudouin’. Goed gevonden.
Deze truc kan de toekomstige vorst niet gebruiken, want zelfs de eerste letter van zijn naam is anders in het Frans dan in het Nederlands. En … een ‘P’ schrijven die op een ‘F’ lijkt, dat zou getuigen van een uitzonderlijk kalligrafisch talent dat (nog) niet vermeld staat in de recente hagiografie over de kroonprins uitgegeven door het paleis.
Waartoe dient een handtekening?
In het recht heeft een handtekening meerdere functies. Zo is er een identificatiefunctie, wat wil zeggen dat de handtekening moet toelaten om een persoon te identificeren. Daarnaast zorgt een handtekening voor toe-eigening, wat betekent dat de ondertekenaar akkoord gaat met de inhoud van de akte die hij ondertekent. Stel nu dat Robert Stevaert altijd tekent als Steve Stevaert, dan worden beide functies vervuld. Er bestaat geen regel die oplegt dat men verplicht moet handtekenen met de naam die vermeld staat op de geboorteakte. ‘Robert’ kan dus gerust tekenen als ‘Steve’. Hetzelfde geldt voor de toekomstige koning. Wanneer hij tekent als ‘Filip’, dan wel als ‘Philippe’, wordt in beide gevallen voldaan aan de identificatiefunctie.
Philippe schiet zijn eerste bok
De keuze om te tekenen als ‘Philippe’, en niet als ‘Filip’, is dus wel degelijk een keuze. De toekomstige koning had ook kunnen beslissen om alternerend te tekenen in één van beide talen. Of zelfs om dubbel te tekenen, dus telkenmale zowel als ‘Filip’ en als ‘Philippe’.
Deze keuze is echter niet taalneutraal en heeft dan ook – of men het nu wil of niet – een communautair tintje. Men kan gerust stellen dat koning Philippe hier zijn eerste bok heeft geschoten. En zeggen dat het jachtseizoen nog niet eens is geopend.
De regering Di Rupo als redder in nood
De paars-oranje regering Di Rupo zag de bui al hangen. Vandaar dat heel snel werd gecommuniceerd dat de toekomstige koning in beide talen zal kunnen tekenen.
Een beetje gezond verstand leert echter dat de regering niet kan beslissen hoe de koning zal tekenen. Een handtekening is net een persoonlijke keuze van de ondertekenaar. Een handtekening kiest men, geen enkele overheid kan dit opleggen. En toch, medialand trapt gewillig in de val. Overal is te horen en te lezen dat regering en parlement hebben beslist dat de toekomstige koning in beide talen zal ondertekenen.
Wat heeft de regering dan wel beslist? Eigenlijk iets heel eenvoudig dat telkenmale gebeurt bij een troonwissel. Er bestaat een formule om de wet te bekrachtigen en af te kondigen. Sedert de gelijkheidswet van 1898 gebeurt dit in het Frans en het Nederlands. Deze formule staat op heden in de wet van 31 mei 1961 betreffende het gebruik der talen in wetgevingszaken. In die wet wordt in de formule de naam ‘Albert II‘ gewoon vervangen in het Frans door ‘Philippe‘ en in het Nederlands door ‘Filip’.
Hoewel de regering dit graag aankondigt als een wereldschokkende beslissing – de grootste ooit betreffende de koninklijke handtekening – is er niets nieuws onder de zon. In de tijd van Boudewijn stond er in de Nederlandstalige formule ‘Boudewijn‘ en in de Franstalige ‘Baudouin’.
De formule is dan wel tweetalig, maar op zich heeft dit niets te maken met de beslissing van de toekomstige vorst om als ‘Philippe’ te tekenen. Het is de koning en alleen de koning die beslist of hij als ‘Filip’, dan wel als ‘Philippe’ tekent.
De elektronische handtekening: het voorstel Francken
Bij de bespreking van de wijziging van de hoger vermelde wet van 31 mei 1961 heeft Theo Francken (N-VA) een amendementingediend dat het de koning moet mogelijk maken om ook elektronisch te tekenen. Dat zou alvast een stap richting modern bestuur zijn.
Francken merkt terecht op dat de elektronische handtekening in België bestaat sedert 2000. Toen werd ze ingeschreven in artikel 1322, lid 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Het gaat echter over meer dan modernisering. Het gaat ook over het besparen van kosten. Je kan het zo gek niet bedenken, maar in tijden van moderne communicatie is het in België nog steeds zou dat de wetten en besluiten naar de koning worden gebracht. Wanneer de koning in het buitenland is, dan worden de te ondertekenen wetten en besluiten per vliegtuig naar de koning gevlogen. Dit is blijkbaar één van de taken van het ministerie van defensie. Aangezien Albert II regelmatig op vakantie was, betekent dit dat bijvoorbeeld in 2012 wetten en besluiten ‘per luchtpost’ werden besteld in Frankrijk, Italië en Kroatië. Hier hangt natuurlijk een prijskaartje aan. Uit een parlementaire vraag van dezelfde Theo Francken aan Elio di Rupo (PS) blijkt dat de kostprijs in 2012 zelfs opliep tot minstens 60 000 euro.
Niet gauw, gauw wijzigen
Het nochtans logische voorstel van Franken wordt niet aanvaard. Je kan dit niet ‘gauw gauw’ doen argumenteert minister Turtelboom (Open Vld). Het moet juridisch ook sluitend zijn, stelt dezelfde excellentie.
En ook hier zijn er zij die doen en zij die aan de kant staan. De regering staat opnieuw aan de kant. Want sluitend is het voorstel van Francken ongetwijfeld. Hij neemt namelijk letterlijk de bewoordingen over die in 2000 door hetzelfde parlement werden ingeschreven in het Burgerlijk Wetboek. Maar wanneer het over de koning gaat, dan is wat sluitend was in 2000, plots niet sluitend in 2013.
Het Belgische kolder-parlement op zijn best. Een voorstel van een lid van de oppositie dient weggestemd, zelfs al houdt het een verbetering in. Wedden dat de regering binnen enkele maanden zal beslissen dat de koning de wetten ook elektronisch mag ondertekenen om nadien aan te kondigen dat deze ‘heel, heel belangrijke beslissing voor ons land’ de ‘grootste modernisering ooit is van de koninklijke administratie’?
Bekrachtigen en afkondigen van wetten
De koninklijke handtekening onder de wetten dient in België ter bekrachtiging en afkondiging van de wetten. Bekrachtiging is een handeling die de koning stelt als lid van de wetgevende macht en waarbij hij zijn akkoord betuigt met een wet goedgekeurd door het parlement. Inderdaad, in België wordt de wetgevende macht gezamenlijk uitgeoefend door een verkozen parlement en een door erfopvolging aangeduid staatshoofd. Eens de wet goedgekeurd in het parlement moet ook de koning dus nog eens zijn akkoord geven. De afkondiging is dan weer een handeling gesteld door de koning als hoofd van de uitvoerende macht. Hij verklaart hiermee de wet uitvoerbaar en bevestigt de authenticiteit ervan.
Een koning die in de 21ste eeuw nog de bevoegdheid heeft om te weigeren een wet die werd goedgekeurd door het parlement te ondertekenen, dat is om problemen vragen. Neen hoor, argumenteert Bruno Tobback (Sp.a), want Albert II heeft de wetten altijd ondertekend. Tja, van kortzichtigheid gesproken. In 1990 weigerde Boudewijn om de abortuswet te ondertekenen. Niemand had de weigering zien aankomen, ook niet toenmalig minister van binnenlandse zaken Louis Tobback (Sp.a). Nochtans ziet deze laatste Tobback altijd alles van heel heel ver aankomen. Die ene keer echter niet. Zo ook zal het sprookje van zoon Bruno blijven duren tot de dag dat er nog eens een koning weigert. Maar ja, in België lost men alleen problemen op wanneer ze zich stellen. Problemen voorkomen, daar gaan we ons toch niet mee inlaten?
En waarom niet: de postkoets en de ganzenveer?
Zou het niet zo zijn dat in een moderne democratie een koning beter niet wordt belast met het ondertekenen van wetten? En toch zullen er weer mensen zijn die antwoorden: ‘inderdaad, overal maar niet in België’.
Overal, maar niet in België? Laten we dan consequent zijn en kiezen voor een ancien régime-modelstaat, waar de wetten in een gouden postkoets getrokken door vier hagelwitte lipizzaner paarden naar het koninklijk vakantieverblijf worden gereden, alwaar de koning de wetten ondertekent met een koninklijke ganzenveer en een potje Chinese inkt. Zo zal ons land alvast een toeristische attractie rijker zijn.
<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Hendrik Vuye is doctor in de rechten, master in de criminologie en master in de filosofie. Hij is gewoon hoogleraar Staatsrecht en Mensenrechten aan Universiteit Namen
Wat wordt er veel gesproken in Vlaanderen over politieke vernieuwing. Alleen blijkt spreken zilver en niets doen goud.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.