Pleidooi voor de pedagogische tik
foto © Reporters
Een verantwoorde pedagogische tik helpt tegen kinderverwaarlozing.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementKinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen pleit voor het verbieden van de pedagogische tik. Maar als hij dat wil verantwoorden, geeft hij plots toe dat een tik in sommige omstandigheden toch gerechtvaardigd kan zijn. Hij geeft dus geen argumenten tegen de vele ouders die hun kinderen af en toe een pedagogische tik geven. Met zo’n tik willen verantwoordelijke ouders snel en duidelijk communiceren naar het kind. Als die communicatie goed lukt, herhaalt de situatie zich niet meer, en moeten ze niet snel weer een tik geven. De bedoeling is dus dat een pedagogische tik een zeer spaarzame tik is– precies waar Vanobbergen uiteindelijk wel achter staat. Waarom toch deze verwarring?
De onpedagogische tik
Je hebt uiteraard de echt agressieve ouders die hun kinderen voortdurend meppen, maar daar hangt helemaal geen pedagogische verantwoording aan. Het gaat hier dan ook om flagrant onpedagogische tikken, en dat is duidelijke kindermishandeling. Het verschil tussen een pedagogische tik en dit soort van agressie, is als het verschil tussen iemand die af en toe één glaasje drinkt en een voortdurende dronkaard. Nochtans wordt die flagrante fout aan de lopende band gemaakt door pedagogen.
Maar ook veel ouders zijn tegen de pedagogische tik. Je hoort wel eens dat net zij dan toch dat ze af en toe toch hun toevlucht nemen tot een ferme klets, en er zich achteraf over schamen. Het gaat hier om ouders die vaak tegen elke vorm van autoriteit zijn. Hun kinderen zijn dan ook geen doetjes, en stellen voortdurend het geduld van de ouders op de proef. Je moet maar ogen in je hoofd hebben om dit fenomeen met de regelmaat van de klok waar te nemen. Soms geven zulke ouders, louter uit frustratie, veel meer ‘tikken’ dan pedagogisch tikkende ouders. En net deze onpedagogische tik, uit pure frustratie dus, geeft twee tegengestelde signalen: de ouder geeft de tik en de ouder zegt dat tikken slecht zijn. Het kind leert zo dat wat volwassenen zeggen fundamenteel verschilt van wat ze doen.
Ik nodig de lezer hierbij uit in zijn eigen hart te kijken, naar zijn of haar jeugdige ervaringen – of die van kennissen. Voor zover je ze hebt gehad, zijn de gebeurlijke pedagogische tikken, waarbij je zelf duidelijk besefte dat je dit verdiende, werkelijk zulke verschrikkelijke ervaringen geweest? Ter contrast hiermee, ben je zelf ooit slachtoffer geweest van regelmatige onpedagogische tikken? Of ben je ooit het slachtoffer geweest van zeer psychologische mishandeling, waar zelfs geen tik mee aan de pas kwam? Denk je echt dat de eerste pedagogische tik vergelijkbaar is met die twee andere, duidelijke vormen van mishandeling? De vraag stellen is ze beantwoorden, denk ik.
De emo-pedagogen
Maar pedagogen en kinderrechtencommissarissen spuiten liever mist dan dat ze verduidelijken. Zo lees ik in dit verband op de site van de vrt: kinderrechtencommissaris Vanobbergen ‘gebruikt de term van “pedagogische tik” liever niet meer, omdat het intussen naar eigen zeggen “zo’n besmet woord” is’. Toch beweert hij even verder, ‘Stel: je wandelt met je driejarig kind op straat en dat wil op een bepaald moment de straat oversteken. Je trekt het als ouder naar je toe, je schrikt en geeft het een tik op het achterwerk. Dáárover gaat het natuurlijk niet.’ Ja maar, wat is het nu, mijnheer de commissaris? Zo blaast u toch zeer verwarrend koud en warm tegelijk? Die tik op het achterwerk, waar u zelf ook achter staat, dat is toch simpelweg de pedagogische tik die u net daarvoor wilde bestrijden? En het regelmatige geweld waar andere kinderen mee geconfronteerd worden, dat is toch uiteraard een onpedagogische tik? Waarom gebruikt u dan net het woord ‘pedagogische tik’ liever niet meer?
Uiteindelijk probeert Vanobbergen nog wel een genuanceerd verhaal te brengen, maar hij faalt omdat hij de emo-pedagogenniet voor het hoofd wil stoten. Die emo-pedagogen, dat zijn Gutmenschendie het belangrijker vinden dat ze goed overkomen bij hun achterban, dan dat ze reële samenlevingsproblemen oplossen. Je ziet dat ook goed in de teneur van de artikels die de media over Vanobbergen maken: de nuance (die hij geeft) en de duidelijkheid (die hij niet geeft) is al snel zoek met maar één besluit dat boven blijft drijven: ‘weg met de pedagogische tik’.
Misschien zijn er zeer communicatieve ouders die hun kinderen goed kunnen opvoeden zonder tik. Dat acht ik zeker mogelijk, maar veel eenvoudige mensen en ook sommige verstrooide professoren zijn daar niet zo goed in. Door een pedagogische tik af te raden maak je hen vaak onmachtig om hun opvoeding ter harte te nemen, met als gevolg dat ze hun kinderen – ook zonder tik – net wel verwaarlozen. De pedagogen bereiken zo net het omgekeerde dan wat ze wilden.
Pedagogische tik contra kinderverwaarlozing
Laten we daarom duidelijk zijn. Zinloos geweld tegen kinderen is uiteraard een eerste type van kinderverwaarlozing, dat zijn echter geen pedagogische tikken. Ouders die hun kinderen daarentegen als een koning, die alles mag, opvoeden, doen aan een tweede type van kinderverwaarlozing. In beide gevallen is er geen sprake van een pedagogische tik. Een pedagogische tik past namelijk enkel in een derde stijl van opvoeding: ouders die hun kinderen in een warm nest maar met duidelijke regels belangrijke basisvaardigheden aanleren. En daar zullen ze heel hun leven lang de vruchten van plukken. Tegelijk duwen deze kinderen hun ouders niet voortdurend op de rand van een zenuwinzinking. Met een pleidooi voor de pedagogische tik maak je dus een pleidooi tegen twee zeer verschillende vormen van kinderverwaarlozing.
Het is een publiek geheim dat mainstreampedagogen een groot probleem hebben met een op verantwoordelijkheid gerichte opvoeding. Vandaar ook hun dikdoenerij rond die pedagogische tik. Als die is afgeschaft, vinden ze wel iets anders, zoals bijvoorbeeld de pedagogische stemverheffing (luid spreken dus). Ze willen niet eens begrijpen dat een voorstander van de opvoedkundige tik daar niet eens noodzakelijk ooit gebruik van moet maken: de tik dient enkel voor noodgevallen.
Rob Lemeire (1973) is getrouwd en heeft twee dochters. Hij is de auteur van het boek ’12 regels voor opvoeden met autoriteit’. Hij is ingenieur en schrijft over opvoeding, cultuur, klimaat, voeding en het sociale weefsel.
Supermarkten schreeuwen het uit hoe goedkoop en lekker hun producten zijn. Tegelijk verdwijnen aanspreekbare slagers, bakkers en boeren razendsnel. En stijgen de gezondheidskosten.
‘Het bloed dat vloeit kleeft aan de handen van Hamas’, zegt de Israëlische ambassadeur in België. Maar hoe moet het verder? Een gesprek.