JavaScript is required for this website to work.
post

Politieke opvoeding in de klas? Neen bedankt

Pleidooi voor politiek neutraal onderwijs

Joren Vermeersch13/4/2019Leestijd 5 minuten

foto © Abimo

Joren Vermeersch vindt dat actualiteit en politiek wel aan bod mogen komen in de klas, maar dan op een politiek evenwichtige manier.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De Nederlandse media vielen onlangs over elkaar heen van verontwaardiging, nadat de partij Forum voor Democratie (FvD) bekend maakte een ‘meldpunt linkse indoctrinatie op school’ te zullen opstarten. De Vlaamse media deden gretig mee. Terecht, want het is niet aan een politieke partij om individuele leraren en directies te gaan controleren, laat staan om ze publiek op de vingers te tikken. Klachten verzamelen en onderzoeken is de taak van de overheid. Alleen geeft die op dit punt al vele jaren niet thuis. Politiek gekleurd onderwijs is immers wel degelijk een probleem en dat geldt even goed voor Vlaanderen, als voor Nederland.

‘Maatschappelijk bewust maken’

Toen Vlaamse scholen in klasverband deelnamen aan marsen van ‘Youth for Climate’, doken er op sociale media meteen vergelijkingen op met de Sovjet-Unie. De betrokken directies deden die kritiek af als grotesk, met als argument dat zulke marsen niet politiek zijn, maar louter kaderen in de missie van de school om leerlingen ‘maatschappelijke bewust’ te maken.

Maar waar ligt de grens? Is die niet flinterdun? Onrecht aanklagen doe je toch nooit zonder eisen in je hoofd, die per definitie politiek zijn? En in welke richting mag die verhoogde aandacht voor maatschappelijke thema’s op school zoal gaan? Naar armoede, ongelijkheid, racisme en klimaatopwarming? Of mag het op school ook gaan over, ik zeg maar wat, de hoge immigratie, de oplopende staatsschuld of de lakse strafuitvoering in dit land? Dat zijn thema’s die de jeugd minstens evenveel aanbelangen, of ze nu autochtoon zijn of allochtoon.

U ziet: alleen al de keuze van het thema waarrond op school gewerkt wordt, via externe sprekers, schoolprojecten en manifestaties, is op zich al een politieke keuze. Daarmee geven leraren en directies immers aan welke de maatschappelijke problemen zijn waar de leerlingen volgens hen wakker van horen te liggen, en welke niet of veel minder.

Vrijblijvendheid troef

Nu zou u denken: als die grens zo flinterdun is, moeten daar toch duidelijke regels voor bestaan? ‘Politieke’ propaganda en activiteiten op school zijn inderdaad verboden. De richtlijnen van de Commissie Zorgvuldig Bestuur zijn daarover duidelijk: ‘Een onderwijsinstelling kan binnen haar domein geen mededelingen of activiteiten dulden die rechtstreeks of onrechtstreeks de verspreiding van politieke ideeën meebrengen’.

In de praktijk wordt dat verbod evenwel zodanig uitgehold dat het een lege doos wordt. Etienne Becuwe, lid van de Commissie Zorgvuldig Bestuur, verklaarde daarover aan De Standaard (15/03/19) dat daar eerder ‘partijpolitiek’ mee bedoeld wordt, dus met verwijzing naar een welbepaald politicus of partij.

Een ministeriële rondzendbrief vermeldt nog bijkomende voorwaarden, maar die zijn wederom bijzonder ruim. Schoolmanifestaties dienen een ‘opvoedende meerwaarde’ te hebben, gekoppeld te zijn aan het ‘pedagogische project’ van de school en te kaderen in de ‘vakoverschrijdende eindtermen’. Zo verantwoordde de Sint-Maartenschool in Sint-Niklaas haar verplichte klimaatmars onder het vage begrip ‘burgerzin’. Het is, kortom, vrijblijvendheid troef en dat is niet zonder risico’s.

Politiek op school is overal

Want wie dieper graaft, merkt dat er in Vlaanderen wel vaker rode lijnen overschreden worden, waarbij men op school politieke standpunten aan leerlingen gaat opdringen. Met de regelmaat van de klok waaieren medewerkers van pro-migratie-ngo’s zoals Vluchtelingenwerk Vlaanderen, Orbit vzw, Liga voor de Mensenrechten en 11.11.11. over de Vlaamse scholen uit, om leerlingen in te peperen dat open grenzen een morele plicht zijn en dat asielmigratie niets is om je zorgen over te maken, maar slechts een verrijking.

Dat zijn uitermate politieke stellingnames, zonder expliciete verwijzing naar een welbepaalde politieke partij evenwel, waardoor ze onder de radar blijven van de Commissie Behoorlijk Bestuur. Er zijn voorbeelden zat van zulke subtiele politieke indoctrinatie. Denk aan de manier waarop leerlingen door ngo’s bewust gemaakt worden van de zogenaamde Noord-Zuidproblematiek. Die term op zich is al politiek geladen, want duidt op de marxistische idee dat het Zuiden arm is omdat het Noorden rijk is en omgekeerd, wat in economisch opzicht complete nonsens is.

Er bestaan nochtans richtlijnen. De Vlaamse Onderwijs Raad (VLOR) raadt scholen aan ngo’s enkel toe te laten als ze ‘wetenschappelijk onderbouwde’ en ‘onbevooroordeelde’ meningen geven. In de praktijk stellen we net het tegenovergestelde vast. Bevooroordeelde ngo-lezingen zijn schering en inslag.

Revolutie prediken op de speelplaats

We zitten in de vasten en dan krijgt de ngo Broederlijk Delen vrije baan op katholieke scholen om haar ideologisc links visie op die ‘Noord-Zuidproblematiek’ uit de doeken te doen. Enkele weken terug hebben we daar in Brugge een frappant voorbeeld van gezien. Een katholieke school liet daar haar leerlingen opdraven in een gemediatiseerde protestactie ‘tegen de ongelijke verdeling van welvaart in Guatemala’, die recht uit het ‘Rode Boekje’ van Mao had kunnen komen.

Vier uitverkoren leerlingen werden aangewezen om ‘grootgrondbezittertje’ te spelen. Zij palmden de hele speelplaats in, gelegen in chique fauteuils. De rest van de leerlingen werd ondertussen in een hoekje van de speelplaats gedrumd, achter een touw gespannen door leraren, aldus veroordeeld tot de weinig benijdenswaardige rol van de onderdrukte proletarische massa. Marxistische opvoeding in de praktijk. Er brak net geen revolutie uit op de speelplaats.

Goed bedoeld, maar pedagogisch onverantwoord

Via gastlessen en schoolprojecten gegeven door ngo’s sluipt er dus gevaarlijk veel ‘politieke’ opvoeding in ons onderwijs. En niet alleen daar. Ook in de reguliere lessen worden er soms grenzen overschreden. In de vakken geschiedenis, Nederlands, Frans of Engels wordt er niet alleen les gegeven over Cicero, Vondel, Corneille of Shakespeare, maar evenzeer over Trump, de brexit en de Gillets Jaunes. Ook daarbij durft de persoonlijke opinie van de leraar al eens (te) fel doorschemeren.

Dat gebeurt steeds met de beste bedoelingen en is van alle tijden. Mijn vader denkt nu nog warm terug aan zijn leraren in het College van Oostende die in 1968 vurige pleidooien hielden in de klas voor Leuven Vlaams. De hele school liep toen op straat te betogen, aangespoord door leraren en directie. Dat zijn uiteindelijk de lessen die leerlingen onthouden. Maar hoewel goed bedoeld en prikkelend voor de leerlingen, zijn politiek gekleurde lessen in wezen pedagogisch onverantwoord, of die nu vanuit een linkse of rechtse persoonlijke overtuiging gegeven worden.

Tijd voor een maatschappelijk debat

De publieke verontwaardiging over het meldpunt van Forum voor Democratie mag dan terecht zijn, ze mag ons de ogen niet sluiten voor een bestaand maatschappelijk probleem: op sommige scholen heerst een gebrek aan politieke terughoudendheid, wat nochtans vereist is wil men leerlingen een brede kijk op de wereld gunnen. Het is tijd voor een nuchter en sereen maatschappelijk debat over die kwestie.

Noem mij gerust een conservatieve zak, maar is het bijbrengen van ‘correcte’ maatschappelijke en politieke inzichten werkelijk de kerntaak van ons onderwijs? Is dat in een vrije samenleving niet eerder de taak van de ouders, zolang de leerlingen jong zijn, en uiteindelijk van hen zelf wanneer ze opgroeien? Lenin zei ooit: ‘Geef me vier jaar om de kinderen te onderwijzen, en het zaad dat ik gezaaid heb zal nooit meer worden ontworteld.’

Gaan we echt zo’n macht in handen geven van instellingen zonder enige democratische legitimiteit? Neen. Actualiteit en politiek mogen en moeten aan bod komen in de klas, maar dan op een evenwichtige manier. Enkel door álle politieke invalshoeken op een gelijke manier te belichten kun je van leerlingen burgers maken die zélf leren denken, met nuance en een kritische geest, wat de ultieme betrachting moet zijn van ons onderwijs. Politiek gekleurde lessen staan daar haaks op en hebben daarom geen plaats op school. Noch links, noch rechts. Noch openlijk, noch verdoken.

Joren Vermeersch (1981) is jurist, historicus, auteur en adviseur ideologie voor N-VA. Bijdragen zijn steeds in eigen naam. Hij publiceerde '1349: Hoe de Zwarte Dood Vlaanderen en Europa veranderde', en met Theo Francken 'Continent zonder grens' en 'Migratie in 24 vragen en antwoorden'.

Commentaren en reacties