De pococratie heerst in Straatsburg
Zo ziet de rechtszaal eruit in het EHRM in Straatsburg.
foto © Reporters
De Raad van Europa is een schimmige en weinig bekende organisatie. Maar via het Europees Hof heeft ze heel veel impact op politiek in Europa.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe Raad van Europa (RvE) heeft een nieuwe rechter aangesteld voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg, voor de zetel van San Marino. De keuze toont perfect aan wat het probleem is met de RvE, de pococratie heerst.
Laat ons beginnen bij het begin.
Wat doet de RvE?
De Raad van Europa (RvE) is een ‘intergouvernementele organisatie’, opgericht in 1949, die officieel losstaat van de andere Europese of EU-instellingen, maar er wel mee samenwerkt. Er zijn 47 landen lid van de RvE, waaronder ook Rusland – dat weliswaar sinds twee jaar uit de parlementaire assemblee is geschorst – en andere oud Sovjetrepublieken. En dat is een positief punt aan de RvE, het moet naast de OVSE bijna de enige plaats zijn waar Europese politici de kanalen met Rusland kunnen openhouden. Maar ook Armenië, Azerbeidzjan, Georgië worden Europees genoeg beschouwd om tot de RvE toegelaten te worden. Het is misschien makkelijker te zeggen welke landen geen lid zijn: Vaticaanstad, Wit-Rusland en landen die niet door alle andere landen erkend zijn zoals Kosovo, Tuks-Cyprus, Zuid-Ossetië en Abchazië, Transnistrië. Die laatste zijn afgescheurde republieken die wel eens onderwerp zijn in de debatten in de Raad van Europa.
De RvE is opgericht om ‘de mensenrechten te beschermen, de culturele verscheidenheid te behoeden’ en ‘rassendiscriminatie en onverdraagzaamheid te bestrijden’. De maatstaf voor die nobele doelen is natuurlijk het Europees verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De lidstaten ratificeren dat verdrag en de controle op de naleving wordt overgelaten aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. De rechters van dat Hof worden door de Parlementaire Vergadering (een van de vele onderdelen van de RvE) aangesteld. De Parlementaire vergadering verkiest ook de Secretaris-Generaal en de Mensenrechtencommissaris. De officiële talen van de RvE zijn Engels en Frans, maar ook Duits, Italiaans en Russisch zijn werktalen.
Parlementaire Vergadering
Die Parlementaire vergadering bestaat uit 324 leden uit of aangesteld door de nationale parlementen. Zowel regringspartijen als oppositie moeten daarin vertegenwoordigd zijn. België heeft 7 afgevaardigden in de vergadering en daarnaast de nodige plaatsvervangers. De parlementsleden zijn zowel per land als per fractie georganiseerd en de fracties zijn dezelfde als in het Europees Parlement. Maar ik hoef u niet uit te leggen dat de nationale belangen vaak groter zijn dan de belangen van de (zo al lossere) Europese fractie waartoe leden behoren. De Parlementaire Vergadering komt vijf keer per jaar samen, vier keer per jaar gedurende een week in Straatsburg en een maal per jaar in een van de lidstaten.
Een van de taken van de Parlementaire vergadering is de rechters van het EHRM aanstellen. Rechter in het EHRM is daarmee zowat de hoogste politieke benoeming die mogelijk is in Europa. In het Hof heeft elk land een rechter, die voor een niet hernieuwbare termijn van 9 jaar verkozen wordt. Daarvoor moeten ze een hele procedure doorlopen. Een land moet drie kandidaten voordragen. Daarvan wordt er een verkozen door de Parlementaire Vergadering van de RvE. Die verkiezing komt er nadat één van de drie kandidaten officieel door een kleine commissie van 22 parlementsleden wordt aanbevolen. De commissie van 22 bestaat vandaag uit 8 EPP, 7 SOC, 3 EC, 3 ALDE en 1 UEL. De linkse meerderheid zou bestaan uit 7 SOC, 3 ALDE, 1 UEL en 3 van de 8 EPP. De rechterzijde zijn de 3 EC-conservatieven en 5 van de 8 EPP. De commissie wordt tot eind 2019 voorgezeten door een Moldaviër.
Die 22 leden van de commissie in de parlementaire Vergadering van de RvE bepalen dus de richting van de rechtspraak in Europa over de mensenrechten. Daar zijn hete hangijzers bij zoals over het verbod op pushbacks en de regels voor gezinshereniging. De 22 parlementairen laten zich in hun aanbeveling uiteraard leiden door de ‘politieke’ profielen van de kandidaten, een achtergrond bij een NGO of een linkse partij strekt tot aanbeveling. Zo wordt de politieke lijn van de rechtspraak van het EHRM verzekerd, ook al verandert de realiteit in politiek Europa. Die realiteit kan hoogstens binnen enkele jaren in het EHRM doorsijpelen. Beslissingen van het EHRM moeten door iederéén onverkort gerespecteerd worden.
San Marino
San Marino had drie kandidaten voorgedragen: Gilberto Felici, Gian Paolo Pasquali en (minsten een kandidaat moet van het andere geslacht zijn) Silvia Rossi. Van de commissie (22 leden) waren er 13 naar Parijs afgezakt om uit die drie een nieuwe rechter te verkiezen. Van de EPP fractie (3/8): Valeriu Ghiletchi (Moldavië, ‘Chairperson’- daaraan kan je het poco-karakter van de organisatie al zien, de voorzitter is een ‘voorzitsel’), Alina Ştefania Gorghiu (Roemenië), Biljana Pantić Pilja (Servië). Van de ‘Socialists, Democrats and Greens Group (SOC)’ (5/7): Lord Donald Anderson, (VK), Petra Bayr (Oostenrijk), Eka Beselia (Georgië), Boriss Cillevičs (Litouwen), Titus Corlatean (Romenië). Van de Alliance of Liberals and Democrats for Europe (ALDE) (3/3): Olivier Becht (Frankrijk), Olena Sotnyk ( Oekraïne), Jordi Xucla (Spanje). Van de European Conservatives Group (EC) (1/3): Kostiantyn Usov (Oekraïne). ‘Group of the Unified European Left (UEL)’ (1/1): Tiny Kox (Nederland). Bij de aanwezigen een overweldigende linkse meerderheid dus die onder elkaar bepalen wie de nieuwe rechter wordt.
De commissie koos met ‘een overweldigende meerderheid’ (volgens het verslag) voor Gilberto Felici. Die voordracht werd door de Parlementaire vergadering ook gevolgd. De 143 aanwezige leden (van de 324, waar zaten die andere eigenlijk bij zo’n belangrijke stemming?) 4 stemden blanco en 117 voor Gilbert Felici. Niet toevallig heeft Gilberto Felici een verleden bij Amnesty International. De verstrengeling van NGO’s en de RvE is groot.
NGO’s
Deel van de RvE is namelijk de ‘Conferentie van Internationale Niet-gouvernementele Organisaties’, die genieten van een bijzonder ‘statuut van deelnemer’. 400 NGO’s vergaderen vier keer per jaar… tegelijkertijd met de zittingen van de Parlementaire (en dus ook regionale) vergaderingen. De NGO’s kunnen zo bijdragen tot de parlementaire vergadering ‘met hun deskundigheid en haar beoordelingen over de uitvoeringen van bestaande conventies’. Dat klinkt alsof de RvE het lobbyen door de NGO’s zelf organiseert.
Volgens ingewijden loopt het hier ook mis. De ambtenaren, die de eigenlijke auteurs zijn van alle rapporten, en die vaak zelf een NGO-achtergrond hebben, zouden voor hun rapporten te zwaar steunen op de NGO’s die eigenlijk de pen vasthouden en de rapporten schrijven. Dat was jaren lang geen probleem. De RvE, ook de Parlementaire Vergadering, was altijd een mei ’68 open-grenzen kosmopolitisch centrum-links bolwerk en de politiek correcte rapporten werden steeds enthousiast goedgekeurd. Maar nu verandert er een en ander in Europa en dreigt ook de machtsverhouding én stemming in de RvE om te slaan. Dat zorgt voor veel ongerustheid en zelfs wrevel bij de linkerzijde, de ambtenaren en de NGO’s.
Strasbourg locuta, causa finita….. het EHRM heeft altijd het laatste woord
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is waar het allemaal om draait. Het EHRM is kort gezegd de rechtbank die moet waken over de toepassing van het ‘Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden’, kortweg EVRM.
Leden van de RvE aanvaarden dat burgers individueel, in groep of met een niet-gouvernementele organisatie onbeperkt zaken kunnen indienen. Om ontvankelijk te zijn moet de klagende partij zélf slachtoffer zijn, alle nationale rechtsmiddelen uitgeput hebben (tot het Hof van Cassatie dus in dit land) en binnen de 6 maanden de zaak indienen.
Marc Bossuyt, voormalig voorzitter van het Grondwettelijk Hof, liet in 2010 al optekenen, in een interview met John de Wit, dat hij sterke bedenkingen heeft bij de werking van het EHRM. Het Hof wil volgens Bossuyt alle rechtsregels waaraan een mensenrechtenaspect zit onder zijn bevoegdheid brengen, ook al was dat niet de bedoeling van de verdragen. ‘Zijn eigenlijke taak is na te gaan of de nationale wetgeving van een verdragsstaat en de gevolgde rechtsprocedures wel in overeenstemming zijn met het EVRM. Daarvoor is het Hof van Straatsburg opgericht.’
Volgens Bossuyt zijn er nogal wat magistraten in het EHRM die hun opdracht nogal ‘activistisch invullen’. Het kan natuurlijk zo zijn dat de commissie (samengesteld uit vooral linkse leden) die de kandidaten aanbeveelt op zoek gaat naar activistische profielen. Juristen, zelden magistraten, met een achtergrond in een NGO die dan een activistische rechter worden. De gevolgen voor alle lidstaten zijn navenant. En wie kritiek durft te geven op een Mensenrechtenhof, zeg nu zelf dat moet een vreselijke mens zijn, wie is nu niet voor het naleven van de mensenrechten?
Ook deze keer lijkt het dat dezelfde modus operandi is gekozen. Een activist wordt rechter in het EHRM. Slapen de rechtse partijen in de RvE? Er moeten in 2019 zes nieuwe rechters aangesteld worden. Het is maar dat ze het weten.
Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.
Stel je voor: erkenning vragen voor de wetten op je grondgebied. Taalwetten dan nog, hoe bekrompen! Gelukkig is er de Franstalige flexibiliteit!
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.