JavaScript is required for this website to work.
Sport

Is egocentrisme hét kenmerk van een sportkampioen?

Beeld ter illustratie: koersfiets.

Beeld ter illustratie: koersfiets.

foto © Pixabay

Kampioenen worden door sommigen gekenmerkt als mensen voor wie geldt: ‘Me, myself and I’. Dit weekend werd meermaals aangetoond.

‘Wout Van Aert heeft het autistische, egocentrische, randje narcistische dat kampioenen kenmerkt: me, myself and I.’ Dat schreef Hans Vandeweghe enkele weken geleden in zijn column voor De Morgen, daags na Van Aerts geste aan ploegmaat Christophe Laporte in Gent-Wevelgem.

Volgens Vandeweghe was dat geen geste uit vriendschap. Nee, het was politiek van het hoogste niveau. Hij gaf enkel iets weg, omdat hij in ruil iets groots terugverwachtte. Het was een daad gericht op zichzelf en zijn eigen palmares. Dat gedrag is volgens Vandeweghe kenmerkend voor kampioenen.

Autisme

De opmerking schuurde toen al bij mij. Omdat autisme op een hoop gegooid wordt met egocentrisme. Dat is een kwalijke stereotypering van iemand die inzake autisme klaarblijkelijk geen flauw idee heeft waarover hij spreekt. Maar zelfs als ik dat woordje schrap, blijft de opmerking schuren. Worden kampioenen dan gekenmerkt door een houding die zo egocentrisch is dat het naar narcisme ruikt?

Afgelopen weekend dienden de kampioenen zelf van repliek. Op zaterdag behaalde Maxime Gentges als eerste mannelijke Belgische gymnast een medaille op een EK. Hij veroverde zilver op het paard met bogen. Toen zijn punten verschenen, vierde Lisa Vaelen uitbundig mee. Vaelen die een vermaledijde vierde plaats allround en brons op de sprong veroverde. Ze was niet blij met haar prestatie en had op meer gehoopt. Vaelen slikte echter haar egocentrisme weg en vierde enthousiast voor die ander. Zou zij geen echte kampioen zijn?

Ook op zondag regende het zulke momenten. Bashir Abdi, Belgische Olympische marathonhoop, probeerde zijn eigen Europees record te breken op de marathon van Rotterdam. Een strakke tegenwind belette hem dat, maar het hield hem niet tegen om aan gene zijde van de meet aanmoedigend klappend landgenoot Koen Naert op te wachten. Naert wilde zijn eigen record verbeteren en de olympische limiet halen, wat allebei lukte. Abdi, nahijgend van zijn eigen winst – dat haalde hij wel – kroop niet weg in de warmte, maar bleef aan de meet staan voor die ander. Zou Bashir Abdi geen echte kampioen zijn?

Lotte Kopecky glundert

Lotte Kopecky, de vrouw die elk parcours aankan, hield in de finale van de Amstel Gold Race haar benen stil toen ploeggenote Demi Vollering ontsnapte. Niet omdat ze niet kon: ze won de sprint voor de tweede plaats. Wel, omdat ze het Vollering gunde. Glunderend becommentarieerde ze achteraf: ‘Ik win de Ronde van Vlaanderen, Demi werd er tweede. Zij wint haar Amstel, ik ben hier tweede. Het is mooi verdeeld. En Demi wou deze wedstrijd absoluut winnen.’ Zou Lotte Kopecky geen echte kampioen zijn?

Enkele uurtjes eerder werd er in Noorwegen gevoetbald. Dat is op zichzelf niet erg interessant, al gebeurde er wel iéts erg interessant. Van achteruit kwam een lange bal. De spits van Bergen, Bard Finne, spurtte op doel af. Verdediger Sondre Solholm Johansen was bij de les en spurtte eveneens, maar staakte plots zijn spurt omwille van een blessure aan de hamstrings. Spits Bard Finne had kunnen doorlopen. Hij was alleen voor doel. Maar hij besliste anders. Met het oog op fair play, brak hij de aanval af en schopte de bal buiten.

Het kenmerk van de kampioen: me, myself and I? Niet altijd. Gelukkig maar.

Maarten Hertoghs (1979) werkte jarenlang als godsdienstleerkracht en coördinator. Hij haalde een MA in Gender en Diversiteit aan de UGent en schrijft graag over politiek, filosofie, religie en samenleven.

Commentaren en reacties