Kathleen Depoorter: ‘Needle-spiking-incidenten moeten breed onderzocht worden’

Verhalen over het zogenoemde needle spiking, het gebruik van een injectienaald om iemand te drogeren, doken vorig jaar voor het eerst op in het Verenigd Koninkrijk. Sinds kort zijn er ook meldingen in ons land. In deze aflevering van Doorbraak Radio geeft Kathleen Depoorter, kamerlid voor N-VA en expert in gezondheidszorg, meer uitleg over het nieuwe fenomeen.

Needle spiking, een nieuw fenomeen?

Needle spiking is een variant op het reeds bekende fenomeen spiking. Bij spiking drogeert de dader het slachtoffer door iets in een drankje te doen tijdens het uitgaan. Bij needle spiking wordt er gebruikgemaakt van een injectienaald. Het fenomeen dook voor het eerst op in het Verenigd Koninkrijk. Ongeveer een zestal weken geleden was er ook een eerste melding in België. De meest recente melding in ons land vond plaats op een festival in Hasselt voor jonge kinderen, wat uiteraard de mensen – en zeker de ouders – zeer ongerust maakt.

De ongerustheid bij de bevolking gaat vooral over de vraag of er effectief een naald werd gebruikt, waarmee drugs werd ingespoten. Tot nu toe zijn er nog geen sporen van drugs bij de slachtoffers gevonden. Maar we moeten ermee aan de slag gaan, benadrukt Depoorter. ‘Bij spiking komt er vaak ook seksueel ongepast gedrag of diefstal kijken. We moeten ons de vraag stellen wat de bedoeling van daders van needle spiking dan is.’

Een prik met een naald gaat niet onopgemerkt voorbij. Dat is een groot verschil met spiking dat veel makkelijker onder de radar kan blijven. Ondanks het feit dat er nog geen sporen van drugs gevonden zijn bij de slachtoffers, betekent dat niet dat er niets aan de hand is. Er kan een nieuwe soort drug in omloop zijn of een drug die niet makkelijk op te sporen is, volgens Depoorter. ‘Deze incidenten moeten onderzocht worden.’ Voor een slachtoffer is het essentieel om serieus genomen te worden.

Breed onderzoek

Depoorter pleit er in een opiniestuk voor om het onderzoek heel breed te voeren. Alle technieken om mogelijke verboden middelen op te sporen moeten ingezet worden. De universitaire laboratoria voor toxicologie kunnen hier een belangrijke rol in spelen. Zij kunnen onderzoeken of het over nieuwe verboden middelen gaat. En of we iets over het hoofd zien. We moeten in Vlaanderen daar beter op gaan inzetten, benadrukt depoorter.

Wanneer de laboratoria een beter overzicht hebben over de drugs, die op straat rondgaan, kan de medische wereld hier beter op inspelen. De overheid moet investeren in de bijscholing van hulpverleners op evenementen over de verboden middelen die gangbaar zijn in de maatschappij. ‘Burgers moeten kunnen gerustgesteld worden wanneer ze zich aanbieden aan een EHBO-post.’

Verder moet er ook een breed onderzoek komen naar de incidenten zelf. Wat is de bedoeling van de daders? Worden deze mensen telkens met dezelfde naald geprikt? Dat zijn vragen die we ons volgens Depoorter moeten stellen en verder onderzoeken.

Meer aandacht voor verdovende middelen

Bijscholing via beroepsverenigingen is gemakkelijk en snel te organiseren. De medische opleidingen aanpassen is op termijn ook nodig, maar hierbij duurt het langer alvorens het medische personeel beter op de hoogte is van de verschillende verdovende middelen en de effecten hiervan.

Een huisarts hoeft hier bijvoorbeeld ook niet mee belast te worden, aangezien die meestal niet in direct contact staat met evenementen. Hulpverleners die betrokken zijn bij evenementen kunnen dan opteren voor een bijscholing over verdovende middelen. Ook sensibilisering blijft een belangrijke factor, benadrukt Depoorter.