JavaScript is required for this website to work.
Ethiek

Rondas: Woke familiedrama bij de Balthazars

Herman Balthazar, bij zijn afscheid als gouverneur.

Herman Balthazar, bij zijn afscheid als gouverneur.

foto © Belga

Een opvallende familieruzie tussen Herman Balthazar en kleindochter Martha geeft aanleiding tot enige beschouwingen over woke.

Historicus opa Herman Balthazar (1938) is een notoir en bedaard sociaaldemocraat, gewezen gouverneur van Oost-Vlaanderen ook, maar kleindochter Martha Balthazar (1997) werkt in de cultuursector en is heftig en actief woke.

Opa woke

Nu wil het geval dat socialisme en wokeness weliswaar beide voor gelijkheid gaan en staan, maar ook voor tegengestelde analyses, diagnoses en acties. Een tijdje geleden moet het in de familie Balthazar tot een flinke politieke woordenwisseling tussen de historicus en de activiste zijn gekomen – een discussie die laatstgenoemde onbevredigd achterliet, want ze besloot haar eigen argumentatie nog eens publiek over te doen op de webstek van het sociaalkritische maandblad Sampol, dat nota bene 27 jaar geleden door opa Herman Balthazar werd gesticht.* Het grote nieuws dat ze daarin verkondigt is dat haar opa géén wokie is en dat het voor zijn eigen goed beter zou zijn als hij dat wel was. Wat nu exact de aanleiding was tot het uitspreken en later publiceren van hun intrafamiliaal meningsverschil, en over welke specifieke woke en sociaaldemocratische ideeën er werd gedebatteerd, dat blijft in haar tekst in het duister. De lezer wordt gewoon verondersteld er zich samen met haar over te verbazen en te verontwaardigen dat Herman Balthazar alsnog niet tot het wokedom is toegetreden.

Al in haar eerste alinea geeft ze aan te weten hoe dat komt. Hij had dat niet van zichzelf, maar hij had ‘recentelijk een retoriek overgenomen afkomstig uit extreemrechtse hoek.’  Ze vermeldt geen bronnen, zegt niet welke booswicht opa naar de verkeerde kant heeft overgehaald of, erger, welk slecht boek hij zou hebben gelezen. In dit laatste geval heb ik wel een donker vermoeden van welk boek dit wel zou kunnen zijn; hierover straks meer. Want niet alleen opa’s ideeën waren door rechts vergiftigd, ook zijn defensieve houding tegenover woke en zijn vreemde vijandbeeld ervan waren ‘gevoed en later geïnstrumentaliseerd door behoudsgezind rechts’. Zijn gevoelens, schrijft ze, zijn niet helemaal van hem. Opa is er niet verantwoordelijk voor. Niet dat ze hem als een kindse ouderling beschouwt, verre van, alleen: opa heeft zich tendentieus laten voorlichten. Haar ‘lieve, slimme grootvader’ heeft dezelfde vijand gekozen als Donald Trump en Tom Van Grieken. Net als deze illustere extreemrechtsen heeft hij van woke een vijand gemaakt. Wie niet van woke houdt, loopt gevaar extreemrechts te worden.

Van wenkbrauwenfronsers en hun replieken

Wat me in Martha’s tekst opviel, was de grote overeenkomst qua inhoud en redenering met andere pro-woke geschriften die de laatste tijd in de pers verschenen zijn. Deze artikels zijn een soort verweerschriften, wat me doet vermoeden dat woke zich niet meer zo lekker voelt. Een voorbeeld: eind september 2021 heeft rector Luc Sels van de KU Leuven het gewaagd om in zijn rede bij de opening van het nieuwe academiejaar enkele vraagtekens te stellen bij de verhouding tussen woke en academische vrijheid.** Het kwam hem op reprimandes te staan van activistisch academicus Lieven De Cauter en van professioneel wenkbrauwenfronser Marc Reynebeau in De Standaard.***

Hetzelfde overkwam Minister van Samenleven Bart Somers met een opiniestuk in De Standaard van 20 december 2021 over ‘de woke-filosofie die het samenleven onmogelijk maakt’ en over de vrijheid om van mening te verschillen die door woke onder druk komt te staan. Twee dagen later schreef alweer Marc Reynebeau zijn strafblad tegen Somers onder de titel ‘In zijn kritiek op woke kiest Bart Somers voor de morele verhevenheid’ (waarmee hij ‘morele eigendunk’ of ‘zelfingenomenheid’ bedoelt). De dag daarop was het in dezelfde krant de beurt aan Jef Verschueren, die Reynebeau nog wat kracht bijzette en er zich erover beklaagde dat conservatief rechts erin geslaagd was ‘om woke te herdefiniëren als een uiting van intolerante moralisering’. En Somers zou dit, net als Herman Balthazar, klakkeloos hebben overgenomen.

De vernietigende stukken over woke van de hand van Mia Doornaert (het hele afgelopen jaar 2021 door) provoceerden onder meer een hoofdartikel van Bert Bultinck in Knack en een commentaar van Vincent Stuer in De Morgen. Bultinck had een speciale journalistieke insteek: goed dat woke er is om over te schrijven, want hoe komt de barones anders de lange winteravonden door? Tussendoor reageerde ook Tom Naegels op de hele war on woke die hij nu wel zorgwekkend begon te vinden. In zijn tekst doet hij niet veel meer dan woke bagatelliseren (De Standaard, 23 oktober 2021). Mijn voorlopige conclusie: de pers staat achter woke om de eenvoudige reden dat ze in de wokie-generatie een nieuw, vernieuwend en vooral kranten lezend publiek ziet.

Het sfeertje

Niet dat Martha uit al deze goedpraterij van woke zou afgeschreven hebben. Maar de argumentaties zijn wel gelijklopend. Eerdere versies van zulke redeneringen zijn altijd te vinden in De Wereld Morgen en op de Webstek van de PVDA. De formuleringen zijn vaak dezelfde. Maar nogmaals, plagiaat lijkt het me niet te noemen. Het is erger dan dat want het gaat om een sfeertje dat gedachteloos wordt opgesnoven en even lichtvaardig wordt gereproduceerd. En dus niet alleen door Martha.

In haar stuk over opa deelt ze ons mee dat ‘woke’ als verzamelwoord bij het lezend publiek pas populair is geworden toen rechtse en extreemrechtse opiniemakers zich ermee gingen bemoeien en het woord woke pejoratief begonnen te gebruiken. Jef Verschueren (medeauteur met Jan Blommaert van Het Belgische migrantendebat) had precies hetzelfde geconstateerd in zijn respons op Bart Somers: de pejoratieve connotatie is de schuld van rechts, een geval van rechtse framing dus. De rechtse bedoeling is om woke als instrument te gebruiken om linkse mensen in diskrediet te brengen (Martha). Het is rechts dat een ideologische vijand heeft gecreëerd, niet woke (Reynebeau en Naegels). Deze nieuwe breuklijn wordt door deze auteurs gezien als een ‘conservatieve cultuuroorlog’.

Hoe moet de naïeve krantenlezer het geweld van deze intentieprocessen interpreteren? Waar komt dat allemaal vandaan?

Van uitwassen en excessen

Veel wordt deze onschuldige krantenschuiver duidelijk als hij in het oog houdt dat het in alle bovenstaande gevallen om verweerschriften gaat, om de eenvoudige reden dat woke in diskrediet wordt gebracht door zijn eigen excessen. Daarover ontstaat dan enige gêne. Van die excessen staan de sociale media bol, en de kranten moeten willens nillens volgen. Overal wordt wel iemand gecanceld (wat wil zeggen gebroodroofd), in het hele Westen worden boeken en manuscripten nagelezen door ‘sensitivity readers’, in alle cultuursectoren moet men op zijn woorden passen, aan alle universiteiten wordt woke het stilzwijgende normaal, en in alle gezinnen luisteren kinderen en kleinkinderen aandachtig mee naar wat volwassenen nog menen te mogen zeggen, want op school hebben ze geleerd op te letten voor wat thuis gebeurt. Overal lopen volwassen kleinkinderen rond die hun grootvaders voor het moraline- en dekolonisatietribunaal slepen.

De excessen vallen niet meer te ontkennen. Maar, beweren de woke-verdedigers, al te veel aandacht ervoor is bedoeld als ‘welkome bliksemafleider voor wat de spreiding van academische kennis reëel verhindert’ (in de replieken op rector Luc Sels).  De woke excessen krijgen aandacht omdat ze de conservatieve cultuuroorlog voeden (Naegels en Reynebeau). Rechts ‘grijpt de excessen aan’ om te scoren, de excessen zijn voor rechts de ideale stok om te slaan (Bultinck).

Kortom, volgens het verenigde commentariaat is het niet meer dan koren op de molen van rechts. Nu slaat ‘koren op de molen’ in een krant meestal op een ongemakkelijke waarheid waarvan de rechtse tegenstander ‘profiteert’. ‘Koren op de molen’ gaat uit van de wenselijkheid van geheimhouding van belastend materiaal voor eigen zaak.

Van lessenspellers en hun bagatellen

En als dat niet meer aanslaat, blijft nog altijd de bagatellisering. Cancelen, wat is dat nu helemaal? vraagt Martha zich af. Dat is toch niet meer dan weerwoord krijgen, in vraag gesteld worden, kritiek moeten verduren?  En als het dan af en toe een keer gebeurt, dan is dat toch niet meer dan dat je met een bepaalde persoon niet meer wil samenwerken? Dat iemand door ons niet meer serieus wordt genomen? Hier maakt Martha het zich wel heel gemakkelijk. Ik ken vandaag, in die fameuze cultuuroorlog langs de nieuwe breuklijnen, twee partijen die cancelen omwille van een blasfemisch geacht woord. In Frankrijk werd een hoogleraar aan de universiteit van Grenoble ontslagen omdat hij kritiek had op het concept islamofobie. Wokies hebben het zover gekregen. In datzelfde land werd vorig jaar de geschiedenisleraar Samuel Paty onthoofd door een straatterrorist, omdat Paty in zijn klas iets wou zeggen over islamisme en jihadisme. Omwille van woorden en kritiek: dat hebben deze partijen alvast met elkaar gemeen.

Die uitwassen zijn slechts wokeaanse kinderziekten, weet ook Reynebeau die op die manier op teleologische wijze de toekomst weet te voorspellen  want zo valt woke een gezonde volwassenheid te beurt. Een andere keer kiest hij voor groeipijnen in het activisme tegen discriminatie – wee ons als die groeipijnen eruit zijn gegroeid, denk ik daar dan bij. Het komt neer op een beetje luider roepen dan anders, schrijft de lessenspeller in hetzelfde stuk. En tenslotte begint alle politieke verandering met ‘brute symboliek, waarbij letterlijke en figuurlijke monumenten sneuvelen’ (Vincent Stuer). Enfin, ‘we moeten over die uitwassen heen kijken’ (Bert Bultinck).

We zien dus dat Martha niet alleen staat. Ze heeft grote delen van het journalistieke en academische establishment achter zich. Ze kan gerust zijn, ze wijkt niet af van het vigerende commentariaat. Ze is eigenlijk al geconformeerd.

Van Wookje Nooitgenoeg

Een modieuze vorm van neo-Links, dat daardoor bewijst zichzelve niet te kennen, laat zich ertoe verleiden om de fameuze fundamentele futiliteiten van woke te minimaliseren, terwijl het woke toch serieus wil nemen. Waarom doet het dat? Voor zover het gaat om 68’ers en post-68’ers herkennen zij in woke inderdaad de voortzetting van een soort burgerbevrijdingsbeweging. Dan betekent woke de voortzetting, de doortrekking, de verruiming zelfs van hun eigen principes en van hun eigen jeugdig activisme waarmee ze deze principes in de praktijk hadden willen omzetten.

Anderzijds zien ze ook wel de pijnlijke en gevaarlijke belachelijkheid van de woke acties in. Het gaat om zuiveringen, en wie dit niet wil inzien zou wel eens raar op zijn neus kunnen kijken: deze nieuwe linksen houden geen halt voor ‘oude’ linksen, zoals dus niet alleen Herman Balthazar maar zelfs David Van Reybrouck heeft mogen ervaren. Het houdt ook niet op. Eén straatnaam ombenoemen is niet voldoende. In één Duitse stad heeft men lijsten klaar van tweehonderd straatnamen die moeten vervangen worden. Eén academicus cancelen is maar een begin; de ideale toestand zou zijn dat geen enkele andersdenkende kandidaat-academicus de universiteit nog binnenkomt. Niet enkele, maar alle monumenten of borstbeelden van kolonisten en pedofielen moeten eerst besmeurd, dan ontmanteld en via het depot ook vernietigd worden. Er staat geen rem op deze mentaliteit.

De weifelaars, samen met de door mij geciteerde commentatoren, zien (hopelijk) ook wel de openlijke aanval van woke op de verlichting en het vrije denken; ergens snappen ze ook wel de parallel met Nineteen Eighty-Four en Darkness at Noon. Ze hebben dus een probleem niet alleen met hun eigen vals bewustzijn, maar ook met dat van Woke zelf, dat ik hier definieer als een voorbeeld van een doortimmerd en rizomen-achtig geïnstitutionaliseerd vals bewustzijn. Volgens Friedrich Engels misleidt het vals bewustzijn de uitgebuite mens. De uitgebuite denkt deel te hebben aan het kapitalisme, maar kent zijn ware belangen niet. Vals bewustzijn verhult de reële uitbuiting. Vertaald en op woke toegepast: door zich te richten op raciale, etnische en genderkenmerken heeft woke geen zicht meer op klassen- en sociale discriminatie. Zelfs met hoge dosissen intersectionaliteit (de woke leer die stelt dat alle soorten gebundelde onderdrukkingen in snijpunten samenkomen) slagen de wokies er niet in de materiële uitbuiting aan de orde te stellen; hun nadruk op onderdrukking door veronderstelde ‘witte’ privileges ontneemt hun het zicht op materiële discriminaties.

Van Sampols cultuuroorlogje

Heeft het maandblad Sampol een humootje of een knackje willen doen door een generatieconflictje in een BV-familie te publiceren? Zo kan je het zeker zien, als een generatieconflict tussen progressieven, waarbij (de familieband even buiten beschouwing gelaten) de naam ‘progressief’ het enige is wat hen bindt. Over de inhoud van deze progressiviteit alsmede over de richting van de vector ‘Vooruit’ zijn ze het grondig oneens.

De oudere generatie had het debacle van links namelijk al lang geleden geconstateerd. In 2012 organiseerde Sampol een interessant interview met haar stichter Herman Balthazar, als ik het goed heb bij zijn afscheid uit de Raad van Bestuur, waarin hij op zijn gekende synthetische wijze zijn bevindingen op tafel legde en interpreteerde. Toen al kwam hij als historicus dicht bij de analyses die zijn partijgenoot Mark Elchardus als socioloog vanaf de zogenaamde Zwarte Zondag had gemaakt. Analyses die Elchardus onlangs heeft afgerond en toegespitst in zijn studie Reset, hier uitvoerig besproken. Welnu, op deze supersynthese van Elchardus heeft Sampol geen enkel ernstig antwoord weten te verzinnen. Eerst liet het maanblad de klassieke sociaaldemocraat Pa Back aan het woord: Elchardus encanailleerde zich met extreemrechts. Dan mochten de zogenaamde wetenschappelijke marxisten met Jelle Versieren op kop hun zeg komen doen: Elchardus encanailleerde zich met extreemrechts. Ten slotte mocht wokie Martha Balthazar komen vertellen dat Herman Balthazar zich buiten zijn bewustzijn om encanailleert met… extreemrechts. Blijkbaar ziet ook Sampol een jeugdig en vers lezend publiek opdoemen. Maar laat me raden: zou dan toch Reset de splijtstof hebben geleverd die aanleiding heeft gegeven tot Martha’s hartenkreet? Interessante hypothese, al zeg ik het zelf.

Herman Balthazar heeft gelukkig geantwoord, niet in de vorm van een stuk over zijn kleindochter zoals zij deed, maar als open brief aan haar gericht (Balthazar kent zijn wereld), eveneens op de webstek van Sampol. Omdat dekolonisatie naast gender en ras een grote preoccupatie voor woke blijkt te zijn, grijpt hij in zijn reactie terug op de cursussen die hij aan de RUGent doceerde. Inderdaad kwamen daar op het Departement Geschiedenis en daarbuiten kolonisatie en dekolonisatie uitvoerig ter sprake. Maar het zou kunnen dat wokies voor Hermans relaas van een verexcuserend verleden gewoon geen oor hebben. In ruil daarvoor komt hij in zijn besluit grondig terzake en verwijt hij de woke beweging haar morele, ideologische en totalitaire manier van redeneren. Waarbij hij er nog aan toevoegt dat deze wokestijl gretig misbruikt wordt in extreemrechtse hoek, en dan afsluitend de hamvraag stelt: ‘Wie drijft wie binnen in die zwarte hoek, Martha?’

Zij dus.

Van val- en grafkuilen voor woke

Dat deed me denken aan de vijf valkuilen die Christophe Busch, directeur van het Mechelse Hannah Arendt Instituut, in een opiniestuk in De Morgen van 18 april 2021 opsomde als te vermijden voor al wie de woke beweging een goed hart toedraagt.  Ofwel vindt Martha dat er van Busch toch wel iets te leren valt, ofwel verdoemt ze ook hem tot het rechtse nevelrijk. Eens benieuwd waarvoor ze kiest, want makkelijk is het niet. Busch maakt zich namelijk illusies over woke. Zijn voorwaarden opdat woke zichzelf zou redden zijn streng, maar als woke eraan voldoet, bestaat er uiteraard geen woke meer. Het is alsof je aan het islamisme zou vragen zijn vijf zuilen af te zweren.

Eerste valkuil: blijven hangen in discussies over beeldvorming en niet toekomen aan echte veranderingen. Maar, beste Busch: vergeet het, want woke gaat over beeldvormingen, omdat het echt meent dat je door beelden te veranderen, ook de realiteit verandert – kijk maar naar de monumenten!  Voor woke vallen realiteit en beeldvorming samen. Deze valkuil kan woke alvast niet vermijden, want anders is het zichzelf niet meer.

Tweede valkuil: het essentialisme over de witte man. Maar, beste Martha, jij weet ook best dat de witte man voor woke nu eenmaal de geviseerde patriarch en paternalist is. Neem dat aan woke af, en het valt ineen als een rulle pudding.

Derde valkuil: het absolute slachtofferschap. Maar Woke is nu eenmaal een vereniging van vermeende slachtoffers! Zonder slachtofferschap en victimisatie kan woke niet bestaan.

Vierde valkuil: het vermoeden van onschuld schrappen en vervangen door vermoeden van schuld als bewijskrachtig. Maar zonder schandpaalactivisme komt woke gewoon niet in de krant, die zelf pas in actie schiet als er kan geschandpaald worden. Deze toeter opgeven, dat kan je van woke niet vragen.

Vijfde valkuil: censureren en cancelen. Maar niet alleen beoefent woke deze kunst in het hele vrije westen, cancelen is een van wokes geprefereerde wapens! Woke en cancelen vallen bijna samen, dus ook hier geldt dat zonder cancelling woke zichzelf cancelt.

Jammer, maar door deze vijf valkuilen te willen vermijden vernietigt woke zichzelf. En als het toch in deze valkuilen wil vallen, is het overmorgen begraven onder de dichtslibbende modder die het zelf heeft veroorzaakt. Gedoemd als het dat doet, en gedoemd als het dat niet doet.

Coda

Martha, stop ermee. Begin alvast met opa met rust te laten, het heeft ten eerste geen zin om te proberen hem van zijn stuk te brengen en ten tweede heeft hij gelijk. Richt je boosheid ergens anders op. Het zal hier uiteindelijk toch een vorm van laïcistische sociaaldemocratie in soevereine staten of regio’s in Europa moeten worden, en het wordt hoog tijd dat ook jij en je generatie zich daartoe bekennen en meehelpen de modaliteiten ervan uit te tekenen.

Een voorspoedig Nieuw Jaar aan tegenstanders en medestanders gewenst!

* Sampol op internet, december 2021.

**Op de webstek van de KU Leuven, op ‘opening academiejaar 2021-2022’.

***Beide in De Standaard, 29 september 2021 en 01 oktober 2021.

Jean-Pierre Rondas was tot 2011 radiomaker bij Klara (VRT) met de interviewprogramma’s Wereldbeeld en Rondas. Publiceerde 'Rondas’ Wereldbeeldenboek' (2006 en 2020). Als stichtend lid van de Gravensteengroep redigeerde hij 'Land op de tweesprong. Manifesten ter ontgrendeling van Vlaanderen' (2012). In 2014 verscheen 'De hulpelozen van de macht'. Publiceerde nieuwe geannoteerde edities van Filip De Pillecyns 'Tegen de muur' (2019) en 'Mensen achter de dijk' (2020). Maakte een keuze uit Mark Grammens' 'Journaal'-essays in 'Trouw moet blijken' (2022). Eigen essays verschenen in 'Een kwestie van bestaan. Vlaanderen in de wereld' (2020).

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

Het belang van de industrie voor de tewerkstelling neemt af. Maar dat betekent niet dat er geen nood is aan een industrieel beleid.