Adolf Hitler was helemaal geen eenzaat
Titel | Hitlers hofhouding |
---|---|
Subtitel | de intieme kring tijdens het Derde Rijk en daarna |
Auteur | Heike B. Görtemaker |
Uitgever | Cossee |
ISBN | 9789059368958 |
Onze beoordeling | |
Aantal bladzijden | 592 |
Prijs | € 49.99 |
Koop dit boek |
Een eenzaat, een contactarm was Hitler niet, maar een normaal sociaal functionerend mens kunnen we hem zeker ook niet noemen.
In haar nieuw boek vertelt de Duitse historica Heike B. Görtemaker op overtuigende wijze en aan de hand van een overweldigende hoeveelheid bronnenmateriaal hoe de Duitse dictator Adolf Hitler zich met een hechte kring vertrouwelingen omringde, die hij als zijn surrogaatfamilie beschouwde. Zelfs na de dood van Hitler en de ondergang van het Derde Rijk bleef deze ‘familie’ in nauw contact met elkaar.
Eva Braun
Wie waren deze vertrouwelingen? En welke rol hadden ze in het radarsysteem van het Derde Rijk? De levens van Hitlers naaste medewerkers (Goebbels, Göring, von Ribbentrop, Himmler, Rosenberg…) werden al herhaaldelijk aan een nauwgezet biografisch onderzoek onderworpen. Over Hitler zelf verschenen er al duizenden biografieën waarvan de meest recente en belangrijkste deze van Joachim C. Fest, Ian Kershaw, Peter Longerich en Volker Ullrich zijn.
Zelf publiceerde historica en publiciste Görtemaker in 2010 als eerste een historisch omvangrijke biografie van Eva Braun, Hitlers jarenlange vriendin en latere echtgenote. Voor haar nieuw boek Hitlers hofhouding onderzocht Görtemaker nieuwe bronnen, verslond ze alle herinneringsliteratuur en sprak ze met de nakomelingen van Hitlers intimi. Hieruit ontstond een volledig nieuw beeld.
Weldoeners
Görtemaker maakt onderscheid tussen twee generaties vertrouwelingen: die van vóór de Machtergreifung en die van de periode erna. Voor zijn machtsovername omringde Hitler zich vooral met oude strijdmakkers, vaak uit de Eerste Wereldoorlog, en een aantal weldoeners die hem maatschappelijk steunden. Enkelen onder hen hielpen hem financieel en materieel zodat hij zich de levensstijl van een staatsman kon aanmeten.
We denken hierbij aan het uitgeversechtpaar Hugo Bruckmann, de pianoconstructeurs Helene en Edwin Bechstein en een reeks kapitaalkrachtige steunverleners waaronder een paar industriëlen. Ook Winifred Wagner, de dochter van de componist Ricard Wagner, behoorde tot deze eerste generatie. Ze schonken hem auto’s en horloges, en betaalden zijn reizen en kiescampagnes. Tevens zorgden ze ervoor dan zijn woonst in München er burgerlijk aantrekkelijk en comfortabel uitzag.
Berghof
Nadat Hitler op 30 januari 1933 tot rijkskanselier benoemd werd, nam de tweede generatie het geleidelijk over van de eerste. Dat had vooral te maken met het verbouwen van de Berghof tot een luxueuze en grootse residentie hoog in de bergen. Hier kwam Hitler vaak. Hij kwam er tot rust. Hij hield van de vredige sfeer. Hier ook nodigde hij vaak een aantal vertrouwelingen uit. In de eerste plaats dan zijn vriendin Eva die als enige gast over eigen kamers beschikte. Als biografe was Görtemaker de eerste die aantoonde dat Hitler ook heel vertrouwelijke zaken met haar besprak.
Verder kwamen ook zijn lijffotograaf Heinrich Hoffmann (bij wie Eva werkte), de jeugdleider Baldur von Schirach die gehuwd was met Hoffmanns oudste dochter, het echtpaar Albert Speer, het gezin van Martin Bormann, zijn secretaresses, enkele adjudanten (in de eerste plaats Nicolaus von Below), de artsen Karl Brandt en Theodor Morell veelvuldig naar het ‘Arendsnest’. Joseph Goebbels en zijn gezin vertoefden ook regelmatig op de Berghof. De echtparen Hess, Heydrich, Rosenberg, Göring en Himmler werden daarentegen maar zelden uitgenodigd.
Monologen
In zijn herinneringen schrijft Albert Speer dat de avonden op de Berghof doorgaans vervelend waren, en dat menigeen in slaap viel tijdens de eindeloze monologen van Hitler. Meer dan over koetjes en kalfjes werd er niet gesproken. Heike Görtemaker maakt komaf met dit vertekend beeld. Klopt niet, betoogt ze. Er werd ’s avonds wel degelijk over politiek en over de oorlog gesproken. Ook de vrouwen —deze maakten zowat de helft van het avondlijk gezelschap uit— deden daaraan mee. Ze werden hiervoor zelf door Hitler aangespoord.
Op de Berghof gold het principe ‘vrouw aan de haard’ niet. Eva Braun bracht menigmaal een of meerdere van haar vriendinnen mee. Maria von Below vertelde aan de schrijfster dat ze op de Berghof meer over geschiedenis te weten kwam dan op haar kostschool. De avonden waren zeker geen saaie bedoeningen maar duurden wel tot een gat in de nacht. Dikwijls waren er ook feestjes en vonden er heildronken plaats bij speciale gelegenheden, zoals het akkoord met Stalin van 23 augustus 1939.
Geen eenzaat
In tegenstelling tot de propaganda, die Hitler voorstelde als een eenzame man die dag en nacht werkte aan de grootsheid van Duitsland, zag de werkelijkheid er anders uit. Hitler kon moeilijk tegen het alleen zijn. Maar zelden zonderde hij zich af. Hij had voortdurend behoefte aan de aanwezigheid van enkele van zijn vertrouwelingen. Daarom ook vertoefde hij vaak lange periodes op de Berghof.
Een eenzaat, een contactarm iemand was hij niet, betoogt Görtemaker, maar een normaal sociaal functionerend mens kunnen we hem zeker ook niet noemen. In tegenstelling tot Stalin hoefden Hitlers intimi niets te vrezen en konden ze zich volledig veilig voelen in zijn gezelschap. Uiteraard op voorwaarde dat ze zijn vertrouwen niet beschaamden.
Alternatieve biografie
In het laatste deel van haar boek weidt de schrijfster uit over de naoorlogse lotgevallen van de intimi van de Berghof. De meesten hielden uit eigen belang de lippen stijf op elkaar over de werkelijke sfeer die er heerste, en zeker over de onderwerpen die er aan bod kwamen. De meeste vertrouwelingen wisten doorgaans wat er tijdens de oorlog (ook het lot van de joden) gebeurde.
Het boek van Heike Görtemaker kan daarom ook best als een alternatieve biografie gelezen worden. In alle opzichten verrijkende lectuur. Zonder meer een meesterwerk. Met 171 blz. eindnoten, bibliografie en register.
Pieter Jan Verstraete (1956) is bibliothecaris in Kortrijk maar wijdt zich al zijn hele leven aan de geschiedschrijving van de Vlaamse Beweging. Hij is de biograaf van o.a. Hendrik J. Elias, Odiel Spruytte, Reimond Tollenaere, Leo Vindevogel en tientallen militanten uit de Vlaamse Beweging. Momenteel werkt hij aan een monumentale biografie van Staf De Clercq.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.