De genadeloze kogel: over een verschrikkelijk proces
Generaal Dossin liet in oktober 1914 na een oneerlijk proces twee soldaten voor een bagatel executeren. Wie was deze generaal?
In De genadeloze kogel fileert auteur Johan Van Duyse het proces tegen de Belgische soldaten Alfons Gielen en Louis De Vos. Generaal Emile Dossin, naar wie de Dossinkazerne is vernoemd, was een spilfiguur in deze zaak. De vraag van de families naar rechtvaardigheid blijft brandend actueel.
Na hun gedane karwei trokken de piotten Alfons Gielen en Louis De Vos op 16 oktober 1914 er stiekem op uit om in Nieuwpoort voedsel te gaan zoeken. Zij waren niet de enige mensen die dat deden. Zoals zoveel zaken in het Belgisch leger liep ook de voedselvoorziening in het honderd. Maar wanneer ze ’s avonds van hun strooptocht terugkwamen, was hun postverlating al opgevallen en genoteerd.
Beide mannen beseften dat ze gestraft zouden worden, omdat ze op het appel ontbraken. Ze kregen te horen dat de straf uitgesproken zou worden ‘als de omstandigheden het toelieten’. Inmiddels mochten ze zich terug bij hun peloton voegen. Auditeur Charles Gielen — geen familie van Alfons — suggereerde nog om wat extra getuigen te ondervragen, en dacht dat beide soldaten niet al te streng zouden worden aangepakt.
In een begeleidende nota aan regimentscommandant Lefèvre schreef Gielen op zondag 18 oktober: ‘Deze mannen moeten niet worden opgesloten. Ik heb hen gezegd dat, als ze zich goed gedragen en een gunstig rapport van u krijgen, ze mogen hopen op de mildheid van de krijgsraad.’
Veroordeeld voor desertie
Een woedende Lefèvre moest daar helemaal niets van weten en eiste harde sancties. Hij liet Gielen weten dat hij in overleg met generaal Emile Dossin, de commandant van de tweede legerafdeling, handelde. Daarop maakte Gielen een bocht van 180 graden: hij liet het duo niet vrij, maar dikte de aanklacht aan tot ‘postverlating in het zicht van de vijand’, een vergrijp waarop de doodstraf stond. Nochtans waren de Duitsers nog nergens te bespeuren.
Na een proces die naam niet waardig werden Alfons Gielen en Louis De Vos ter dood veroordeeld wegens desertie. Er werden geen getuigen opgeroepen, de beloofde extra onderzoeken werden niet uitgevoerd en de advocaat die hen moest verdedigen deed zijn mond haast niet open. Hij zou immers de volgende dag gepromoveerd worden tot krijgsauditeur en wilde die benoeming niet in gevaar brengen.
Executie
Normaal konden terdoodveroordeelden steeds een gratieverzoek indienen bij de hoogste instantie. In het Belgisch leger was dat de koning, toen Albert I. Maar divisiegeneraal Dossin vond dat niet nodig en verwierp zelf het gratieverzoek zonder de koning te raadplegen. Die kreeg de brief daarover niet eens te zien.
Bovendien was het vonnis sowieso ongeldig omdat Charles Gielen zijn onderzoek alleen had gevoerd. Hij vond het niet nodig om aan de wettelijke verplichting te voldoen, namelijk de bijstand inroepen van twee officier-commissarissen. Luitenant-generaal Dossin tekende op 19 oktober het doodsvonnis en enkele uren nadien werden beide piotten geëxecuteerd.
Geviseerde generaal
Hoe was het zover kunnen komen? Alles begon half oktober 1914 met een mededeling van koning Albert. Daarin liet hij weten dat de komende dagen (de Slag aan de IJzer) beslissend zouden zijn voor het Belgisch leger. Iedereen moest op post blijven. Voor wie nog maar dacht aan terugtrekken, zouden de gevolgen niet mals zijn.
Emile Dossin was een van de geviseerde generaals die na de val van Antwerpen niet zo’n beste beurt gemaakt had. Hij had het koninklijke bevel om de metropool tot het uiterste te verdedigen omzeild. Met zijn troepen was hij voortijdig de Schelde overgestoken en naar de kust ‘gevlucht’. Dat werd hem niet in dank afgenomen.
Later wilde hij zijn blazoen oppoetsen door de vlugge executie van de twee veroordeelden. Maar de zaken draaiden anders uit. Albert was woest toen hij vernam dat Dossin hem niet geraadpleegd had en dat zou hij geweten hebben.
Geen eerherstel
Als divisiegeneraal werd Dossin in januari 1915 ontslagen en voor de rest van de oorlog naar Nederland verbannen, waar hij tot militair gezant van de Belgische regering benoemd werd. Na de oorlog werd hij niet in eer hersteld. Wel werd hij in 1932 in de adelstand verheven en mocht hij zich voortaan Emile Dossin de Saint-Georges noemen.
Een jaar na zijn overlijden in 1936 kreeg de kazerne in Mechelen zijn huidige naam. Opmerkelijk was ook dat zijn enige dochter in 1926 huwde met Paul Van Zeeland, de toekomstige premier van België. Terwijl de generaal al lang vergeten is, worden zijn slachtoffers lokaal nog steeds herdacht.
Johan Van Duyse fileerde het proces tegen Gielen en De Vos en deed daarvoor uitgebreid bronnenonderzoek. Onwillekeurig moeten we bij de lectuur denken aan moord in opdracht. Een ijdele Belgische generaal die twee soldaten liet executeren om zelf bij zijn opperbevelhebber terug in de gratie te komen, maar in zijn opzet mislukte.
Pieter Jan Verstraete (1956) is bibliothecaris in Kortrijk maar wijdt zich al zijn hele leven aan de geschiedschrijving van de Vlaamse Beweging. Hij is de biograaf van o.a. Hendrik J. Elias, Odiel Spruytte, Reimond Tollenaere, Leo Vindevogel en tientallen militanten uit de Vlaamse Beweging. Momenteel werkt hij aan een monumentale biografie van Staf De Clercq.
Een groep vrienden woont op een ruw eiland voor de kust van IJsland de begrafenis van een medestudente bij, maar al snel volgen er vreemde gebeurtenissen.