JavaScript is required for this website to work.

Congo, mon amour…

Frans Crols10/2/2023Leestijd 4 minuten

‘Tropenwee’ het Congo boek van Henri Van Booven uit 1904 is opnieuw beschikbaar na 75 jaar afwezigheid op de letterkundige radar

Tropenwee het boek van Henri Van Booven uit 1904 is opnieuw beschikbaar na 75 jaar afwezigheid op de letterkundige radar. Het is liefdewerk van Luc Renders, archivaris van de Congoboeken sedert 1596. Tropenwee is een hebbeding. Mooi gebracht door Davidsfonds Literair met een harde kaft, tekeningen van de auteur en dagboeknotities.

De klaarte kwijnt, de tropennacht van 18 uur tot 6 uur breekt aan. De Boeing 707 van Sabena landt op Ndjili bij Kinshasa. In oktober 1966 begint mijn leraarschap op het bisschoppelijk Collège Christ-Roi in Lemfu, Lage Congo. De zwarte directeur heeft steun van drie Vlaamse jezuïeten en 8 blanke leken. Lemfu is een Bantoedorp aan een broussespoor op dertig kilometer van de asfaltweg Kinshasa-Matadi. In het regenseizoen is het pure potto-potto (modder). Na de landing op Ndjili ruik je geuren en hoor je klanken die je, ook 56 jaar later, niet vergeet.

Tropenwee , uit 1904, van de Nederlander Henri Van Booven verhaalt in oudmodisch Nederlands over het knerpen van insecten, het bulderen van donder en bliksem, de regenhozen die plots breken als lawines, de strokleur van de stroom en de rivieren, krioelende kakkerlakken bij nacht, zweterige zwarte lijven, de folterende blanken van de factorijen. De beschaving en de opdracht om Centraal-Afrika op te tillen zijn zonder tel. De agenten van de handelsmaatschappijen zijn hoofdzakelijk dronkelappen en geldwolven. In de roman valt het woord en de daad van een missionaris amper, alsof het vernis is, poppenspel om de uitbuiting te verstoppen. Blanke vrouwen zijn evenzeer afwezig in die periode. Congo werd pas vestigingskolonie na 1945.

NAHV

Henri Van Booven vaart in 1898 naar Congo op de Léopoldville. In de bar wordt absint geserveerd. In Banana aan de monding van de stroom hangt de Nederlandse vlag. Congo Vrijstaat van Leopold II en zijn Association Internationale du Congo (AIC) is open handelsgebied met ook Hollanders, Portugezen, Grieken, Italianen en Amerikanen. Van Booven verlaat zijn vaderland voor drie jaar voor de (Nederlandse) Nieuwe Afrikaansche Handels-Vennootschap (NAHV, die in 1966 immer floreerde en sloot in 1982) en kruist de Evenaar om ‘geld te verdienen, me in het Engels te bekwamen doch in de eerste plaats om als journalist iets van de wereld te zien en ondervinding op te doen’.

Henri Van Booven (1877-1964) werd na de terugkeer uit Congo inderdaad journalist en maakte de Dipenda, de onafhankelijkheid van zijn gastland in 1960, nog mee. Tropenwee, zijn debuut, is een autobiografie met een ander coloriet dan de oversekste frasen van Jef Geeraerts. Successchrijver en rotzak, hier en ginder. De Nederlandse voorganger is binnen de paar weken, op weg naar een handelspost in het binnenland, dodelijk ziek, wat pakkende passages zaait in zijn verhaal. Van Booven wordt meer dood dan levend geëvacueerd, keert terug naar moeder en zus en publiceert zes jaar later Tropenwee, een bestseller tot 1948, toen het boek verdween. Dankzij het spitten van Luc Renders, neerlandicus en emeritus hoogleraar van de Universiteit Hasselt, en Davidsfonds Literair, is het opnieuw gaaf en genietbaar.

Detectivewerk

Professor Renders verdient lof voor wat hij doet met Tropenwee en zijn detectivewerk voor het tweeluik Koloniseren om te beschaven (1596-1960) en De mislukking van de beschavingsmissie (1960-2020), dikke boeken over Congoteksten. Een interessant citaat van zijn hand: ‘Het overgrote deel van de Nederlandstalige Congoliteratuur tijdens de koloniale periode ondersteunde de kolonisatie van Congo. Missionarissen, koloniale ambtenaren, kolonisten en bezoekers die de pen opnamen, betoonden hun volmondige instemming met de kolonisatie, zelfs nadat het terreurregime dat met de rubberoogst gepaard ging aan het licht was gekomen.’

Slechts een handvol auteurs kantte zich voluit tegen de koloniale onderneming, onder wie Cyriel Buysse met De zwarte kost (1898), René Poortmans met Moeder, ik sterf (1937) en Zon in het zenith (1939), en Piet van Aken met De nikkers (1959) Ook in Blanke boeien van Jean Gustave Schoup werd een donker beeld van de kolonisatie opgehangen. Tropenwee maakt deel uit van een erg exclusieve club.’

Barbaars

Het kan niet anders of Tropenwee uit 1904 wordt vergeleken met Heart of Darkness, stramien van de film Apocalypse Now (1979), een boek uit 1899, van Joseph Conrad. Tropenwee verdween 75 jaar geleden, Heart of Darkness (fraaiere letterkunde) beroert continu tot vandaag. In de herfst 2022 kocht ik in Londen de vijfde Norton Critical Edition van Conrads epos. Hij monsterde aan als kapitein van een stoomboot van de Société anonyme belge pour le commerce du Haut-Congo (SAB) en wordt het slachtoffer van dysenterie en koortsen.

Na zes maanden keert hij terug naar Europa, vol zelftwijfel, ontmoedigd en de parallellen met Van Boovens Congotijd zijn helder. Renders: ‘De beschaving van de Europeaan is slechts een laagje vernis dat in contact met de primitiviteit onmiddellijk afbladdert. De zwarten leven nog in een oerstaat. Deze onwrikbare oerwereld, waarin de Europeaan geen bakens meer heeft, takelt hem af en werpt hem terug in een staat van barbaarsheid. Niet de beschaving maar de barbaarsheid triomfeert.’

Waar verschillen de boeken? Van Booven jammert over het onttakelende van het tropische klimaat, maar verwerpt niet principieel de kolonisatie. Conrad valt de kolonisatie met haar onderdrukking en overheersing aan, systeem dat zijn brutaliteit verzoet door te pochen met verwaande idealen.

De heruitgave van Tropenwee is charmant en een verwijt naar de Vlaamse media, kranten, radio en televisie. Als enkele academici en de eenzame auteur  David van Reybrouck en zijn Congo (2010) zich niet vastbeten in de oud-kolonie was 75 jaar aanwezigheid aan de Congostroom verdwenen uit het collectieve geheugen. Het unieke Kobalt Blues van Erik Bruyland (2021) werd straal genegeerd door wat zich ten onrechte kwaliteitspers noemt in Vlaanderen. De vertaling kreeg lof in de Franstalige kranten in België en Afrika en haalde een goed verkoopcijfer.

Correspondent

De Vlaamse media hebben nooit één cent geïnvesteerd in een voltijdse correspondent in het enige wereldstuk waar dit zakdoekland belangrijk was. Het contrast met Nederland is drollig. De noorderbuur koloniseerde Indonesië en Zuid-Afrika, niet Centraal-Afrika. Toch heeft het kwaliteitsblad NRC tot vandaag een correspondent in Naïrobi (Kenia), Kurt Lindijer, die zijn Vlaamse confraters altijd met lengten klopt in verslaggeving over ‘onze’ Congo.

Kurt Lindijer publiceert dezer dagen het boek Een wolkenkrabber op de savanne, boordevol Afrikaanse stemmen en inzichten van binnenuit. Ook andere Nederlanders, de bekendste is Max Havelaar (Multatuli), hebben tropenteksten. Weinig bekend is zijn voorloper Jacob Haafner, reiziger, handelaar en avonturier in de Oost en Zuid-Afrika (herontdekt, door academici à la Luc Renders in de jaren 2010), die literair bevlogen, met lof gelezen door Multatuli, vanaf 1805 zijn gram en ontsteltenis over de kolonisering toonde in populaire romans en reisverhalen.

Proeven van Centraal-Afrika kan u door Tropenwee en zijn zinderende, soms ietwat te langdradige, zinnen. Een aanvulling van de holte die Congo laat in het hoofd van de Vlaming en zijn journalisten.

Tropenwee is in onze boekenwinkel nog tijdelijk in promotie als boek van de week.

Frans Crols was hoofdredacteur en directeur van het economisch magazine Trends en na zijn 65 werd hij vrije pen van ’t Pallieterke, Tertio en Doorbraak.

Commentaren en reacties