JavaScript is required for this website to work.

Daverende dingen dezer dagen

Pieter Jan Verstraete3/6/2018Leestijd 3 minuten

Een boek dat ook in Vlaanderen verdient om gelezen en verspreid te worden.

De thans tachtigjarige emeritus hoogleraar Henk Wesseling is een begrip in historische kringen. Hij publiceerde een reeks lezenswaardige boeken en artikels over Frankrijk en steekt zijn bewondering voor president Charles de Gaulle niet onder stoelen of banken. Ook staat hij bepaald kritisch tegenover hedendaagse maatschappelijke ontwikkelingen. Moderne of ‘sociale’ media als facebook, twitter en instagram zijn niet aan hem besteed, bekent Wesseling in de inleiding van zijn nieuwe bundel met bovenstaande titel. Verder staat hij sceptisch tegenover het overdreven pardon-aanbieden van de huidige bewindvoerders (voor de slavenhandel, de kolonisatie, de oorlogen in Nederlands-Indië of het huidige Indonesië…).

Cultuur en cultuur

In deze bundel zet auteur Wesseling zich ook uiteen met de alleen-Engels-telt-stroming aan de universiteiten. Hij pleit ervoor om de studenten eerst grondig in het Nederlands te onderrichten eer ze geconfronteerd worden met docenten die hun cursus voorlezen in steenkoolengels. We kunnen hem hierin alleen maar bijtreden. Ook in Gent en Leuven worden studenten met deze naargeestige ontwikkeling geconfronteerd. Vaak kunnen ze zich niet eens in begrijpelijk Nederlands uitdrukken of ze moeten een verhandeling in het Engels schrijven. Heeft de Vlaamse Beweging zich hiervoor decennialang ingezet?

Duidelijk stelt Wesseling dat er een verschil bestaat tussen Cultuur met hoofdletter en cultuur met kleine letter. Tegenover de huidige tendens om alles als cultuur te beschouwen, uit hij zich kritisch en spottend. Ik laat u even meegenieten: “De normen en waarden die tegenwoordig door links en rechts de ‘onze’ worden genoemd, zijn: tolerantie, gelijke rechten voor man en vrouw, van homo en hetero, het verbod op discriminatie, het recht op abortus en euthanasie, het gedogen van drugsgebruik en het recht je op het strand uit te kleden. Dat zijn er nogal wat, en de meeste zijn zeker de moeite waard verdedigd te worden. Ze zijn dan ook vaak in een wet vastgelegd, maar om ze als vanzelfsprekende en onmisbare bestanddelen van onze cultuur te beschouwen, is in historisch perspectief gezien moeilijk vol te houden” (p. 81).

Tegenover de term “joods-christelijke cultuur” toont Wesseling zich uitermate verbaasd: “Dat is een recent en nogal eigenaardig begrip, dat meer lijkt ingegeven door schuldgevoelens over wat de Joden is aangedaan door dragers van de Europese cultuur dan door historische analyses. Historisch gezien is immers van een joods-christelijke cultuur geen sprake. Integendeel, christenen hebben de Joden vrijwel altijd en overal vervolgd, verjaagd of op zijn minst geminacht. (…) Antisemitisme was er overal in het gebied dat wij nu aanduiden met ‘joods-christelijke cultuur’” (p. 84-85).

Macron

Als ondertitel van zijn prettig leesbare boek hanteert historicus Wesseling de term “Kritische kanttekeningen bij hedendaagse verschijnselen”. Dat is maar ten dele juist. Het grootste deel van zijn boek handelt over het verleden of bevat tijdloze bijdragen. Zijn herinneringen aan Parijs dateren grotendeels uit de jaren 1950 en 1960. Daarnaast zijn er ook stukken over De Gaulle, Huizinga, Malraux en Macron.

Tot slot willen we niet nalaten hier te vermelden dat Frankrijk-kenner Wesseling ook aandacht besteedt aan de verrechtsing van de Franse intellectuelen, ook wel “les nouveaux réactionnaires” genaamd. Een fenomeen dat gaande is sinds ongeveer het nieuwe millenniumbegin. We vermelden hier enkel de namen van Alain Finkielkraut, Michel Onfray, Michel Houellebecq en Eric Zemmour. Wesseling verklaart deze verrechtsing van de Franse publieke intellectueel door twee redenen: enerzijds het toenemende probleem van de immigratie en de radicale islam, en anderzijds door de verminderde rol van Frankrijk in de Europese Unie en in de wereld als gevolg van de europeanisering en globalisering. Verschijnsel dat bekendstaat als ‘déclinisme’ of de ideologie van de Franse neergang.

Een boek dat ook in Vlaanderen verdient om gelezen en verspreid te worden. De in deze bundel opgenomen artikels verschenen eerder al in tijdschriften (vooral het Hollands Maandblad).

 

Pieter Jan Verstraete (1956) is bibliothecaris in Kortrijk maar wijdt zich al zijn hele leven aan de geschiedschrijving van de Vlaamse Beweging. Hij is de biograaf van o.a. Hendrik J. Elias, Odiel Spruytte, Reimond Tollenaere, Leo Vindevogel en tientallen militanten uit de Vlaamse Beweging. Momenteel werkt hij aan een monumentale biografie van Staf De Clercq.

Commentaren en reacties