De Hohenzollerns als hielenlikkers van Hitler
Titel | De adel en de nazi’s |
---|---|
Subtitel | De collaboratie van de Duitse keizerlijke familie |
Auteur | Stephan Malinowski |
Uitgever | Nieuw-Amsterdam |
ISBN | 9789046829936 |
Onze beoordeling | |
Aantal bladzijden | 624 |
Prijs | € 42.99 |
Koop dit boek |
Het boek ‘De adel en de nazi’s’ toont een onbekend en verborgen stukje Duitse geschiedenis.
Hebben de Hohenzollerns, Duitslands keizerlijke familie, Adolf Hitler aan de macht geholpen? Over die vraag twist men in Duitsland al sinds 2019. Ze groeide uit tot een kleine Historikerstreit over de betekenis van de belangrijkste Duitse adellijke familie voor de geschiedenis.
Het antwoord is van groot belang voor de uitkomst van een juridische strijd tussen de familie en de Duitse staat over de teruggave van kastelen en andere kostbaarheden. De Duitse historicus Stephan Malinowski stelt in zijn ophefmakende boek De adel en de nazi’s, dat de familie met hun symbolisch kapitaal en brede netwerken het naziregime gesteund en geholpen hebben. De keizerlijke familie heeft zich zonder meer voor het karretje van Hitler en zijn aanhang laten spannen.
Catastrofe
Op 9 november 1918, twee dagen voor het einde van de Eerste Wereldoorlog, veranderde Duitsland in één klap van een keizerrijk in een republiek. De laatste keizer Wilhelm II en zijn zoon, kroonprins Wilhelm von Preussen vluchtten naar Nederland waar zij asiel verkregen. Niet veel later schafte Duitsland in de grondwet van Weimar de adelstand af — 1918 was voor de adel, en dus ook voor de familie Hohenzollern een totale catastrofe.
Doordat de adel na 1918 zijn politieke macht verloor, deden historici in de daarop volgende decennia maar bitter weinig historisch onderzoek naar deze groep, schrijft de in Schotland docerende Duitse historicus Malinowski. Hij delfde voor zijn onderzoek heel wat nieuwe bronnen op. Dankbaar maakte hij gebruik van het haast nog braakliggende terrein dat hij tot zijn beschikking kreeg.
Het tot dan bestaande beeld dat de Hohenzollerns geen rol van betekenis meer speelden in de Weimarrepubliek klopt helemaal niet.
Huis Doorn
De conservatieve adellijke netwerken bleven na 1918 bestaan en een betekenisvolle rol spelen. De Pruisische hoogadel kon niet anders dan denken dat er weer een keizerrijk zou komen. Om dat te bewerkstelligen zochten ze naar bondgenoten. Zij legden contacten met uiteenlopende (radicaal-)rechtse, anti-republikeinse groepen en bewegingen in Duitsland, waaronder het opkomende nationaalsocialisme.
Huis Doorn, waar ex-keizer Wilhelm tot aan zijn dood in 1941 in Nederlandse ballingschap woonde, was een belangrijk zenuwcentrum voor het anti-republikeinse milieu, waar ‘Weimar’ van de eerste tot en met de laatste dag bestreden en verfoeid werd.
Hermine, de tweede echtgenote van de verbannen keizer, mocht wel op en af naar Duitsland reizen. Zij was een overtuigde nationaalsocialiste en probeerde contacten te leggen tussen haar man en hooggeplaatste nazi’s. Hitler zelf bleef afstand bewaren. Wilhelm was een antidemocraat, anti-republikein en antisemiet.
Bruggenbouwer
Wilhelms oudste zoon, de kroonprins, was een bruggenbouwer tussen de conservatieven en de nationaalsocialisten. Hij mocht na vijf jaar ballingschap in Nederland in 1923 terugkeren naar Duitsland. Daar steunde de kroonprins openlijk de nazi’s, voerde propaganda voor de NSDAP, zei in 1932 tijdens presidentsverkiezingen op Hitler te zullen stemmen en liet zich met hem fotograferen. Even zag het ernaar uit dat in 1932 de monarchie in ere hersteld zou worden, maar deze Hohenzollern-droom spatte algauw als een ballon uit elkaar.
De kroonprins stond dicht bij het volk en was populair. Hij werd door de nazi’s met veel eer en titels bejegend. Ze waren maar al te blij van zijn diensten en deze van de adel gebruik te kunnen maken, maar hij vormde nooit een gevaar voor Hitler. Tevens was kroonprins Wilhelm een dankbaar onderwerp voor cartoonisten van rechts en links. Ook in de Amerikaanse pers kon hij op heel wat belangstelling rekenen.
Denkbeeldig verzet
De Australische historicus Christopher Clark noemt de kroonprins een ‘meewarig bekeken figuur in de marge’.
Na de oorlog beweerde de kroonprins een actieve rol in het conservatieve verzet tegen Hitler gehad te hebben. Malinowski bestrijdt dat met overtuiging en spreekt van een ‘denkbeeldig verzet’. Uit zijn stevig gedocumenteerd boek blijkt juist dat de Hohenzollerns slippendragers van Hitlers regime waren.
Volgens de Duitse geschiedschrijver mag de familie de claims tegen de Duitse overheid, waarin zij teruggave eist van na 1945 geconfisqueerde roerende en onroerende goederen, definitief vergeten. Immers, een van de voorwaarden is dat de familie geen hand- en spandiensten verleende aan het naziregime. Luidens Malinowski verbrandde de familie juist lelijk haar vingers aan het regime. Het juridische steekspel tussen beide partijen gaat inmiddels verder.
Een doordringende en baanbrekende studie over een grotendeels onbekend en verborgen stukje Duitse geschiedenis. Met aangename leesletter, illustraties, eindnoten (87 pagina’s), bibliografie en register.
Pieter Jan Verstraete (1956) is bibliothecaris in Kortrijk maar wijdt zich al zijn hele leven aan de geschiedschrijving van de Vlaamse Beweging. Hij is de biograaf van o.a. Hendrik J. Elias, Odiel Spruytte, Reimond Tollenaere, Leo Vindevogel en tientallen militanten uit de Vlaamse Beweging. Momenteel werkt hij aan een monumentale biografie van Staf De Clercq.
‘Hitlers mensen’ is een monumentaal boek over de entourage van Hitlers naaste volgelingen aan de hand van een reeks portretten.