De liederlijke middeleeuwen: de andere kant van de mythe
‘De liederlijke Middeleeuwen’ toont de andere kant van het verhaal, geïllustreerd met vele erotische teksten en afbeeldingen uit middeleeuwse bronnen.
De middeleeuwen van ridders en jonkvrouwen en van lieflijke liederen van minnezangers zijn het resultaat van al te brave beeldvorming. Dat is de stelling die Jef Janssens, specialist middeleeuwse literatuur, verdedigt in zijn De liederlijke middeleeuwen. Hij illustreert zijn verhaal met talrijke erotische passages uit middeleeuwse teksten en ronduit pornografische voorstellingen uit die tijd.
Jef Janssens toont aan hoe de middeleeuwse cultuur in woord en beeld een rauwere werkelijkheid laat doorschemeren. Een werkelijkheid van vreemde vruchten en vrouwenbedriegers, middeleeuws feminisme in Parijs, bedrijvige vrouwen en ongewenste intimiteiten, pornoliedjes en gecastreerde mannen.
Kunnen wij, met de blik van de 21ste eeuw, de betekenis van woord en beeld in de middeleeuwen wel helemaal doorgronden? Is het gewoon humor? Bedoeld als aangename verpozing voor de lezer? Hoe rijm je het ideaal van de hoofse liefde met de machocultuur waarbij de man bevrediging van zijn begeerte voor laat gaan op de smachtende en geduldige liefde?
Ieper toont alles
Alles begint in Ieper waar de lakenhalle in een aparte zaal zo’n 250 middeleeuwse sierspelden tentoonstelt die in de stad werden gevonden. Het gaat om goedkope loodtinnen spelden die massaal werden vervaardigd, iets zoals de moderne pins.
Een aantal daarvan vallen op door hun uitdagende humor en erotische fantasieën: mannelijke én vrouwelijke geslachtsorganen in allerlei posities, rondhuppelende penissen, en fallusdieren gedreven door vrouwelijke ruiters of als barbecuevlees gegrild boven een vagina.
Het vrouwelijke geslachtsorgaan komen we ook tegen als een op stelten lopende vulva, een vulva als pelgrim met rozenkrans en een vagina die een trappelende penis verwelkomt. Hier zien we de échte middeleeuwen, verklaart de auteur, ‘duidelijk minder braaf en puriteins dan vaak wordt aangenomen’.
Ieper is geen uitzondering. Op een recent blootgelegde muurschildering bij een dertiende-eeuwse stadsfontein in Massa Marittima (Toscane) zien we groepjes vrouwen staan onder een gigantische boom met 25 penissen als verleidelijke vruchten. Let wel: die metershoge afbeelding staat op een veelbezochte, publieke plek.
Penissen verzamelen
In Schloss Moos-Schulthaus (Zuid-Tirol) kan je een fallusboom zien uit de vijftiende eeuw, waarvan de vruchten door naakte vrouwen van de takken worden geslagen en in manden verzameld. Naast een man staat een boom vol bladeren in de vorm van vagina’s.
Of nog: een kloosterzuster voert een monnik met zich mee, niet tegenstribbelend, want hij is geketend aan zijn geslacht. Het werk werd ontdekt in de Bibliothèque nationale van Parijs. De kunstenaar blijkt een vrouw uit de 14de eeuw te zijn, Jeanne de Montbaston, die aan de lopende band zulke afbeeldingen produceerde.
De Montbaston was lang niet de enige vrouwelijke verluchtster. Daarnaast merkt Janssens op dat de middeleeuwers weinig moeite hebben met forse kritiek op de clerus.
Een eerste erotische encyclopedie
Tot zover het grafische aspect, want ook de geschreven teksten blijken allesbehalve preuts. In de Roman de la Rose, het belangrijkste werk uit de Franse middeleeuwse literatuur, kan de minnaar zijn ‘roos’ plukken. Venus helpt hem bij het veroveren van de vrouwelijke burcht, een ironisch-eufemistische beschrijving van de ontmaagding.
De Roman de la Rose is natuurlijk veel omvangrijker en veelzijdiger dan dat. Het is een realistische erotische handleiding, een soort encyclopedie van alles wat met de relatie tussen man en vrouw te maken heeft.
Tot in de kerken wordt de erotiek niet geschuwd, soms op het pornografische af. Een mooi voorbeeld is de Romaanse kerk Colegiata San Pedro de Cervatos in het noorden van Spanje. Op de kapitelen aan de buitenkant van dit kerkje uit de 12de eeuw zien we vrouwen in obscene houdingen, mannen met een penis in erectie en koppels die seks hebben.
Ons beeld van de middeleeuwen herzien
Mediëvist Jef Janssens toont aan dat dit allemaal geen uitzonderingen zijn. Ons beeld van de brave, vrome middeleeuwen moet dringend worden rechtgezet. Daarom als afsluiter nog een citaat uit een gedicht van Willem IX van Aquitanië (1071-1127), door tijdgenoten gekarakteriseerd als ‘een van de grootste vrouwenbedriegers aller tijden’. In de schitterende vertaling van Ernst van Altena luidt het zo:
Maar ik sloeg als snoever uit het lood
toen laatst, op donderslag en stoot
— terwijl ik een geil spel genoot —
mijn bron zo vol was en zo groot
dat ongewild
mijn zelfbeheersing vlood: hij spoot,
ik was gestild.
Kleurrijke illustraties maken dit boek nóg aantrekkelijker.
Luc Pauwels is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift 'TeKoS'.
Frans Daels wordt Vlaamsgezind als militair arts aan het IJzerfront. Hij zet de IJzerbedevaarten mee op, daarnaast is hij een veelvuldig gelauwerd arts vanwege zijn medisch onderzoek.