De rede is de slaaf van onze hartstochten
Mensen oordelen intuïtief en postrationaliseren. De rede is niets meer dan een woordvoerder om onze daden en denkbeelden te rechtvaardigen.
Menig toogfilosoof kan zich wellicht nachtenlange gesprekken – tussen pint en sigaret – over politiek herinneren, om vervolgens bij dageraad in bed te kruipen, zichzelf afvragend waarom al dat cijfermateriaal de gesprekspartner niet kon overtuigen. In Het rechtvaardigheidsgevoel betoogt sociaal psycholoog Jonathan Haidt, aan de hand van vuistdikke literatuurstudies en praktijkstudies, dat die op ratio gebaseerde overtuigingskracht bij nacht en ontij niet meer dan ijdele hoop is.
Mensen zijn geprogrammeerd om snel te oordelen en zijn heel slecht in het ontkrachten van dat oordeel, en sterk in het bevestigen ervan. ‘Sapere aude’ (durf te denken) is vaak niet meer dan een leuk Instagramhekje. De rede is niets meer dan een woordvoerder om onze daden en denkbeelden te rechtvaardigen.
Pre-Trump
Waarom denken we niet allemaal hetzelfde over politiek en moraal? Hoe creëren we verbondenheid in plaats van polarisering? Wat is de basis van solidariteit en democratie? De auteur, zelf een zeer linkse jongen tijdens zijn studentenjaren, is nu aardig wat opgeschoven richting (centrum)rechts en gaat gedurende 360 pagina’s op zoek naar antwoorden. De bestseller verscheen in 2012, pre-Trump dus, maar kreeg nu pas een Nederlandstalige versie en is actueler dan ooit.
Intuïties komen eerst, strategische redeneringen volgen
Het waanidee dat het rationalisme met objectieve oplossingen kan komen voor subjectieve problemen, kenmerkt de moderniteit. Het rechtvaardigheidsgevoel haalt deze rationalistische benadering genadeloos onderuit. In de praktijk is de rede slechts een handig trucje om onze vooringenomenheid te onderbouwen. Geconfronteerd met morele vraagstukken zoeken proefpersonen niet naar ‘de waarheid’, maar naar een ‘post hoc’ verklaring om hun intuïtieve reactie te ondersteunen.
Vaak grijpen we het eerste het beste bewijs aan om onze opinie te ondersteunen en gaan we naarstig op zoek naar tegenbewijs voor alles dat ons buikgevoel tegenspreekt. Postrationalisering in de plaats van rationaliteit. Had de filosoof David Hume het dan toch bij het rechte eind toen hij in 1739 schreef dat ‘de rede de slaaf is van de hartstochten’? Jonathan Haidt meent van wel.
Maakbaarheidsgedachte
In The Blank Slate schrijft Steven Pinker dat ‘wetenschappers de waarden van de wetenschap hebben verraden om loyaal te zijn aan de maakbaarheidsgedachte van de progressieve beweging.’ In de nasleep van de Tweede Wereldoorlog kwam nochtans al snel de eerste kritiek op het ongebreidelde geloof in de ratio. De stelling dat er een rechte lijn valt te trekken van de Verlichting naar Auschwitz werd uitvoerig beschreven door de Duitse filosofen Max Horkheimer en Theodor Adorno in hun Dialektik der Aufklärung.
Ook Hannah Arendt bewandelde dit pad in haar Banaliteit van het kwaad. Desalniettemin bleven de radicale hervormers – gedreven door een therapeutische hardnekkigheid – geloven in de mens als onbeschreven blad waarop elk utopisch ideaal kan worden geprojecteerd. Quod non. Ja, zelfs de Terreur van Robespierre, het fascisme, noch hun geliefde communistische ideologie, kon de morele exhibitionisten op andere gedachten brengen.
Ook vandaag zien we, volgens Haidt, dat ‘de ijver om slachtoffers te helpen vaak effecten met zich meebrengt die het moreel kapitaal verzwakken’ – iets waar kwetsbaren net het hardst door worden getroffen.
De olifant en de berijder
We worden allen geboren met sterke gevoelens die ons vertellen dat sommige zaken niet door de beugel kunnen en dat anderen zaken moeten worden gedaan. Alleen weten we niet altijd goed waarom. Om dit scherp te stellen gebruikt Haidt de metafoor van de berijder en de olifant. De olifant vertegenwoordigt onze automatische intuïties, zo’n 99 procent van onze mentale wereld, en de berijder redeneert achteraf wat de olifant deed.
Het boek verwijst naar De vergissing van Descartes waarin de Portugese neuroloog Antonio Damasio aantoont dat instinctieve gevoelen en lichamelijk reacties noodzakelijk zijn voor het rationeel denken. Redeneren vereist dus hartstocht. Hume omschreef het zo: ‘Als de meester (de hartstochten) overlijdt, heeft de dienaar (de rede) noch het vermogen, noch de wens om het landgoed te beheren. Alles gaat ten onder.’
Moraalfundamententheorie
De sociaalpsycholoog distilleert een aantal morele fundamenten, waarbij hij een duidelijk verschil opmerkt tussen de enge kijk op moraliteit van progressieven en de brede kijk op moraliteit van conservatieven.
Er zijn om te beginnen twee fundamenteel verschillende benaderingen over de harmonieuze samenleving. Progressieve liberalen neigen eerder naar John Stuart Mills visie op de samenleving als een sociaal contract, gebaseerd op zorgzaamheid en eerlijkheid. Daarom heeft links meer oog voor medelijden en eerlijkheid – dat zij interpreteren als gelijkheid.
Conservatieven leunen eerder aan bij de durkheimiaanse samenleving als organisch gegroeid, met het gezin als basale sociale eenheid. Zij plaatsen tegenover het links-roussiaanse mensbeeld een begrenzingsvisie gestoeld op het feit dat gemeenschappen structuren nodig hebben om te gedijen. Daarom geeft rechts het – naast eerlijkheid dat ze als proportionaliteit interpreteren – ook over loyaliteit, patriottisme, autoriteit, tradities en heiligheid.
Conservatieve voordeel
Deze, eerder rechtse, fundamenten zijn volgens de socioloog Emile Durkheim noodzakelijk voor het sociaal cement tussen de leden van de gemeenschap. Gemeenschapsdenkers, voortbouwend op Benedict Andersons verbeelde gemeenschappen, beschikken dus over een beter inzicht in de menselijke natuur en het samenleven in groep. De conservatieve stroming was de eerste die zich richtte op de sociale banden tussen individuen, en de wederkerigheid en betrouwbaarheid die daaruit voortvloeien.
‘De mensheid is er nog nooit in geslaagd dit [sociaal kapitaal] af te dwingen met zuiver redelijke argumenten’, aldus de filosoof Bertrand Russel. In de voetsporen tredend van Edmund Burke, omarmen conservatieven bovendien het glauconiaanse mensbeeld. De mens is inherent onvolmaakt en het vermogen tot redeneren is bij de individuele mens eerder beperkt. Zonder historische en intuïtieve correctie leiden rationele theorieën geheid tot morele entropie. Haidt illustreert dit ‘conservatieve voordeel’ aan de hand van tal van morele dilemma’s doorheen het boek.
Moraal verbindt en verblindt
Omdat redeneren niet de bron is waaruit iemand zijn overtuigingen afleidt, is de verwachting dat logica zal aanzetten tot het aanvaarden van een logisch principe niet meer dan wensdenken. Wat als je je nonkel tijdens de kerstdis toch wil overtuigen? Gebruik empathie als tegengif voor de gelijkhebberigheid van mensen, doe beroep op hun ‘olifant’, vermijd de directe confrontatie en straal respect, warmte en openheid uit.
Mathieu Cockhuyt is verkozen als raadslid in Gent (N-VA). Hij werkt als parlementair medewerker voor N-VA en is voorzitter van Jong N-VA Gent. Mathieu studeerde sociale wetenschappen (HoGent), criminologie (UGent) en bestuurskunde (UGent).
Mathieu Cockhuyt (N-VA): ‘Ongelijkheid op zich is geen probleem. Het is inherent aan het menselijk bestaan.’