Forum
Gelijkheidsfundamentalisme
Mathieu Cockhuyt (N-VA): ‘Ongelijkheid op zich is geen probleem. Het is inherent aan het menselijk bestaan.’
—
Mathieu Cockhuyt is verkozen als raadslid in Gent (N-VA). Hij werkt als parlementair medewerker voor N-VA en is voorzitter van Jong N-VA Gent. Mathieu studeerde sociale wetenschappen (HoGent), criminologie (UGent) en bestuurskunde (UGent).
Mathieu Cockhuyt (N-VA).
Mathieu Cockhuyt (N-VA): ‘Ongelijkheid op zich is geen probleem. Het is inherent aan het menselijk bestaan.’
Deze week rolt het boek ‘De paradox van ongelijkheid in België‘ van de persen, met als meest verrassende conclusie dat de sterkste schouders niet de zwaarste lasten dragen. Vorser André Decoster (KU Leuven) haalt de mosterd bij ongelijkheidsgoeroe Thomas Piketty. Een openbaring, of dient de studie vooral als munitie aan de federale onderhandelingstafel?
Decosters onderzoek hanteert een nieuwe berekeningsmethode, waarbij hij de ‘vervennootschappelijking’ onder de loep neemt. En, tegen de stroom in, concludeert de professor economie dat de ongelijkheid juist toeneemt.
Dat is vanzelfsprekend wanneer de gereserveerde winsten van vennootschappen worden meegerekend. Maar dan rijst de vraag of dit wel gerechtvaardigd is. Klopt het wel om deze winsten toe te voegen aan de inkomensverdeling van natuurlijke personen? Is dit niet het klassieke geval van appels met peren vergelijken, zeker als we de internationale context in acht nemen? Beide zijn fruit, maar wezenlijk verschillend.
Dit doet denken aan de eeuwige discussie dat we elke euro gelijk moeten belasten, quod non. We zien hierbij het fundamentele verschil tussen zekerheid en risico over het hoofd. Een euro die je verdient met arbeid biedt bescherming en een gegarandeerd inkomen. Maar een euro die je verdient door vermogen, bijvoorbeeld via investeringen, dividenden of vastgoed, is het resultaat van risico’s nemen en het laten groeien van kapitaal. Wezenlijk verschillend.
Belastingkampioen
Meten is weten, maar het gevaar bestaat dat het politieke debat verschrompelt tot een herverdeling van de bestaande welvaart, terwijl de werkelijke vraag zou moeten zijn: hoe creëren we meer welvaart?
Die vraag willen de gelijkheidsfundamentalisten niet horen. Die stellen zich op als de hoeders van de heilige graal: ‘Tax the rich.’ Een aantrekkelijke reddingsboei om structurele hervormingen te vermijden, maar niets is minder waar. Want de sterkste schouders dragen al de zwaarste lasten. België heeft de derde hoogste belastingdruk van de industrielanden. Meer dan de helft van het brutoloon verdwijnt naar de overheid.
Van elke verdiende 100 euro geeft de overheid er 54 uit — dat is inmiddels niet alleen een financieel, maar ook een ethisch vraagstuk. Ook wat vermogensbelasting betreft zijn we bij de Europese koplopers. We zijn het meest belaste land en de overheidsuitgaven behoren tot de hoogste ter wereld. De schulden stijgen, en toch is er telkens weer geld tekort voor de kerntaken van de overheid.
Nulsomdenken
De lage gini-coëfficiënt bevestigt Belgiës reputatie als een egalitaire samenleving – misschien wel te egalitair. Toch blijven de ongelijkheidsdenkers vasthouden aan een verouderd, nulsomdenken. Alsof welvaart een statische taart is, waarbij het stuk van de een alleen maar kan groeien als dat van de ander krimpt.
Maar hoe verklaar je dan dat de wereldwijde armoede historisch laag is, terwijl de extreme rijkdom blijft toenemen? Omdat bijvoorbeeld ondernemers maar een fractie ontvangen van de toegevoegde waarde die ze genereren door te ondernemen en te investeren. De rest vloeit terug naar de samenleving. En als we willen blijven genieten van die gedeelde vooruitgang, moeten we grote vermogens koesteren in plaats van ze af te straffen.
Het is ook ironisch dat een populistisch ‘tax the rich’-beleid precies het tegenovergestelde bereikt van wat het beoogt. Buitenlandse voorbeelden bewijzen dat zo’n beleid vooral de middenklasse en de kleine man raakt. En dan hebben we het nog niet over de bureaucratie en overheidsinmenging die nodig zijn om zo’n beleid in de praktijk te brengen.
Bovendien is ongelijkheid op zich geen probleem. Het is inherent aan het menselijk bestaan. Mensen verschillen in talenten, voorkeuren en omstandigheden, en het is logisch dat die verschillen zich weerspiegelen in uitkomsten. Ongelijkheid wordt pas problematisch als afkomst gelijkstaat aan toekomst, en wanneer talent en inspanning niet worden beloond.
Miljonairstaks
België haalt al aanzienlijke inkomsten uit diverse (vermogens)belastingen. Het idee dat daar nog een zak geld te rapen valt is een illusie. Het is bovendien kristalhelder dat België geen inkomstenprobleem heeft, maar een uitgavenprobleem.
Laten we de proef op de som nemen: als we pakweg de rijkste 40 Belgen onteigenen van hun vermogen, dan kan de overheid daar alle sociale zekerheidsuitgaven mee betalen gedurende minder dan een jaar — daarna is het op.
Er valt veel te zeggen voor een grondige fiscale hervorming, maar ‘Das Wahre ist das Ganze’. De focus moet liggen op een beter werkend belastingsysteem, een algemene belastingverlaging én structurele hervormingen van onze sociale zekerheid en arbeidsmarkt. We moeten werken en ondernemen belonen, economische groei stimuleren, werkafkerigheid aanpakken en de kwetsbaren ondersteunen. Een sociaal paradijs bouw je immers niet op een economisch kerkhof.
Categorieën |
---|
Mathieu Cockhuyt is verkozen als raadslid in Gent (N-VA). Hij werkt als parlementair medewerker voor N-VA en is voorzitter van Jong N-VA Gent. Mathieu studeerde sociale wetenschappen (HoGent), criminologie (UGent) en bestuurskunde (UGent).
Mathieu Cockhuyt (N-VA): ‘Extremisme — of het nu komt van religie, woke, links of rechts — vernietigt vrijheid en welvaart.’
Het belang van de industrie voor de tewerkstelling neemt af. Maar dat betekent niet dat er geen nood is aan een industrieel beleid.