JavaScript is required for this website to work.

De V-2’s van Scheveningen

Pieter Jan Verstraete9/11/2020Leestijd 2 minuten

Oorlogsroman die zich afspeelt in november 1944: het drama van de V-2 raketten en van de vrouwen in Mechelen die ze moesten lokaliseren.

De Britse schrijver Robert Harris (1957) verwierf grote bekendheid als schrijver van historische romans. Tot zijn meest bekende werken behoren De geest (over de ghostwriter van een politicus), De officier (over de Dreyfus-affaire) en een trilogie over de Romeinse staatsman Cicero. Nu publiceert hij een korte oorlogsroman.

Ingenieur Rudi Graf

We schrijven november 1944. Vanuit de bossen van Scheveningen aan de Nederlandse kust, nabij Den Haag, vuren de Duitsers meerdere keren per etmaal V-2’s richting Londen. Dat gebeurt onder toezicht van de fictieve ingenieur dr. Rudi Graf. Op de Duitse raketbasis van Peenemünde had hij nauw met Wernher von Braun  samengewerkt.

Beide mannen houden het contact aan. Graf is een idealist en droomde als jongeman een bijdrage te kunnen leveren aan de ontwikkeling van de ruimtevaart ten gunste van de mensheid. Maar in de herfst van 1944 gelooft hij al lang niet meer aan een Duitse overwinning. Hij leerde de harde nazi-wereld van nabij kennen. Als hoofdfiguur wordt zijn karakter door Harris goed uitgespit en kleurrijk beschreven.

Jammer genoeg is dat minder het geval met de andere hoofdfiguur, de Engelse luchtmachtofficier Kay Caton-Walsh. De jonge vrouw werkt bij een eenheid die op luchtfoto’s speurt naar V-2 locaties. Plaatsen waar de Duitsers hun V-2’s ontwikkelen, bouwen en vanaf september 1944 met succes afvuren.

Vrouwen in Mechelen

Vanaf het moment dat de Britten erin slagen om met een radar de positie van zo’n raket in vlucht te bepalen, wordt het aan de hand van ingewikkelde berekeningen mogelijk om de plek te achterhalen, vanwaar hij is afgevuurd. Samen met een kleine eenheid vrouwen, allen krakken in wiskunde, wordt Kay naar Mechelen overgevlogen.

De schemerige herfstsfeer in de stad krijgen we beeldrijk mee. Een stukje collaboratie en straatrepressie komt eventjes om de hoek kijken.

Na hun berekeningen hebben de vrouwen in hun commandocentrale  zes minuten tijd om de positie te bepalen van de afvuurplek. Ze geven die dan door aan de Royal Air Force die de aangegeven plek dan binnen het half uur kan bombarderen. Maar keer op keer en ondanks alle inspanningen, wordt het een mislukking. Men verplaatst de raketten immers telkens weer  naar een andere positie. Tot in maart 1945 bleven de Duitsers Londen bestoken vanuit de bossen van Scheveningen.

Gesofisticeerd wapen

Nazi-Duitsland was al een tijdje op alle fronten aan de verliezende hand. Toch slaagde het erin het meest gesofisticeerde wapen uit de Tweede Wereldoorlog te ontwikkelen en te produceren. Dat gebeurde ten koste van duizenden concentratiekampgevangenen.

Tegen de V-2 was geen enkele afweer mogelijk: het tuig klom tot op een hoogte van 100 km en bereikte een snelheid van 3 à 4000 km/u. Je hoorde het zelf niet aankomen tot vlak voor de inslag. In deze faction-roman krijgen we de hele voorgeschiedenis van het Duitse raketwapen opgediend. Samen met alle mogelijke technische snufjes. Zo kan je jezelf als lezer na het afronden van de lectuur als een specialist ter zake beschouwen. Tussendoor krijg je ook menige wiskundeles opgedist zoals in de trigonometrie – ik diende het woord zelf op te zoeken.

Het verhaal speelt zich af tijdens vijf dagen op het einde van november 1944, afwisselend in Londen, Scheveningen en Mechelen. Een flink deel van de roman, zo noemt Robert Harris zelf zijn boek, vindt plaats in de duisternis. Op het einde publiceerde hij een aanvullende bibliografie over de V-2. Waarom de uitgever op de cover vermeldt dat het over een ‘thriller’ gaat, is mij een raadsel.

Maar laat je, lezer, hierdoor niet misleiden. Het boek leest vlot weg, buiten de vele technische uitweidingen dan, in deze coronatijden. Trouwens auteur Harris liet weten dat hij zijn oorlogsroman schreef tijdens de lockdown in het voorjaar.

Pieter Jan Verstraete (1956) is bibliothecaris in Kortrijk maar wijdt zich al zijn hele leven aan de geschiedschrijving van de Vlaamse Beweging. Hij is de biograaf van o.a. Hendrik J. Elias, Odiel Spruytte, Reimond Tollenaere, Leo Vindevogel en tientallen militanten uit de Vlaamse Beweging. Momenteel werkt hij aan een monumentale biografie van Staf De Clercq.

Commentaren en reacties