De democratie en haar media
Hoe goed functioneert representatieve democratie tijdens het stormachtige informatietijdperk?
“De parlementaire democratie stamt uit de tijd dat politici zich verplaatsten met paard en wagen.” Dit citaat (p.309) vangt het essentiële probleem in het boek. Wij leven in een democratie die onder de omstandigheden van bepaalde spelregels is opgericht, maar die spelregels zijn drastisch veranderd. Wat betekent dit voor het functioneren van onze democratie? Hoe goed functioneert representatieve democratie tijdens het stormachtige informatietijdperk?
Welkom in de wereld van communicatieve media, -tempo en -ruimte. Dit is de drieslag die het boek hanteert. Via deze drie begrippen hakt Lukkassen door de mediajungle, waarbij hij netjes alles classificeert. De lezer merkt dat de auteur met zevenmijlshersenen door de wereld van de theorie stapt. Gelukkig is de schrijfstijl vloeiend. Voor Lukkassen is democratie iets waarvan het ware wezen zich niet in de theorie toont, maar een fenomeen dat begrepen moet worden door te omschrijven hoe het in de praktijk functioneert.
Zodra de uitgangspunten en de geschiedenis van de parlementaire instituties behandeld zijn, volgen de zorgen over de postmoderne benadering. Postmodernisme zou de publieke rede ongeschikt maken voor een democratie gebaseerd op logica, empirie en diepgaande dialogen. Op dit punt lijken de door Lukkassen geopperde problemen nog een storm in een glas water. Maar de ernst in zijn schrijven wordt in het begin slechts verbloemd omdat hij nog zijn theoretische raamwerk neerlegt. Daarna laat het boek zijn tanden zien.
De democratie volgens Lukkassen
Het boek maakt duidelijk dat de democratie geen ideologisch einddoel of streven is, maar slechts een middel. Democratie is het proces waarmee verschillende ideologieën, binnen de rechtvaardiging van de meerderheid, groeien of krimpen, hetgeen een vreedzame machtsoverdracht mogelijk maakt. Zo wordt snel duidelijk hoe hol de democratie is. Want de democratie blijkt een procedure die niet zonder een externe ideologische motivatie kan.
Het boek komt meerdere malen terug op de problemen van het postmodernisme, het verlies van God, de Kerk en het vervallen in speltheorieën, waarbij iedereen ervan uitgaat dat iedereen enkel uit is op eigenbelang. Lukkassen komt meerdere malen op dit probleem terug en schrijft op een van de laatste pagina’s kernachtig zijn conclusie:“De democratische crisis is bovenal een crisis van waarden: de crisis van een samenleving die in alles een compromis zoekt.”
Een ander probleem is de ‘beelddictatuur’ door sensatiemedia. Beelden zijn heel sterk en bepalen in grote mate hoe een politiek issue geframed wordt. We staan immers zo ver van de reële gebeurtenissen af dat wij afhankelijk zijn van die beelden. Tegelijk zijn er meer ‘waarheidsmakers’ dan ‘waarheidszoekers’. Politici managen hun plaats hierin via een leger juristen, pr-managers en spindoctoren. Deze ‘waarheidsmakers’ scheppen beelden die hun belangen dienen. “Deze ‘dictatuur van het beeld’ ondermijnt representatie, waarbij men juist onderhandelt en compromissen sluit tussen uiteenliggende posities. Het is in die zin ondemocratisch dat een beeld, dat een kleine uitsnede is van de overkoepelende situatie, zoveel ruimte opeist.”
De balans tussen het maken en zoeken van waarheid is uit balans. Het aantal mensen betrokken bij het framen en verkopen van waarheden overstijgt in ongezonde mate het krimpende kliekje journalisten. Daarbij komt ook dat journalisten minder kritisch worden en meer de kijkcijfers en snelle hype’s achterna jagen dan dat ze kwaliteit en objectiviteit willen bieden. Lukkassen brengt uitvoerig in kaart hoe dit alles schadelijk is voor het meest essentiële element van alle democratieën: de Öffentlichkeit – de ruimte van de publieke rede.
Hoewel het boek redelijk dicht bij zijn proefschrift blijft, is het verrassend goed leesbaar en valt het uitstekend te begrijpen. Afsluitend moet ik nog wel een kritische noot kraken over de recensie door de politicoloog Arnout Maat. Die recensie op The Post Online stelde: “Bovendien valt het wel mee met de gedachte dat het politieke systeem veel verantwoordelijkheid vraagt van kiezers: in De particratie laat ik zien dat uiteindelijk niet kiezers, maar de partijverbanden in Nederland het laatste woord, en dus de grootste verantwoordelijkheid, hebben.”
Had Maat het boek goed gelezen, dan was hij meermaals gestruikeld over Lukkassens analyse dat de democratie gekaapt is door de mensen die de lijsten voor verkiezingen opmaken. Ik vind de redenering scheef: ‘het laatste woord hebben’ betekent niet per se ‘verantwoordelijkheid dragen’. Daarbij beschrijft het boek ook uitgebreid de wijze waarop de groepsdynamiek van partijen maakt dat verantwoordelijkheid makkelijk te ontlopen is.
Een kritiek is dat de aangedragen oplossingen wat karig zijn. Lukkassen bedrijft pure wetenschap, door niets anders te doen dan een onbeschreven werkelijkheid te betreden en tot in detail te analyseren. Hier is het boek dan ook ijzersterk in. De auteur is in mijn ogen vooral belangrijk, omdat hij de wijsheden van linkse denkers als Marx, Gramsci en Žižek beheerst, zonder een marxist te worden.
Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.
Dirk Rimaux: ‘De oorlog kan je zien als een uitgestelde onafhankelijkheidsoorlog waarbij Oekraïne zijn zelfstandigheid verdedigt. Maar hoever kan je daarin gaan?’