JavaScript is required for this website to work.

Door Bosch de bomen

Wim van Rooy11/11/2019Leestijd 6 minuten

Nadat Thilo Sarrazin in Duitsland de noodklok luidde, doet ook Frits Bosch dit voor Nederland. Welvaart staat onder druk van moralisme.

In 2010 publiceerde de Duitse sociaaldemocratische politicus en econoom Thilo Sarrazin (SDP) het explosieve en ondertussen maatgevende werk (vol gründliche cijfers en tabellen) Deutschland schafft sich ab. Wie wir unser Land aufs Spiel setzen  (463 blz.). Sarrazin kreeg direct de hoon van zijn partijgenoten en alle politiek correcte uitvreters uit de media over zich heen.

Hij was zijn boek begonnen met een statement van de negentiende-eeuwse socialistische theoreticus Ferdinand Lasalle: ‘Alle politieke Kleingeisterei  bestaat in het verzwijgen en toedekken van datgene wat is’. Summier vertaald: de mens wil een ‘ongeschminkte waarheid’. Sarrazins conclusies waren verregaand en voor het gehoorzame en onderdanige Duitsland onverdraaglijk. Zo stelde hij onder meer dat het Duitse volk aan gemiddelde intelligentie aan het verliezen was. Ook de demografie is bij hem absoluut geen taboe: welk Europees land immers vraagt zich nog af waar men – met de immigratie van een volslagen andere cultuur voor ogen – demografisch heen gaat en wat de reële gevolgen daarvan zijn? We willen daarover niet nadenken, schrijft Sarrazin, maar dat doen we wel als het over het klimaat gaat want dan spreken we over honderden jaren.

Het Duitse gouden tijdperk dat omstreeks 1950 begon, gaat langzaam ten onder, en daarvoor is onder andere de immigratie verantwoordelijk, zo schreef de ondertussen gedemoniseerde auteur. Het was vloeken in kerk en moskee (en soms zelfs in de synagoge). Met Goethes Faust, die de auteur in goed-Duitse traditie hier en daar citeert, zou men bij monde van de Europese elites kunnen roepen: ‘Ich bin der Geist der stets verneint’, ik ben de geest die eeuwig ondermijnt. En die geest kan dan bijvoorbeeld Merkel zijn met haar absolute ‘Willkommenskultur’ die de bijl legt aan de wortels van onze samenleving, en bij uitbreiding: van onze westerse beschaving.

Neerlands hoop

De Nederlandse macro-econoom, financieel adviseur en socioloog Frits Bosch gaf onlangs een gelijkaardige studie in het licht: Schaft ook Nederland zich af? Ons land in de waagschaal, waarbij de ondertitel bijna die van Sarrazin dekt: immers, wie zijn land op het spel zet, stelt het in de waagschaal. De uitkomst is misschien ongewis, maar iedereen die nog wat common sense  in huis heeft, vermoedt dat beide auteurs geen fijne afloop voorspellen. De oplossingen liggen voor de hand, maar ze zijn gevaarlijk omdat men op het dunne koord van de liberale rechtsorde moet dansen. Frits Bosch probeert in zijn 304 bladzijden tellende werk een helikopterzicht te ontwikkelen en richt zijn diepgravende analyse vooral op Nederland en Duitsland, maar wie het boek grondig doorneemt, zal vlug merken dat ook ons land exemplarisch in het geding is. In wezen is zijn analyse van het verval van onze beschaving voor heel Europa geldig.

Het werk bestaat uit vier grote delen, alle vier even doorwrocht. De teneur is duidelijk en is die van Sarrazin: onze samenleving is prachtig, maar het zijn in de eerste plaats de Europese elites die onze maatschappij naar de gallemiezen helpen, en dit onder de noodlottige invloed van immigratie, islam, en door een pervers en voor een behoorlijk deel christelijk schuldcomplex. Ons moreel kompas, geconstrueerd door de 68’ers via de deconstructie van het Westen in al zijn facetten, werd kapot gemaakt door de gramsciaanse organische intellectuelen met hun opiniehegemonie. Die ‘progressieve’ cultuur werd uiteindelijk door zowat alle elites overgenomen en vormen onze tijdsgeest, leggen hem in de mal van de pensée unique.

Inspiraties

Bosch laat in zijn eerste hoofdstuk een paar interessante denkers aan het woord: de psycholoog Paul Bloom, de etnoloog Frans de Waal, psychiater Esther van Fenema (‘Moreel globaliseren wordt steeds lucratiever en er spelen tegenwoordig dan ook grote belangen om ons empathisch vermogen te verzilveren’), neuropsycholoog Victor Lamme, de filosoof van Syrische afkomst Bassam Tibi (die bijvoorbeeld duidelijk aangeeft dat hij in Duitsland niet kan zeggen wat hij in Nederland wél kwijt kan en erg somber is over een Europese islam), immigratiespecialist Piet Emmer (‘De inheemse Afrikaanse slavenhandel is niet door het Westen geïnstigeerd, maar bestond ver daarvoor al’) en wiskundige en cultureel antropoloog Jan van de Beek (‘Mijn stelling is: de verzorgingsstaat wordt door de massa-immigratie onhoudbaar’) die op een stringente manier onweerspreekbare cijfers toont.

De Canadees-Amerikaanse psycholoog Paul Bloom ligt misschien wel aan de basis van de psychologische teneur van het boek wanneer die – tegen de keer – stelt: ‘Ik ben tegen empathie. Empathie is een slechte morele gids; het leidt tot verkeerde beslissingen en ontwrichting. Ga voor rationele compassie met zicht op lange termijn consequenties’. Op macroniveau is empathie dus noodlottig, en vooral: sentimenteel. Bloom spreekt van ‘empathiewaan’, met nadruk op ‘waan’, wat verwijst naar het verliezen van contact met de werkelijkheid. Het soort empathie dat ons dagelijks in de media wordt voorgehouden en ingelepeld, komt neer op pure sentimentaliteit en verwijdert ons, ondanks de iconische exposure van meelijkweekende beelden (denk aan de dode Alan Kurdi op het strand) van de werkelijkheid.

Te veel aan empathie

Dat soort empathie leidt uiteindelijk tot het uiteenvallen van de eigen samenleving, zoals uitvoerig beschreven door de Amerikaanse socioloog Robert Putnam. Met andere woorden en als politiek incorrecte parafrase: wie heel Afrika en de Arabische wereld binnenhaalt, wordt zélf Afrika (en later moslim, cf. Houellebecq’s roman Soumission).

Het ziet ernaar uit dat het uiteenvallen van de verzorgingsstaat en de intro van permanente agressie in de vorm van allerlei terrorisme en banlieue-straatgeweld al een kleine voorbode zijn van de apocalyptische deconfiture die ons te wachten staat. De elites hebben er geen last van (zie het interview met de oude Le Pen in Doorbraak  van 15 oktober die de ontsnappingswegen van de elitocratie mooi schetst). Die last is voorbehouden aan de modale werkende mens.

Die reageert dan, althans volgens de postmoderne elitepopulisten in hun gewatteerde universum, met zijn eigen volkspopulisme – en dat is natuurlijk de verkeerde reactie. Het volk wordt dan bijvoorbeeld verweten racistisch te zijn, terwijl men het begrip racisme dermate heeft opgerekt buiten de grenzen van zijn betekenis dat iedereen de racist wordt van de ander; daarbij vergeet men dat Europa het minst racistische continent is ter wereld. Het is van een intense schunnigheid.

Evoluties

Eén van de merkwaardige vaststellingen is dat officiële Nederlandse instellingen zoals de WRR (Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid) eigenlijk tot dezelfde politiek incorrecte vaststellingen komen als Frits Bosch en de auteurs die hij citeert. Zo bijvoorbeeld constateert de WRR dat meer diversiteit samenhangt met minder cohesie. Het SCP (Sociaal Cultureel Planbureau) stelt in zijn Burgerperspectieven  (2019) dat het welbevinden van burgers achteruitgaat door toenemende spanning en tegenstellingen, iets wat de modale burger natuurlijk al lang weet én elke dag ervaart.

Het rapport De religieuze beleving van moslims in Nederland  (2018) stelt dat moslims religieuzer worden. Dat wordt nog eens uitentreuren bevestigd in het recente boek van Ruud Koopmans Het vervallen huis van de islam. Maar de koers wordt niet bijgesteld, zowat alle Europese regeringen blijven zich bezighouden met surreële trial en error, begrijpen niets van de islam en zijn politiek, menen met hun dwaze pedagogische opvattingen dat de-radicaliseren mogelijk is en raken in hun cognitief dissonante dimensie zelden de kern van het probleem.

Het is dus in de eerste plaats psychologie waarmee we te maken hebben. Dat is het uitgangspunt van het hele boek van Frits Bosch en het is volgens hem klaarblijkelijk de kern van de multiculturele malaise waarin we ons in Europa bevinden. Elk nationaal gevoel wordt in dat verband door allerlei beunhazen verdacht gemaakt, waarbij de modale man of vrouw uit levens- en soms zelfs lijfsbehoud vaak niets anders te doen staat dan zich te voegen bij het leger van de deugende dwazen. Het nieuwe boek van Douglas Murray spreekt in dat verband heel terecht van The Madness of Crowds. Aan de basis daarvan ligt de nieuwe waanzin van de nieuwe EU-heersers, zowel die van links als van rechts. Cultureel is Europa, op schaarse uitzonderingen na, totalitair geworden.

Meer ratio!

In de jaren dertig sprak en schreef Huizinga over Nederlands ‘geestesmerk’ (wie het wil lezen: in het VW VII, 1950), waarbij hij er, in tegenstelling tot de angsthazen van vandaag, niet voor terugdeinsde de karaktertrekken van het Nederlandse volk te benoemen, nu zouden we van de ‘canon’ gewagen. Het kwam voor Huizinga op de geest aan, zoals bij Frits Bosch, ‘een geest die ondanks alle verscheidenheid en verdeeldheid één stempel draagt’. Die geest waarin onderling vertrouwen bepalend was, werd vandaag door neoliberalisme, islam en immigratie uiteengerafeld, en niemand voelt er zich goed bij. In het boek van Frits Bosch wordt die deconfiture nauwgezet ontleed, waarbij alle aspecten van de malaise indringend aan bod komen, zowel kwantitatief als kwalitatief: voor dat laatste is vooral het werk van Jan van de Beek trendsettend.

De analyse van Frits Bosch steunt op de gedachte dat het niet zozeer aankomt op moraliteit (daar hebben we de jongste decennia genoeg van door de strot gekregen) maar op inzichtelijkheid. Dit betekent meer rationaliteit. En ik voeg eraan toe: meer common sense. Het was de Roemeens-Franse sociaalpsycholoog Serge Moscovici die erachter kwam dat intellectuelen aan meer vooroordelen lijden dan de modale man, iets wat we vandaag elke dag opnieuw kunnen vaststellen. Hun intellectueel terrorisme is gevaarlijk en doodt elk gezond verstand, waarbij ook elk debat – als het er al is! – a priori wordt bezwaard en vervalst.

Rationaliteit én gezond verstand: die twee aspecten van het denken vindt men door heel dit boek heen. Frits Bosch’ werk kan daarom met gemak de evenknie van Sarrazin worden genoemd. Het is een rationele en seculiere eenentwintigste-eeuwse versie van de negentiende-eeuwse aanklacht die toen ‘Bezwaren tegen den geest der eeuw’ werd genoemd. Want wat immers is vandaag progressief en wat reactionair?

Wim van Rooy (1947) is publicist en essayist. Hij is licentiaat Letteren en Wijsbegeerte afdeling Germaanse Filologie en licentiaat Zweedse Taal- en Letterkunde (RUGent, 1971) - bijkomende specialisatie: godsdienstwetenschap. Hij is auteur van o.a. ‘De malaise van de multiculturaliteit’ en ‘Waarover men niet spreekt. Bezonken gedachten over postmodernisme, Europa, islam’.

Commentaren en reacties