Dwarsliggers
Een selectie uit de columns van Arthur van Amerongen legt zijn mild conservatisme rond en zijn reactie op al wat politiek correct is…
Arthur van Amerongen is een Nederlands auteur en publicist die bij ons minder bekend is, en dat is in dit geval binnen de categorie ‘zonde’ een doodzonde. Hij studeerde Semitische talen aan de Universiteit van Amsterdam, een extra jaar aan de Hebreeuwse universiteit van Jeruzalem, promoveerde op de koppensnellers van het Algerijnse FIS, dook een jaar onder in het Brusselse om islamitische theologie te studeren aan de Al-Khaira Academie en publiceerde als klokkenluider zijn baanbrekende maar onheilspellende Brussel-Eurabia (deel 1, 2008), waarin hij onder meer waarschuwde voor de ‘explosieve haatbaarden’ en de roedels salafisten die bij ons als islamofascisten vrijelijk hun ding konden doen.
Voor de conformistische media-kongsi was hij dus een racist, een islamofoob, en nog wat van dat redeloos semantisch gelul. U kent ondertussen de mantra’s van de politiek correcte sekte. In 2015 keert hij terug naar Brussel, publiceert het tweede deel van Brussel-Eurabiaen stelt vast, net zoals zijn kompaan de oorlogsfotograaf Teun Voeten, dat er ondertussen helemaal niets veranderd is. Ik voeg er even aan toe: de aanslagen in Zaventem en Maalbeek waren een tragische bevestiging van alles wat Van Amerongen (en Teun Voeten) over islam en Brussel had geschreven. Het drijft me ertoe te beweren dat islamofiele politici en miesgassers als Moureaux een nieuw soort oorlogsmisdadigers zijn die nooit ter verantwoording worden geroepen.
Politiek Héél Incorrect
Van Amerongen, van alle goocheme markten thuis, is hors catégorie. Hij is berucht om zijn vileine, raillerende, goed gebekte en meestal volslagen politiek incorrecte columns vol nieuwe scheldwoorden die de inventiviteit verraden van de uitgekookte edoch sympathieke machistische picaro.
Ooit was hij zo links als de pest (kun je nagaan: in de jaren 70 was hij als mannelijke feminist met zowat alle linkse zaken solidair, met de Palestijnse zaak, met het ANC van Mandela, you name it), maar sinds hij de schaamte voorbij is, vuurt hij vanuit zijn privé-mancave in de Algarve zijn ‘spiritualia’ vol Witz, aangelengd met het nodige vuurwater, af op de luie Hollandse broeders en zusters.
G.B.J. Hiltermann
Deze conservatieve anarcholiberaal (de term is van zijn leermeester Martin van Amerongen — geen familie) schreef voor zowat elk bekend ‘Hollands’ weekblad, ofwel onder eigen naam, ofwel als ‘taalnazi’ onder het pseudoniem Mr. G.H.B. Hiltermann, een impliciete maar vaak averechtse ode aan journalistieke grootheden als Jérôme Heldring, Jacques Gans en Willem Oltmans, taalvirtuosi met een handleiding, karaktermannen van conservatieve tot reactionaire snit.
In de Hiltermann-columns geeft Van Amerongen zijn verdraaide, tegendraadse en idiosyncratische kijk op ‘de toestand in de wereld’, een verwijzing naar de fameuze radiopraatjes van de beruchte Nederlandse journalist G.B.J. Hiltermann (zeker nog bekend bij de oudere lezers), die er van 1956 tot 1999 zowat tweeduizend gaf en er prat op ging alle groten van de aarde te hebben ontmoet. Dat nodigt uit tot hilarische passages, zeker wanneer Van Amerongen in de overdrijvingsmodus schiet door de groten die hij ontmoet kleiner te maken en zichzelf als Hiltermann tot über-geostrateeg te bombarderen. Zo klaagt Van Amerongen en passant het belachelijke van de dure woorden aan en de pretentie van het politieke gedoe. Zijn columns zijn eigenlijk een pleidooi voor het eerherstel van het gezond verstand en van een mild conservatisme, waarbij de dominee, zeg maar de ongewassen deegsliert Freek de Jonge, voor schut staat.
Waarschuwing: de lichtjes gemuteerde G.B.J. (de afko’s van de voornamen van de échte Hiltermann) in G.H.B. staat bij Arthur Van Amerongen voor gamma-hydrexyboterzuur, de goedkope variant, van XTC…. De paradox is: neem het opgewekte én in vitriool gedrenkte taalcircus van deze gemankeerde maar goudeerlijke en gemankeerde wereldverbeteraar maar beter au sérieux. Zijn frivole capriolen gaan dieper dan men denkt, ze staan haaks op de conformistische tijdgeest en leggen een clowneske geest bloot die de moralist in zich verbergt, een sarcastische grappenmaker die zoals een clown getergde emoties verbergt. Inzake wereldbeschouwing is hij immers een joviale maître à penser, een man van de vrolijke wetenschap die naar mijn smaak altijd gelijk heeft (W.F.Hermans keert zich niet om in zijn graf maar knort genoeglijk) omdat hij de nihilistische tijdsgeest met een slimme dosis nihilisme te lijf gaat: similia similibus curantur, nietwaar (‘het gelijke wordt door het gelijkende genezen’).
Taalacrobaat
Van Amerongen, die ook zes jaar in Zuid-Amerika woonde, is een woord-virtuoso, een hoogbegaafde acrobatische woordenaar die op elke bladzijde de Nederlandse lexicografie op de proef stelt en onze woordenschat, en bij uitbreiding zowat alle talen die hij op zijn zwerftochten hoort, op een Procrustesbed legt.
Hij graait in elke Europese taal naar believen en met een unieke souplesse, en telkens weer slaagt hij erin de lezer (althans zo vergaat het mij) onbedaarlijk te doen schaterlachen met maar weer eens een onweerstaanbare taalvondst – en die trouvaille vindt dan vaak haar weg in de Nederlandse woordenschat. Zo is hij ook de Jood onder de schrijvers want zijn verbale krachtpatserij is vaak Jiddisch gekleurd, al is het Surinaamse Sranantongo ook van de partij. Kortom: Van Amerongen schept een heel eigen, gecreoliseerd taaltje, een woordenboekenfeest van jewelste.
Louis Paul Boon
Van Amerongens verbale hoogbegaafdheid doet ons ootmoedig het hoofd buigen. Deze taalgeweldenaar mag Louis Paul Boons uitroep in Jan de Lichte ‘voor geen chanterik peu’, voor geen enkel gezag bang, tot de zijne maken. Ik citeer hier de grootste schrijver van ons taalgebied (naast Multatuli) omdat ook zijn werk vandaag onder curatele staat van de politiek correcte inquisiteurs die overal racisme ontwaren en van zuiverheid hun anachronistische broodwinning hebben gemaakt (ik meen me te herinneren dat Boontje ergens in zijn werk het woord ‘neger’ neerschreef!).
Ik denk dan ook dat Van Amerongen de verwijzing naar ‘Viezentist Louis’, het epitheton ornans waarmee de goegemeente Boontje totaal onterecht en gemeen opzadelde, toch wel zou appreciëren… Zoals Boon is Van Amerongen een tegenvoeter met een onorthodoxe geest.
Gestapo
Van Amerongens columns zijn één aanklacht tegen de humorgestapo, een ode aan de burgerlijke ongehoorzaamheid en een hommage aan de waarachtige bohémien. Het zijn onorthodoxe berichten aan de samenleving, een hevige charge tegen al datgene wat wij op Doorbraak aan misselijk makende thema’s verafschuwen: de islamknuffelaars, de welzijnswerkers, de narcistische deugers, de fascistische antifascisten, de aan het infuus liggende kunstenaars, de struisvogels die de pers willen breidelen (één van zijn slachtoffers is David van Reybrouck). Hij geselt de politiek correcte krankzinnigheid, de diversiteitsindustrie en het racisme als verdienmodel.
Het boek, uitgegeven bij Ezo Wolf, telt twee delen, samen 416 pagina’s puur taal- en ideologisch genot. Het ene deel heet Dwarsdenker des Vaderlands en bevat de columns van deze eigenheimer over alle mogelijke krankzinnige aspecten van onze samenleving. Het tweede deel heet De toestand in de wereld en bevat de persiflerende columns van deze dwaalgast en iconoclast op de geostrategische praatjes van de authentieke Hiltermann. Lol verzekerd, en beter dan Komrij!
Wim van Rooy (1947) is publicist en essayist. Hij is licentiaat Letteren en Wijsbegeerte afdeling Germaanse Filologie en licentiaat Zweedse Taal- en Letterkunde (RUGent, 1971) - bijkomende specialisatie: godsdienstwetenschap. Hij is auteur van o.a. ‘De malaise van de multiculturaliteit’ en ‘Waarover men niet spreekt. Bezonken gedachten over postmodernisme, Europa, islam’.
Het overlijden van de briljante schrijver Wessel te Gussinklo ging bijna onopgemerkt voorbij. Een in memoriam.