JavaScript is required for this website to work.

Kijk! Daar, kijk!: Erik de Kuyper flaneert door Brussel

Manu Van der Aa12/3/2024Leestijd 2 minuten
TitelKijk! Daar, kijk!
SubtitelTraag door Brussel
AuteurEric de Kuyper
UitgeverBoom uitgevers Amsterdam
ISBN9789024451388
Onze beoordeling
Aantal bladzijden286
Prijs€ 24,9

Erik de Kuyper neemt de lezer mee op zijn wandelingen door Brussel en leidt hem naar interessante plekken die in de doorsneegids niet voorkomen.

In Kijk! Daar, kijk! neemt Eric de Kuyper de lezer mee op zijn talrijke wandelingen door Brussel, op zoek naar een nieuwe woning of gehoorzamend aan de dagelijkse bewegingsplicht, al dan niet in het gezelschap van de kleuter Gabriel. Zijn fragmentarische observaties gaan meestal over de architectuur – de alom tegenwoordige art nouveau – of over de urbanistiek van de hoofdstad, waarbij hij uiterst mild oordeelt. Toch blijft De Kuyper, die zijn liefde voor Brussel eerder al neerschreef in Een passie voor Brussel, kritisch.

Zo onderzoekt de auteur aan de hand van een boek uit 1996 Bruxelles est malade van Michel Michiels, waarin de talrijke Brusselse stadskankers worden opgesomd en in beeld gebracht, hoe het vandaag daarmee gesteld is. Zijn conclusie: ‘En o wonder of niet: ze zijn bijna allemaal verdwenen. Na twintig jaar dus. Wat er in de plaats kwam is niet altijd even geslaagd. Maar hele buurten bestaan niet meer als stadskankers. Soms zijn het juist aantrekkelijke buurten geworden, waarbij de mooie erfgoedgebouwen opnieuw tot hun recht komen.’

Aandacht en investeringen

Die toegenomen aandacht voor en investeringen in het bouwkundige erfgoed kadert volgens De Kuyper in de stadsmarketing waar ook Brussel, in navolging van andere grote Europese steden zoals Barcelona en Lissabon, bijna toe verplicht werd. Het heeft volgens hem dus ook goed uitgepakt, want niet alleen oogt de stad veel beter, ze lokt zo ook meer binnen- en buitenlandse bezoekers.

Maar het is natuurlijk niet allemaal rozengeur en maneschijn. De Kuyper betreurt, met vele Brusselaars, het verdwijnen van de openluchtzwembaden. Hij stelt daarom voor om enkele van de talrijke vijvers en meren in het oosten van Brussel in te richten als zwemgelegenheid. Ook de nieuwe hoogbouw in anonieme international style en de troosteloze metrostations kunnen op weinig sympathie rekenen.

De Kuyper heeft ook een zwak voor ‘geheime’ plekken in de stad en in het bijzonder voor de parken – secret gardens – die vaak een beetje verstopt liggen

De combinatie met de ‘kunst’ waarmee de meeste van die stations ter compensatie werden volgepropt, is meestal niet erg geslaagd. Een uitzondering maakt De Kuyper voor de hoofdingang van Montgomery met een panoramisch schilderij in regenboogkleuren van graficus Folon en voor de reuzegrote gezichten van de onlangs overleden Benoît van Innis op de witte tegels van metrostation Maalbeek.

Tante Jeannot en secret gardens

Hoewel de flaneur het vooral over gebouwen, straten, parken en pleinen heeft, observeert hij sporadisch ook de mensen die in de hoofdstad rondlopen. ‘Wat ik nog zelden zie: een koppel dat arm in arm op straat wandelt.’ Recent is het fenomeen van de toeristen die op het Poelaertplein in stilte naar de zonsondergang komen kijken ‘die hier inderdaad altijd indrukwekkend is’. Leuk is bovendien dat De Kuypers tante Jeannot, die we nog kennen uit De hoed van tante Jeannot. Taferelen uit de kinderjaren in Brussel, waarvoor hij in 1990 de prestigieuze NCR-literair-prijs kreeg, af en toe in zijn relaas opduikt.

De Kuyper heeft ook een zwak voor ‘geheime’ plekken in de stad en in het bijzonder voor de parken – secret gardens – die vaak een beetje verstopt liggen. Hij wijst ons de weg naar vele bijzondere plekken, zoals de tuin van het Wiertzmuseum, die onlangs werd opengesteld. Wie Brussel wil (her)ontdekken zal met dit boek als leidraad op plaatsen komen die de doorsneegids niet vermeldt. En zal ook vaststellen dat in het parkje bij het Wiertzmuseum inderdaad bustes staan van Homerus en Socrates, maar niet van Plato, zoals De Kuyper in Kijk! Daar, kijk! schrijft, wel van Dante en Voltaire. Maar misschien heb ik niet goed gekeken.

Manu van der Aa (1964) is literatuurhistoricus en stichtend redacteur van het literair-historisch tijdschrift Zacht Lawijd. Hij publiceerde o.m. over E. du Perron, Michel Seuphor, Gerard Walschap, Alice Nahon, Paul-Gustave van Hecke en Paul Méral.

Commentaren en reacties