JavaScript is required for this website to work.

De moord op een bibliofiel: het verrassende verhaal achter de collectie Faber

Manu Van der Aa22/3/2024Leestijd 2 minuten

Bibliofilie en moord: conservator Jan Pauwels onthult het opmerkelijke verhaal achter de collectie Faber van de Koninklijke Bibliotheek.

Frédéric Faber is een befaamd boekenverzamelaar. Zijn collectie is integraal bewaard gebleven, maar over de man achter de boeken is opvallend weinig bekend. Een reconstructie van zijn biografie onthult verrassende feiten, die een nieuw licht werpen op het leven, de dood en de collectie van Faber.

De naam Frédéric Faber (1837-1884) zal bij weinigen een belletje doen rinkelen, maar in 1895 werd deze Brusselaar een van de belangrijkste personages in een geruchtmakend proces. Toen stond namelijk Maria Ablaÿ terecht voor meervoudige gifmoord, onder anderen op haar echtgenoot Frédéric Faber, zowat tien jaar voordien. Op dat Antwerpse assisenproces, dat door de internationale pers gevolgd werd, voerde de verdediging de man op als een verwoed bibliofiel. Met zijn exorbitante boekaankopen zou hij zijn gezin in het verderf gestort hebben.

In 1885 verwierf de Koninklijke Bibliotheek van België (KBR) voor 5.000 frank – een tiende van de oorspronkelijke vraagprijs – de toneelbibliotheek van Faber. Het ging om ongeveer 7.000 boeken en 26.000 brochures. Vooral die laatste verzameling van efemere publicaties – toneelprogramma’s en dergelijke die de meeste mensen meteen weggooien en die dus zeldzaam zijn – is uiteraard bijzonder interessant voor een bewaarbibliotheek. Op basis van deze verzameling schreef Frédéric Faber overigens zijn vijfdelige geschiedenis van het Franstalige toneel in België. Het werk verscheen tussen 1878 en 1880 en was het eerste in zijn soort.

Entertainende non-fictie

Jan Pauwels, conservator handschriften en oude drukken van de KBR, buigt zich in deze kleine maar fijne uitgave over de opmerkelijke en verrassende geschiedenis van de collectie Faber, die nu al 140 jaar in de magazijnen van de Koninklijke Bibliotheek integraal bewaard wordt. Pauwels stelt vooral de onjuiste beeldvorming over de grote boekverzamelaar Frédéric Faber bij.

De auteur, die eerder al twee op historische feiten gebaseerde romans publiceerde (Gekroonde hoofden en Zwarte kappen) sleept de lezer mee op zijn spannende zoektocht naar het ware verhaal achter de collectie. Men hoeft dus zelf geen hele of halve bibliofiel te zijn om toch van de lectuur van dit rijkelijk geïllustreerde boekje te kunnen genieten.

Met De moord op een bibliofiel laat Jan Pauwels zien dat er ook over onbekende en ogenschijnlijk saaie figuren, bijzonder entertainende non-fictie kan geschreven worden. Ik kijk dan ook reikhalzend uit naar Pauwels volgende boek: de biografie van de Gentse bibliofiel Karel van Hulthem (1764-1832) wiens collectie de basis vormde voor de KBR.

Manu van der Aa (1964) is literatuurhistoricus en stichtend redacteur van het literair-historisch tijdschrift Zacht Lawijd. Hij publiceerde o.m. over E. du Perron, Michel Seuphor, Gerard Walschap, Alice Nahon, Paul-Gustave van Hecke en Paul Méral.

Commentaren en reacties