Film en boeddhisme
Heeft zen in film ook zin in film?
Onze beoordeling |
---|
Onthecht leven, vredelievendheid en reïncarnatie zijn de leidraden in de films Samsara en The Monk and the Gun.
Onthecht leven, pacifisme en reïncarnatie zijn maar enkele karakteristieken die het Boeddhisme onderscheiden van andere levensbeschouwingen en religies. Zowel Samsara als The Monk and the Gun houden de filmkijker een aardige levensles voor.
Wedergeboorte
Lois Patino’s contemplatieve zen-fabel Samsara (***, nu in de bioscoop) reist van de boeddhistische tempels in Laos, waar novicen leren onthecht in het leven te staan, naar de stranden van Zanzibar met de ambachtelijke zeewierexploitatie aldaar, en begeleidt een ziel op doorreis van het ene lichaam naar het andere. Zo steekt een jongeman elke ochtend de rivier over om aan een stervende oude vrouw voor te lezen uit het Tibetaanse Boek voor de doden: de gids voor de reis tussen de dood en de volgende wedergeboorte.
Als de vrouw sterft, fluistert de jongeman de laatste passages in haar oor, sluit zijn ogen en mediteert samen met haar. En kan haar geest aan een zintuiglijke reis beginnen naar reïncarnatie in een volgend lichaam. Om deze lange trip te voltooien wordt de filmkijker uitgenodigd om halfweg de film (als een tussenfase) eveneens de ogen te sluiten om mee te mediteren, je ruim een kwartier te laten hypnotiseren als het ware door een merkwaardige opeenvolging van licht, kleur en klank. Het maakt Samsara – Sanskriet voor wedergeboorte – tot een merkwaardige en unieke belevenis.
Les in democratie
Voor een vermakelijke actualisering van het boeddhisme kan de filmkijker terecht bij het satirische The Monk and the Gun van Pawo Choyning Dorji (****, nu in de bioscoop), maker van het al even amusante Lunana: a Yak in the Classroom, ook al een leuke clash tussen traditie en moderniteit. Als laatste land heeft Bhutan, een staatje in het Himalaya-hooggebergte, aangeknoopt met de moderne tijd. Na de introductie van de televisie – een tv-toestel kost er twee koeien – en het internet beslist de koning in 2006 om af te treden en verkiezingen te organiseren.
Een vrouwelijke regeringsambtenaar wordt naar het plaatsje Ura gestuurd om er in afwachting eerst nog even schijnverkiezingen te houden om de mensen te leren stemmen, te leren kiezen tussen drie heel verschillende partijen met de kleuren blauw (voor vrijheid en gelijkheid), rood (industriële ontwikkeling) en geel (behoudsgezind).
Maar gaat dat niet voor verdeeldheid zorgen in een land waar bijna iedereen tevreden is met de koning? Hoe dan ook wordt in een land dat hoog scoort op de schaal qua vredelievendheid het stemrecht met de nodige argwaan begroet. Deze verhaallijn wordt doorkruist door twee andere verhalen, het ene nog raadselachtiger en spannender dan het andere.
‘Waarom zou de Lama, een vooraanstaande boeddhistische monnik, nog voor volle maan, over vier dagen, twee geweren nodig hebben?’ Dat vraagt Tashi, de helper van de Lama, zich onderweg luidop af wanneer hij enigszins tegen zijn zin op zoek gaat.
En dan is er ook nog een Amerikaanse wapenverzamelaar die op datzelfde ogenblik samen met een lokale gids een antiek vuurwapen wil opkopen dat nog gebruikt zou zijn in de Amerikaanse Burgeroorlog.
Hebben deze verhalen met elkaar te maken? Vanzelfsprekend.
The Monk and the Gun zit vol geestige toespelingen en zou je als een ironische les in democratie kunnen bestempelen. Een even lichtvoetige als zachtaardige parabel, goed voor meer dan een glimlach.
Freddy Sartor (1952) is beroepsjournalist, oud-hoofdredacteur van de filmtijdschriften Cinemagie (ex-MediaFilm) en het maandblad Filmmagie, tot 2006 bekend als Film & Televisie. Hij heeft een hart voor de Europese film en wereldcinema.
Waarom stuurde de Amerikaanse regering eind de jaren ’50 in volle Koude Oorlog-periode bekende jazzmusici zoals Louis Armstrong naar Afrika?