Soundtrack to a Coup d’Etat: hoe de moord op Lumumba werd voorbereid
Titel | Soundtrack to a Coup d’Etat |
---|---|
Regisseur | Johan Grimonprez |
In de zalen vanaf | Nu |
Onze beoordeling | |
Meer info |
Waarom stuurde de Amerikaanse regering eind de jaren ’50 in volle Koude Oorlog-periode bekende jazzmusici zoals Louis Armstrong naar Afrika?
Even onthutsend als ontluisterend is het bijzonder interessante filmdocument Soundtrack to a Coup d’Etat over de woelige periode in de aanloop naar de onafhankelijkheid van Belgisch Congo.
Soundtrack to a Coup d’Etat is een sterk staaltje onderzoeksjournalistiek. Een sluitend verhaal was niet de bedoeling. Discussiestof aanreiken door allerlei verbanden te leggen zodat bepaalde verhaallijnen betekenis krijgen wel.
Moord op Lumumba
Niet alle informatie in deze minutieuze reconstructie is nieuw(s). Wie er iets over heeft gehoord, weet van de betrokkenheid van de Belgische regering, het koningshuis, de Amerikaanse regering, de CIA, de Verenigde Naties en Congolese politici zoals Kasa-Vubu en Tsjombe bij de moord op politicus Patrice Lumumba, een belangrijk politiek leider voor en na de onafhankelijkheid van Congo.
‘Wil je de Koude Oorlog uit Afrika weghouden, dan moeten de Verenigde Naties in Afrika present zijn!’ Deze uitspraak in de proloog van deze spraakmakende documentaire leek vanzelfsprekend, maar het zijn ijdele woorden gebleken.
De maker van dit onnavolgbare huzarenstuk, Johan Grimonprez, gaat telkens op zoek naar een originele invalshoek. Hij staat erom bekend te speuren naar geschikte archiefbeelden, tot en met ‘home movies’ en publiciteit. In dit geval is dat de stem van de weinig bekende zwarte ‘passionaria’: de activiste Andree Blouin. Zij was naar verluidt de rechterhand van Lumumba. Ook de swingende jazz van Louis Armstrong speelt een belangrijke rol.
Er zit muziek in de CIA
Als dekmantel voor de louche, staatsontwrichtende bemoeienissen van de CIA in Afrika en dus ook in Congo, stuurde de Amerikaanse regering bekende jazzmusici naar Afrika met in hun entourage steevast CIA-lui. Louis Armstrong wist bijvoorbeeld niet dat Larry Devlin, die hem in Congo vergezelde, geen schrijver of landbouwadviseur was, maar wel het hoofd van de CIA-operaties in Congo. Devlin was direct verantwoordelijk voor de fysieke liquidatie van Lumumba, zoals eerder werd gesuggereerd door de Amerikaanse president Dwight Eisenhower.
Lumumba werd weggezet als een communist op een hoogtepunt van de Koude Oorlog, ergens tussen het eind van de jaren ’50 en het begin van de jaren ’60. Zelf omschreef Lumumba zich als een Afrikaan: ‘Laten we van Congo een grote natie maken, een voorbeeld voor heel Afrika en laten we het voortouw nemen voor het creëren van de Verenigde Naties van Afrika!’
Nota bene. Congo was voor de Verenigde Staten de grote leverancier van uranium, nodig voor de aanmaak van de atoombom. En drie dagen voor de onafhankelijkheid van Congo werd Union Miniere genationaliseerd, gelegen in Katanga en de motor van de economie in Congo.
Een schreeuwende Chroetsjov
Een belangrijke rol in deze politieke saga wordt door Grimonprez toebedeeld aan Malcolm X, maar zeker ook aan Nikita Chroetsjov. De toenmalige leider van de Sovjet-Unie juichte het einde van het kolonialisme toe samen met de onafhankelijkheid van tal van Afrikaanse landen. Op een vergadering van de Verenigde Naties schreeuwde hij: ‘Lumumba is geen communist, wel een patriot!’ Om later naar de westerse leden van de Verenigde Naties uit te halen: ‘De geschiedenis zal het je nooit vergeven!’ De Amerikaanse regering had Lumumba een visum geweigerd zodat hij de Verenigde Naties niet kon toespreken.
Grimonprez legt ook de link naar vandaag. De kiem voor het roven van de rijke ondergrond in Congo en de onophoudelijke moordpartijen en verkrachtingen in Oost-Congo, gaat terug naar de dag dat Lumumba werd vermoord (januari 1961) en de zelfstandigheid van Congo werd gesmoord door de staatsgreep van kolonel Mobutu om vervolgens alle Lumumba-volgers door gerecruteerde blanke huurlingen uit te roeien. De spanningen in Afrika hebben de zwarten in de Verenigde Staten gesterkt in hun streven naar burgerrechten halfweg de jaren ’60.
Soundtrack to a Coup d’Etat is een fenomenale maar onverkwikkelijke les in geschiedenis met als soundtrack: Dizzy be bop Gillespie, Duke Ellington, Thelonius Monk, Max Roach, John Coltrane, Miriam Makeba en Nina Simone.
Freddy Sartor (1952) is beroepsjournalist, oud-hoofdredacteur van de filmtijdschriften Cinemagie (ex-MediaFilm) en het maandblad Filmmagie, tot 2006 bekend als Film & Televisie. Hij heeft een hart voor de Europese film en wereldcinema.
Het psychologisch drama ‘Milano’ schetst de problematische relatie van een afwezige, alleenstaande vader met zijn dove puberzoon.