JavaScript is required for this website to work.

Gedood ondanks capitulatie: West-Nederland in mei 1945

Pieter Jan Verstraete2/5/2020Leestijd 4 minuten
TitelEen wrang feest
SubtitelHoe velen de bevrijding niet overleefden
AuteurMarjolein Bax
UitgeverBalans
ISBN9789463820837
Onze beoordeling
Aantal bladzijden314
Prijs€ 22.99
Koop dit boek

75 jaar geleden, op 4 mei 1945, capituleerden de Duitse troepen in Noordwest-Europa. In het toen nog bezette deel van Nederland, het westen van het land, bevonden zich nog 120.000 Duitse soldaten. Tot aan de algemene en onvoorwaardelijke capitulatie van Duitsland op 8 mei vielen er in West-Nederland nog 220 doden bij allerlei schietincidenten: 160 Nederlanders en 60 Duitsers. Hoe kon dat? TV-redactrice Marjolein Bax schreef er een goed gedocumenteerd boek over.

Binnenlandse strijdkrachten

In de capitulatievoorwaarden van 4 mei stond duidelijk gestipuleerd dat de Duitsers enkel door Canadese troepen mochten worden ontwapend. Tot aan hun komst (vanaf 7 mei) mochten de leden van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) of het verzet niet gewapend op straat komen. Laat staan Duitsers aanhouden en ontwapenen.

De Binnenlandse Strijdkrachten was de overkoepelende organisatie waarin alle Nederlandse verzetsorganisaties, van Oranjegezinden tot communisten, verenigd waren. Ze kwam eind augustus 1944 in Londen tot stand waarmee de grote gewapende verzetsgroepen door de westelijke geallieerden als militairen, en niet meer als gewapende burgers, erkend werden.

Vermenigvuldiging

Net zoals in ons land was het verzet in mei 1945 fenomenaal gegroeid — in Vlaanderen was dat al in de septemberdagen van 1944 het geval. Officiële cijfers geven aan dat tijdens de bezettingsjaren het verzet zo’n 25. à 45.000 leden telde; tijdens de meidagen liep dat cijfer op tot het gigantische 150. à 260.000 lieden. Een dorp in Friesland telde tijdens de jaren 1943/1944 acht verzetsmensen. In mei 1945 vermenigvuldigde dat cijfer zich plots tot 168.

Tot aan de komst van de geallieerden liep er in het nog bezette deel van het land, tussen de feestvierende menigte, vanaf 5 mei een explosief mengsel rond van onrustige Duitse soldaten die niet wisten wat de toekomst zou brengen —heel wat onder hen vreesden naar de Sovjet-Unie gedeporteerd te zullen worden—, angstige collaborateurs en onbesuisde verzetslieden. De Duitsers wisten dat ze enkel de geallieerden dienden te gehoorzamen.

‘We wilden ze te lijf’

Deze al of niet terechte weerstanders waren doorgaans goed bewapend door droppings. In mei 1945 waren zij, veelal jonge avontuurlijke types, in een doldrieste en overenthousiaste stemming om hun wapens te kunnen gebruiken. ‘We wilden ze te lijf.’ Die ‘ze’ slaat uiteraard op de goedgetrainde en bewapende Duitsers.

Tegen de bevelen in trok een aantal bewapende BS’ers de straat op om het tegen de Duitsers op te nemen. Op diverse plaatsen in West-Nederland kwam het tot een reeks schietincidenten waarbij de BS’ers het meestal dienden af te leggen tegenover de Duitse bezetters. Bovendien kwamen hierbij een aantal onschuldige burgers om het leven. Zo kwam de zeventienjarige Elfriede Ingenkamp die vanuit een zolderraam zat te kijken om het leven door een verdwaalde kogel. De negenjarige Gerard Visser stierf bij het bevrijdingsfeest in Haarlem toen hij door een kogel geraakt werd. De Duitsers waren razend omdat de inwoners feestten in hun aanwezigheid. Een moeder van drie kleine peuters overleed op 6 mei op het plein in Egmond aan den Hoef toen twee Duitse soldaten lukraak en zonder enige aanleiding op de kerkgangers begonnen te schieten.

In Westbroek liepen de inwoners vrolijk over straat terwijl twee Duitse officieren in het gemeentehuis opgesloten zaten, in het bureau van de burgemeester. Het verzet had echter vergeten de telefoon in het bureau uit te schakelen. Zo kon een van de Duitsers naar de kazerne bellen. Van daaruit vertrok een gevechtsgroep om hen te bevrijden. Wat volgde was chaos en paniek waarbij een aantal doden vielen. Achteraf werden enkele opgepakte BS’ers terechtgesteld.

Moffenmeiden

Wat de BS’ers wel was toegestaan, was het aanhouden van collaborateurs en het kaalscheren van zogenaamde moffenmeiden – meisjes en vrouwen die een relatie met Duitse soldaten hadden, of ervan verdacht werden. Zo liep in de gemeente Ridderkerk een incident met een stengun compleet uit de hand met acht doden tot gevolg. BS’ers arresteerden er op 8 mei een paar moffenmeiden, losten een waarschuwingsschot met een stengun om de al te kijklustige en schreeuwende massa op afstand te houden en raakten hierbij een omstander in zijn onderbeen.

Ze namen hem samen met de aangehouden vrouwen mee naar de woning van de dokter. Het toeval wilde dat voor het huis een wagen geparkeerd stond met daarin een Duitse officier en zijn Nederlandse vriendin. De BS’ers sommeerden de jonge vrouw om uit te stappen. Ze weigerde. De Duitser nam het voor haar op en drukte op de claxon van zijn wagen. Enkele landgenoten schoten hem daarop te hulp en de situatie escaleerde volledig. Als vergelding executeerden de Duitsers zeven dorpsbewoners en een BS’er. En de woning van de dokter werd tot een ruïne herschapen.

Dam

Het meest bekende incident vond plaats op de Dam in Amsterdam waar op 7 mei 32 Nederlanders en twee Duitsers doodgeschoten werden. Nog tot op vandaag weet niemand wat de aanleiding voor de schietpartij was. Waren het dronken Duitse matrozen die vanop het dak van een gebouw op de feestvierende menigte begonnen te schieten? Een kordaat optredende Duitse officier maakte toen een einde aan de slachting.

Voor haar boek met de terecht gekozen titel Een wrang feest deed Marjolein Bax vier jaar onderzoek. Ze bezocht archieven, las kranten uit die tijd, spoorde dagboekfragmenten op, legde contact met behulpzame dorpsarchivarissen en heemkundigen en zocht getuigen op. Het resultaat is een glashelder geschreven boek, geïllustreerd met een reeks foto’s van slachtoffers. Achteraan haar boek staat een overzichtslijst met alle geregistreerde schietincidenten tussen 4 en 8 mei 1945. Ook daarna vonden er nog schermutselingen plaats. Zo op de Waddeneilanden waar de Duitsers nog tot in juni verbleven. Opmerkelijk is ook dat de Canadezen achteraf geen enkele Duitser ter verantwoording riepen. Tevens werd ieder Nederlands verzoek tot uitlevering geweigerd. Wellicht omdat de BS zich niet aan de overeenkomst van 4 mei gehouden hadden. Nederland erkende de meeste doden van na 4 mei 1945 niet als oorlogsslachtoffers, waardoor een uitkering uitbleef en sommige gezinnen in diepe armoede terechtkwamen.

Een historisch gefundeerd boek dat voor veel lezers een openbaring zal zijn. Dat was het alleszins voor uw recensent.

Met eindnoten en bibliografie. Een register ontbreekt.

Pieter Jan Verstraete (1956) is bibliothecaris in Kortrijk maar wijdt zich al zijn hele leven aan de geschiedschrijving van de Vlaamse Beweging. Hij is de biograaf van o.a. Hendrik J. Elias, Odiel Spruytte, Reimond Tollenaere, Leo Vindevogel en tientallen militanten uit de Vlaamse Beweging. Momenteel werkt hij aan een monumentale biografie van Staf De Clercq.

Commentaren en reacties