JavaScript is required for this website to work.

Had de oorlog in 1939 vermeden kunnen worden?

Pieter Jan Verstraete25/8/2019Leestijd 4 minuten

In zijn nieuwe boek 1939 schetst Frederick Taylor de vooravond van de Tweede Wereldoorlog, een oorlog die niet te vermijden bleek.

De Britse historicus Frederick Taylor publiceerde al menig boek over het 20ste-eeuwse Duitsland onder meer over de grote inflatie van 1923, het bombardement op Dresden en de bouw van de Berlijnse Muur. Zijn nieuwste boek handelt over 1939: de oorlog die niemand wilde.

De titel is enigszins misleidend. Immers, een aanzienlijk deel van het boek handelt over het jaar 1938 of de lange aanloop naar de Duits-Poolse oorlog van september 1939 die uitmondde in de Tweede Wereldoorlog. Zonder meer was 1938 een cruciaal jaar. Er was niet alleen de annexatie van de republiek Oostenrijk —wat op groot enthousiasme van de overgrote meerderheid van de Oostenrijkers onthaald werd— maar ook de herfstcrisis rond het Sudetenland, dat Europa ei zo na op de rand van een oorlog bracht.

Door het verdrag van Versailles waren miljoenen Duitsers ongevraagd in Tsjechoslowakije terecht gekomen. Hitler vond in de nazomer van 1938 dat het tijd werd dat ze ‘heimgebracht’ werden. Het gevolg was een internationale crisis met algemene mobilisatie. Tijdens de conferentie van München werd einde september tussen de Britse premier Chamberlain, de Franse premier Daladier, duce Mussolini en Führer Hitler op het nippertje een akkoord gesloten.

Mass Observation

De Duitsers kregen het Sudetenland en de niet uitgenodigde Tsjechen werden voor voldongen feiten gesteld. ‘Peace for our time’ luidde het opgelucht en triomfantelijk uit de mond van Chamberlain toen ie terug thuis kwam. Tot zover niets nieuws onder de zon. Een geschiedenis die we al kennen. Inderdaad. Toch slaagt auteur Taylor erin zijn lezers te verrassen met minder bekende feiten, en plaatst hij de gebeurtenissen van die tijd zowel in micro- als in macroperspectief.

Nog levende getuigen uit die tijd vind je haast niet meer, of deze mensen moeten al diep in de tachtig of ouder zijn. In de meeste gevallen is het geheugen dan niet meer zo accuraat. Voor zijn nieuw boek deed Taylor vooral een beroep op de bewaarde dagboeken van doorsnee burgers uit die tijd, die in het Mass Observation-archief bewaard worden. Die bevatten een schat aan gegevens en details uit die tijd (1938/1939), en bezorgen de lezer een geheel aparte en aanvullende kijk. Op kleinere schaal bezit Duitsland een gelijkaardig archief: het Deutsches Tagebucharchiv. Daarnaast vulde Taylor zijn gegevens aan met informatie die hij uit kranten haalde. Zo komt hij toch met verrassend nieuw materiaal tevoorschijn.

Levensstandaard

Een van de behandelde onderwerpen is de levensstandaard. In het Duitsland van 1938-‘39 was die niet zo hoog dan in de Verenigde Staten of in Groot-Brittannië. Daarvoor was de nazi-industrie te zeer afgesteld op de zware industrie (wapens!) en dat ten koste van consumptiegoederen. Dat leidde ertoe dat de levensstandaard in Duitsland precies de helft was van deze van de Verenigde Staten en niet hoger dan twee derde van deze in Groot-Brittannië.

In Hitlers rijk was het zo dat haast niemand nog in de mijnen wilde werken (Italianen en later Polen kwamen in de plaats). Te zwaar werk, te lange uren en te weinig betaald. Zonen van landbouwers gaven de voorkeur aan een andere job. Vandaar dat jaarlijks tienduizenden Duitse meisjes en jongens van de Hitlerjeugd bij de oogst hielpen.

Overigens bestaat er geen twijfel over dat de Duitse economie na de grote depressie zich tijdens het Hitlertijdperk herstelde en een forse groei kende, maar de lonen van arbeiders en bedienden bleven laag. De investeringen in de consumptiegoederensector kwamen nooit in de buurt van het niveau van vóór de grote crisis van 1929.

Bohemen en Moravië

Rond de jaarwisseling 1938-‘39 voerden de Duitse en de Poolse ministers van Buitenlandse Zaken von Ribbentrop en Beck een reeks vriendschappelijke gesprekken met elkaar. Ook een ontmoeting met Hitler verliep vlot. Een sterk Polen was immers, zo de Führer, ook in het belang van Duitsland, gezien de eeuwige vijandschap van beide landen met de Sovjet-Unie. Op dat moment werd Polen door Groot-Brittannië en Frankrijk met minachting behandeld omdat het zich in oktober 1938 ook een stuk Tsjechoslowakije toegeëigend had.

Dat veranderde in een klap toen op 15 maart 1939 de rest van het land zonder veel omhaal door Duitse troepen bezet werd, en het land herdoopt werd tot het Protectoraat Bohemen en Moravië. Tegenover Duitsland namen de Polen een veel agressievere houding aan. Zeker nadat de Polen begin april een Brits-Franse garantie kregen, dat indien de Poolse onafhankelijkheid in het gedrang kwam, de garanten Duitsland de oorlog zouden verklaren.

Progagandamachine

Tijdens de eerste acht maanden van 1939 stevende de wereld af op een nieuwe wereldoorlog waarop niemand zat te wachten. Was deze oorlog te vermijden geweest? Neen, schrijft Taylor, Hitler wilde zijn oorlog met Polen, maar had er nooit op gerekend dat Britten en Fransen hem de oorlog zouden verklaren omwille van Danzig. Ja, beweert journalist Peter Hitchens in zijn The Phoney Victory: the World War II Illusion (2018). Britten en Fransen gaven veel te vlug hun garantie aan de Polen, waardoor deze zich al te agressief ten opzichte van Hitler opstelden. Zonder deze garantie zouden de Polen ingebonden hebben en concessies aan Duitsland gedaan hebben. Maar dat is louter speculatieve, ‘what if?’-geschiedenis.

Op spannende wijze beschrijft Taylor de laatste zomer voor de oorlog. De Duitsers maakten volop gebruik van hun goed geoliede propagandamachine om Polen als een hellekrocht te omschrijven, waar de oorspronkelijke Duitse bewoners zowel overdag als ‘s nachts uitgeleverd waren aan Beëlzebub.

Huisdieren

Het duurde echter tamelijk lang vooraleer iedereen in het Verenigd Koninkrijk tot het besef kwam dat de vrede voorbij was. Dat kwam omdat ook in de media de militaire ambities van nazi-Duitsland gebagatelliseerd werden. Heel wat kranten geloofden niet in een oorlog in 1939. De Britten beseften, voorafgaand aan de Duitse annexatie van Tsjechoslowakije, niet wat er gaande was op het Europese vasteland. ‘Groot-Brittannië leek een andere wereld,’ aldus de schrijver, ‘bewoond door slapenden die nog niet wakker waren, maar die binnenkort hardhandig wakker zouden worden geschud.’

Buiten vooral de jongeren en de hardnekkige nazi’s zaten de meeste Duitsers ook niet te wachten op een nieuwe oorlog. Hitler & co wisten dat.

Na de Frans-Britse oorlogsverklaring van 3 september 1939 werden in Londen in vier dagen tijd ten minste 400.000 huisdieren door of namens hun menselijke metgezellen gedood, of ongeveer een vierde van alle huisdieren in de Britse hoofdstad. Er werd immers gevreesd voor Duitse gasbombardementen op Londen waarbij hun huisdieren een ellendige dood zouden vinden — er bestonden geen aangepaste gasmarkers voor dieren. Om dat te voorkomen kozen de Britten, dierenliefhebbers bij uitstek, liever massaal voor een pijnloze en preventieve dood van hun geliefde levensgezellen. In Duitsland vonden naar verluid geen gelijkaardige maatregelen plaats.

Naast het eigenlijke historische verhaal brengt Frederick Taylor ons een flinke brok bijzonder lezenswaardige mentaliteitsgeschiedenis. Met eindnoten, bibliografie en register.

Pieter Jan Verstraete (1956) is bibliothecaris in Kortrijk maar wijdt zich al zijn hele leven aan de geschiedschrijving van de Vlaamse Beweging. Hij is de biograaf van o.a. Hendrik J. Elias, Odiel Spruytte, Reimond Tollenaere, Leo Vindevogel en tientallen militanten uit de Vlaamse Beweging. Momenteel werkt hij aan een monumentale biografie van Staf De Clercq.

Commentaren en reacties