Het Duitse rampjaar 1923: een nieuw boek van Hitler-biograaf Volker Ullrich
Voor de Duitsers was 1923 een rampjaar en de zwaarste beproeving voor de nog jonge Weimarrepubliek.
Voor de Duitsers was 1923 een rampjaar en de zwaarste beproeving voor de nog jonge Weimarrepubliek. De Duits-Joodse journalist Sebastian Haffner meende achteraf dat ‘geen volk ter wereld iets meegemaakt heeft, wat lijkt op de Duitse 1923-ervaring’. De Duitstalige auteur Stefan Zweig schreef in zijn autobiografie De wereld van gisteren, dat hij meende de geschiedenis behoorlijk goed te kennen, maar naar zijn weten ‘had die nooit een dergelijke gekkenhuistijd in zulke reusachtige proporties voortgebracht’.
Over deze ‘gekkenhuistijd’ handelt het nieuwe boek van journalist-historicus Volker Ullrich, die vooral bekendheid verwierf door zijn tweedelige Hitler-biografie. Daarnaast schreef hij ook een diepgaande boek over 8 mei 1945.
Bodemloze val
1923 was voor Duitsland een opeenvolging van diverse crises. Om het gebeuren voor zijn lezers enigszins overzichtelijk te houden, zag schrijver Ullrich af van een chronologische behandeling. Hij deelde het jaar 1923 in in een aantal opeenvolgende thematische gebeurtenissen. De meest bekende zijn de Belgisch-Franse bezetting vanaf januari 1923 van het Roergebied en de daaruit voortvloeiende hyperinflatie, waarin een tramkaartje in september plots 20 miljoen mark kostte en zwarthandelaars, speculanten en zwarthandelaars met vreemde valuta gouden zaken deden, terwijl gewone burgers, gepensioneerden en arbeiders in een bodemloze val terecht kwamen.
In de herfst van 1923 stond het land aan de rand van een apocalyptische afgrond. De meest bekend gebleven gebeurtenis dat jaar vond in november plaats, toen Adolf Hitler en zijn volgelingen een mislukte ‘putsch’ ondernamen in München. Bijzonder opvallend aan 1923 was de opleving van de cultuur die een hoogconjunctuur beleefde. In de jaren 1920 zinderde Duitsland van de vrijheid en de moderniteit op cultureel vlak.
‘De grote chaos’
Een Amerikaanse historicus die toen Duitsland bezocht, noemde het land ‘de grote chaos’. De jonge Weimarrepubliek werd sinds haar bestaan geteisterd door pogingen uit de extreme linker- en rechterzijde om het omver te werpen. Politieke moorden op vertegenwoordigers van de republiek door rechtse terroristen waren aan de orde van de dag. Een diplomaat vergeleek Berlijn met het Rome onder de Borgia’s.
De hyperinflatie deed velen letterlijk de das om. Niet alleen verloor het geld als ruilmiddel zijn waarde, maar ook aloude normen en waarden leken in die maanden niet meer mee te tellen. Iedere vorm van fatsoen verdween. Schrijver en filosoof Elias Canetti sprak van een ‘soort alledagsanarchie’, of een strijd van ‘allen tegen allen’.
Rode oktober
Duitsland 1923 bestaat uit negen solide, overzichtelijke en vlot leesbare hoofdstukken, waarbij Volker Ullrich ons inzicht brengt van de nieuwste stand van het historisch onderzoek. Hierboven sneden we al kort de vier hoofdonderwerpen aan. De vijf resterende hoofdstukken vragen ook onze aandacht, in het bijzonder omdat ze weinig of niet bekend zijn voor de Nederlandstalige lezer.
Het derde hoofdstuk handelt over de grote coalitie tussen de socialistische en enkele burgerlijke partijen onder rijkskanselier Gustav Stresemann, en haar pogingen om een weg uit de crisis te vinden. Het daarna volgende hoofdstuk beschrijft de plannen van Moskou om van de chaos van de hyperinflatie gebruik te maken om Duitsland in een revolutionaire toestand te brengen. De eerste communistische opstanden tijdens de Duitse rode oktober in Saksen en Thüringen werden echter door het leger bloedig neergeslagen. Een scherper contrast met de toegeeflijke houding van de rijksregering jegens het afvallige Beieren bestond niet. De socialisten stapten uit de regering Stresemann. Zo kwam er meteen een einde aan de grote coalitie.
Palts
In hoofdstuk zes worden de door Frankrijk openlijk gesteunde separatistische bewegingen in het Rijnland en in de Palts beschreven. Kortstondig ontstonden er in het najaar van 1923 twee autonome republieken. Ze hadden evenwel geen schijn van kans tot overleven maar het kostte toch tientallen mensenlevens. Het zevende hoofdstuk brengt dan weer goed nieuws. Op 15 november werd de ‘rentemark’ ingevoerd, waardoor de financiën gesaneerd konden worden. Het ergste was toen achter de rug. In het laatste hoofdstuk werpt Ullrich in zijn voortreffelijk boek een blik naar het jaar 1924. Duitsland nam het Dawes-plan aan, waardoor het zich financieel enigszins kon herstellen. Ook op buitenlands vlak vond er een de-escalatie plaats.
1923 was zonder meer een sleuteljaar voor de republiek van Weimar. Na 1923 beleefde het republikeinse Duitsland haar beste tijd tot de Grote Depressie van 1929 alles weer vernietigde. Naar aanleiding van de honderdste verjaardag van 1923 verschenen er bij onze oosterburen een reeks nieuwe boeken. Zonder meer is het boek van Volker Ullrich aan te bevelen. Gesteld in een aangename bladspiegel, met eindnoten, bibliografie en register.
Pieter Jan Verstraete (1956) is bibliothecaris in Kortrijk maar wijdt zich al zijn hele leven aan de geschiedschrijving van de Vlaamse Beweging. Hij is de biograaf van o.a. Hendrik J. Elias, Odiel Spruytte, Reimond Tollenaere, Leo Vindevogel en tientallen militanten uit de Vlaamse Beweging. Momenteel werkt hij aan een monumentale biografie van Staf De Clercq.
Een groep vrienden woont op een ruw eiland voor de kust van IJsland de begrafenis van een medestudente bij, maar al snel volgen er vreemde gebeurtenissen.