JavaScript is required for this website to work.

Het is een vlakte waar geen moeders wonen: Hans Kleiss over zijn idool Maurice Gilliams

Manu Van der Aa13/10/2023Leestijd 2 minuten

Maurice Gilliams-liefhebber Hans Kleiss belooft ‘altaar-geheimenissen’ van zijn idool, maar komt slechts met één belangrijke vondst.

De langverwachte en eind vorig jaar eindelijk verschenen biografie van Maurice Gilliams door Annette Portegies werd op gemengde gevoelens onthaald. Ook Hans Kleiss, waarschijnlijk de grootste Gilliamsliefhebber van de Lage Landen, was teleurgesteld in Portegies’ werk. Dat blijkt uit zijn nieuwe boek Het is een vlakte waar geen moeders wonen.

Kleiss is geen literator, maar publiceerde eerder al wel voor beperkte kring over zijn idool Maurice Gilliams. Toen de biografie over die laatste verscheen was hij bijna klaar met een monografie waarin hij op zoek gaat ‘naar altaar-geheimenissen van leven en werk’ van Gilliams.

Aanvullingen

Dat hield een belofte in van een aantal belangrijke aanvullingen op het boek van Annette Portegies. Jammer genoeg bevatten de rommelig gepresenteerde beschouwingen van Kleiss weinig nieuws. Zijn verslagen van ontmoetingen met mensen die Gilliams naar hun eigen zeggen nog goed hebben gekend, zoals Frans Boenders of Bo Coolsaet, zijn weinig relevant voor de Gilliamsstudie.

Wat moeten we bijvoorbeeld met het gegeven dat Gilliams de naam bedacht van Coolsaets landgoed? De kleine biografische schetsen van enkele ‘artistieke vrienden’ van de schrijver, onder wie Jos Hendrickx en Antoon Marstboom, zijn leuk maar bevatten geen biografische onthullingen. 

Belangrijke vondst

De enige werkelijk belangrijke vondst van Kleiss zit verstopt in een eindnoot. Het gaat over Emiel Bernaerts, de man die model stond voor het personage Olivier Bloem uit Elias of het gevecht met de nachtegalen. Portegies suggereert in haar biografie dat aan de vriendschap tussen Gilliams en Bernaerts een homo-erotisch tintje zat. Ze laat Bernaerts dan ook een belangrijke rol spelen in het levensverhaal van de schrijver.

Zo zou hij meer dan eens geprobeerd hebben Gilliams’ huwelijk te redden, al blijft het onduidelijk op welke bronnen Portegies zich voor deze beweringen precies baseerde. Kleiss beweert nu dat Bernaerts al in juni 1932 overleed. Als dat klopt – ook Kleiss geeft geen bronnen – dan werpt dat opnieuw een smet op Portegies’ onderzoeksvaardigheden. Gilliams trouwde immers in 1935, ruim drie jaar dus na de dood van Bernaerts. En tijdens de Tweede Wereldoorlog zou Bernaerts Gilliams aangemaand hebben voorzichtig te zijn met uitlatingen over zijn vermeende homoseksualiteit.

Gemiste kans

Uiteraard moeten het niet altijd in de materie geschoolde mensen zijn die over literatuur en auteurs schrijven. De kijk van een leek – Kleiss studeerde bestuurskunde en was overheidsmanager – kan vaak verfrissend zijn. Maar iemand met deze achtergrond zou zijn eigen capaciteiten beter moeten kunnen inschatten en zich, meer dan hij gedaan heeft, laten adviseren en assisteren.

Een bibliofiele schrijver als Gilliams verdiende ook een veel mooier boek, zowel qua opmaak als uitvoering. Inhoudelijk is Het is een vlakte waar geen moeders wonen een gemiste kans, want Kleiss beschikt onmiskenbaar over expertise. Met wat meer redactionele begeleiding zou die vast beter tot zijn recht zijn gekomen.

Manu van der Aa (1964) is literatuurhistoricus en stichtend redacteur van het literair-historisch tijdschrift Zacht Lawijd. Hij publiceerde o.m. over E. du Perron, Michel Seuphor, Gerard Walschap, Alice Nahon, Paul-Gustave van Hecke en Paul Méral.

Commentaren en reacties