JavaScript is required for this website to work.

Het kostbare kruid

Wim van Rooy13/6/2022Leestijd 5 minuten
TitelHet kostbare kruid
SubtitelOver Philemon Hauman en het verzet in Temse en Brussel
AuteurRemi Hauman
UitgeverPolemos
ISBN9789493005181
Onze beoordeling
Aantal bladzijden182
Prijs€ 16
Koop dit boek

In het Wase Temse is er een Philemon Hauman-pad en een Philemon Haumanstraat. De meeste oudere mensen in Temse zullen weten wie Philemon was, maar jongeren zijn zoals bekend meestal niet zo geïnteresseerd in geschiedenis, en dat is zonde. Temse, de stad van de Boelwerf, de scheepswerf die zwaar economisch collaboreerde (binnenschepen en zeevrachtschepen voor Duitsland, en ook bedrijvig voor de Kriegsmarine). Maar via tewerkstelling redde het ook heel wat Temsenaren van gedwongen tewerkstelling in Duitsland. Wat aantoont dat geschiedenis bijna altijd dubbelzinnig is.

Philemon Hauman

Philemon Hauman (1917-1945) was de grootoom van Remi Hauman (°1973), islamoloog en publicist. Over de persoon en de verzetsman Philemon Hauman schreef Remi het boeiende Het kostbare kruid. Over Philemon Hauman en het verzet in Temse en Brussel. Het is een uitermate informatief en boeiend boek geworden over het verzet tijdens de tweede wereldoorlog. Een massa opzoekingswerk en nieuwe informatie staan borg voor een historisch werk dat in een lacune voorziet. We leren Philemon Hauman, de belangrijkste verzetsleider van Temse, kennen als een soort ongedwongen held. Iemand die het als katholiek vanzelfsprekend vond dat hij het nazisme nooit zou verteren. In een andere tijd zou men Philemon Hauman een edel mens hebben genoemd. Een passend adjectief voor een tijdsgewricht waarin niet veel nobels meer te vinden is.

Een hommage

In zijn woord vooraf schrijft de auteur dat het opvallend is dat slachtoffers van de repressie in de regel meer aandacht hebben genoten dan mensen van het verzet. En dat al zeker verzetslui uit kleinere gemeenten niet op veel historische belangstelling kunnen rekenen. In de loop van het verhaal (want dat is het zeker ook) laat Remi Hauman zien dat het verzet waarvan Philemon deel uitmaakte, significatief verschilde van het communistische of van groepen die aan het eind van de oorlog wakker schoten en baldadig de straat opgingen. Het verzet wordt op die manier vaak helaas alleen met het crapuul geassocieerd.

Remi Hauman schildert het portret van zijn grootoom Philemon Hauman. Hij doet dat met onversneden pen, en met bijzonder veel liefde. Philemon was dan ook uit sterk hout gesneden. Wanneer het boek uit is, weet je: het is een meer dan verdiende hommage — vanuit het hart — maar het is ook een daad van eenvoudige rechtvaardigheid.

Het verzet

Philemon Hauman was actief in twee patriottische verzetsbewegingen: de Nationale Koninklijke Beweging (NKB) en het Geheim Leger. Die NKB was ontstaan uit ex-rexistische milieus. Bedoeling was jonge mensen samen te brengen onder het gezag van de koning en ze weg te houden van de collaboratie (p.43). Centraal stond de hulp aan voortvluchtigen, werkweigeraars, Engelse piloten en ook Joden. Het is een geweldige pre dat de auteur ons wegwijs maakt in al die verschillende clandestiene organisaties.

Het patriottisme in die tijden was vooral royalistisch en burgerlijk familiaal. Het was het patriottisme van de betere middenstand. Al was armoede geen beletsel: grote gezinnen leverden ook verzetsstrijders af. Zo had de moeder van Philemon 19 (!) kinderen. In dat soort grote gezinnen leerde men blijkbaar spontaan-conviviaal te zijn. Hoe miserabel-arm men ook was. Het patriottisme was vaak adellijk, militair en katholiek, kortom conservatief rechts. Deze kenmerken betekenen heel iets ander is als men deze ‘oubolligheid’ in het toenmalige tijdskader plaatst. Dan treden immers onzelfzuchtigheid, onbaatzuchtigheid, vrijheidsliefde en een grote dosis christelijke empathie op de voorgrond.

Het engagement van Philemon Hauman berustte op die vanzelfsprekende pijlers. Die komen ons vandaag onterecht gedateerd en misschien eenzijdig voor. In de vele teksten die door het verzet in zijn verschillende gedaanten werden opgesteld, vindt men echter ook allerlei soorten opvattingen: autoritarisme, corporatisme, syndicalisme en personalisme. Ook het herdenken van de democratie is een recurrent thema. En vlak voor de bevrijding zijn er zelfs teksten die pleiten tegen de negatieve tendens om anderen van collaboratie te beschuldigen. Het waren vaak Franstalige militairen, de hogere katholieke middenklasse (waartoe Philemon Hauman behoorde) en de (Franse) adel die het rechts-conservatieve verzet belichaamden.

Het Geheim Leger

Vanaf het eerste uur neemt Philemon, die de graad van adjudant had in het Belgische leger, deel aan het verzet via het Geheim Leger, de grootste gewapende verzetsbeweging van België (voorheen Belgisch Legioen). Een dekmantel was Winterhulp, een hulporganisatie van de Duitsers waarvoor Philemon werkte. Hij was actief betrokken bij vier verzetsorganisaties en bij de sluikpers via het verspreiden van pamfletten. De auteur gaat zeer uitgebreid in op deze activiteiten. Dat levert ons een boeiend verslag op van hoe het er werkelijk aan toeging in de échte weerstand.

De sluikpers vertoonde vele nuances. Er waren bijvoorbeeld bladen die niet langer dan een jaar bestonden. Ook waren er apolitieke en anti-partijpolitieke bladen (‘partijpolitiek verzwakt ons land’ — p.41). Of bladen van adellijke verzetslieden: zo was er de adellijke verzetsfamilie de Hemptinne, waarvan veertien familieleden in het verzet gingen. Acht ervan werden gedeporteerd, van wie vier overleden. Politieke inlichtingen verwerven was het eerste doel van het Belgisch Legioen. Die werden dan door een aparte organisatie aan de Britten doorgespeeld, én via transmissietoestellen maar ook via estafette met eigen leden. Dat was eigenlijk de veiligste manier.

De gevaarlijke tocht naar Engeland duurde van zes tot acht weken. Churchill vermeldde in zijn memoires dat dankzij het Belgische verzet de Britten een goed beeld hadden van de Duitse luchtafweer en de tactiek ervan. We mogen bijvoorbeeld ook niet vergeten dat het verzet in Frankrijk tot 1941 grotendeels een Belgische organisatie was en dat de Duitse inlichtingendiensten in hun bulletins het Belgische verzet als het gevaarlijkste omschreven. Vergeet ook niet dat alle verzetsbewegingen samen ongeveer de helft (34.000) van de Belgische Joden redden, tegenover slechts 11-17% in andere Europese landen.

Het verraad van Wemmel

Kras is dat zelfs zijn vader niet wist dat Philemon in het verzet zat. Slechts twee procent van de Belgische burgers was op een of andere manier weerstander. Daarbij vochten de (vaak Franstalige) communisten eigenlijk voor een vreemde mogendheid, de Sovjet-Unie. Op 9 oktober 1942 wordt Philemon in Brussel aangehouden tijdens een bijeenkomst van een verzetsorganisatie in Wemmel en opgesloten: het is het Verraad van Wemmel. De aanloop naar deze geheime meeting van verzetslieden, de inval van de Duitsers, geholpen door een criminele Waalse collaborateur, de afloop ervan. Het wordt spannend en zeer inzichtelijk, zowel politiek als psychologisch, door de auteur uit de doeken gedaan.

Ik leg de nadruk hier ook op het psychologische aspect omdat de groepsdynamiek bij deze verzetsmensen, vooral ook om te scoren, de bovenhand haalde op voorzichtigheid en prudentie. Men wilde per se England via zogenaamd nieuwe methodes briefen. De wil omdat te doen, liet hun alle achterdocht varen. Sommigen onder hen echter voorvoelden zeer scherp, anderen eerder vaag, dat deze bijeenkomst niet pluis was. Ze hielden het echter voor zich of vertelden het alleen aan de weerstander die men het meest vertrouwde. Maar afgelasten kwam er niet van, ook al lag het verraad bijna voor de hand. Het waren echter geen professionelen, de groepsdruk lag hoog en de perfiditeit van dubbelagenten kon men als fatsoenlijke mens nauwelijks bevatten.

Neuengamme

Het naspel is het smartelijke verblijf in Neuengamme, het grootste concentratiekamp in het noordwesten van Duitsland, een kamp met vele nationaliteiten (vooral Russen en Polen), en dit vanaf eind mei 1943. Philemon was toen zesentwintig en verbleef in een bijna satanisch oord dat zijn inspiratiebron uit de goelag haalde. Hier lezen we het bekende verhaal. Neuengamme met zijn (op zijn minst) 55.000 slachtoffers, zijn medische experimenten, zijn Zyklon B, het kamp waar ook de communistische volksvertegenwoordiger Julien Lahaut verbleef.

Uit de brieven die in Temse toekwamen (hoe dat gebeurde is op zich een geschiedenis waard) bleek de rechte rug van Philemon Hauman, zijn optimisme, zijn nobel karakter, ondanks de gruwelen die hij dagelijks zag of zelf meemaakte, ondanks de ondervoeding en het harde werk. Maar overleven in Nacht und Nebel, het is bekend, kan alleen maar als men de moraal hooghoudt, ook via het gebed. Christelijke symbolen echter waren verboden in het kamp. De blokoversten en de kapo’s waren overwegend communisten en criminelen, en sloegen er graag en sadistisch op los. De gemiddelde levensduur was tussen drie en acht maanden. Philemon Hauman hield het twee jaar vol.

Cap Arcona

Na de ontruiming van het kamp wegens de zware bombardementen op Hamburg werden vele gevangenen via dodenmarsen overgebracht op schepen (de Cap Arcona in het geval van Philemon Hauman), een soort drijvende concentratiekampen zonder enige accommodatie. De Russen in het ruim werden het allerslechtst behandeld en moesten in de eigen drek zien te overleven, tussen en op de doden. Die schepen, uiteindelijk een soort drijvende mortuaria, werden door de Engelsen gebombardeerd en gemitrailleerd, waarbij de meesten, die dachten dat de Engelsen hen kwamen redden, omkwamen. Zo ook Philemon.

Het was voor de familie een lange lijdensweg om deze dappere en bescheiden verzetsman, die de ouderwetse deugd van de virtu incarneert, een mens vol eenvoudige toewijding, te laten repatriëren. Dat gebeurde in 1961. Er is vandaag, dankzij dit boek, méér dan een pad en een weg genoemd naar Philemon Hauman. Remi Hauman gaf deze kleine held een groots en royaal eerbetoon met dit historische werk. Het is, zo zou Horatius het formuleren, een monument duurzamer dan brons.

Wim van Rooy (1947) is publicist en essayist. Hij is licentiaat Letteren en Wijsbegeerte afdeling Germaanse Filologie en licentiaat Zweedse Taal- en Letterkunde (RUGent, 1971) - bijkomende specialisatie: godsdienstwetenschap. Hij is auteur van o.a. ‘De malaise van de multiculturaliteit’ en ‘Waarover men niet spreekt. Bezonken gedachten over postmodernisme, Europa, islam’.

Commentaren en reacties