Himmlers Lebensborn-project
Titel | Niemands kind |
---|---|
Auteur | Ingrid von Oelhafen en Tim Tate |
Uitgever | HarperCollins, Amsterdam |
ISBN | 9789402706260 |
Onze beoordeling | |
Aantal bladzijden | 287 |
Prijs | € 20 |
Koop dit boek |
Baby Erika Matko werd door haar ouders in Joegoslavië verkocht aan het SS-project Lebensborn, voor ‘germanisering’ van niet-Duitse kinderen.
In de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog onderlegde lezers weten dat het Lebensborn-project een door SS-leider Heinrich Himmler opgezet instituut was, waar zwangere, ongehuwde jonge vrouwen van Arische afkomst terecht konden om in een veilige en comfortabele omgeving hun zwangerschap uit te dragen en te bevallen. Over een andere tak van Lebensborn is veel minder geweten. Deze hield zich bezig met het ontvoeren van kinderen in de bezette gebieden in Oost-Europa om ze te Germaniseren.
Joegoslavië
Niemands toekomst, zo de titel van het boek is het schrijnende verhaal van Ingrid von Oelhafen, die er na de oorlog achter kwam dat zij een pleegkind was en eigenlijk Erika Matko heette. Zij werd, toen ze negen maanden was, in haar thuisland Joegoslavië in 1942 ontvoerd door SS-artsen omdat zij blond haar en blauwe ogen had. Zo was zij onvrijwillig kandidaat voor Germanisering, waarbij zij omgeschoold werd tot Ariër. Het ideale mensbeeld van Adolf Hitler dat door Himmler in de praktijk werd uitgevoerd.
Pas veel later vernam ze dat haar biologische ouders haar hoogstwaarschijnlijk verkocht hadden aan de Duitsers omdat ze honger leden.
Het boek – een door filmmaker en auteur Tim Tate opgetekende autobiografie – bereikt een eerste hoogtepunt op het moment dat de geallieerden de bezette gebieden bevrijdden, wat voor Matko allerminst het leven vergemakkelijkte.
Zoektocht
Na 1945 ontwikkelde Ingrid/Erika zich tot een jonge vrouw, die zich inzette voor gehandicapte kinderen, maar er op een gegeven moment achter kwam dat ze niet diegene was die ze zou moeten zijn. Daarop begon een levenslange zoektocht naar haar ware identiteit, waarvoor zij onder meer het Rode Kruis inschakelde om haar te helpen met het achterhalen van waar zij nu eigenlijk afkomstig was.
Hierdoor raakte Ingrid zwaar emotioneel getraumatiseerd. Zij kon gewoon niet begrijpen waarom haar eigenlijke ouders haar verkocht hadden aan de SS. Waarschijnlijk, kreeg ze te horen, was er een sociaaleconomische oorzaak of de dreiging met geweld of de dood. Het boek is daar tamelijk wazig over, maar vele jonge kinderen werden in Oost-Europa aan de Duitsers verkocht in de hoop dat ze op die wijze betere levenskansen zouden krijgen. Veelal was de druk van Duitse zijde enorm, en aanvaardden de ouders het geld om hun eigen levens en dat van de andere kinderen veilig te stellen.
Arisch ras
Uiteindelijk kreeg von Oelhafen in 2007 het verlossende nieuws te horen. Maar ze diende ook te concluderen dat er te veel was gebeurd om zich nog echt met haar biologische familie verbonden te voelen.
Het boek geeft inhoudelijk meer inzicht in hoe kinderen werden beoordeeld en in welke categorieën men dan terecht kon komen. Het ideaalbeeld van het Arische ras werkt als een rode draad doorheen dit pakkende levensverhaal, waarbij Arische moeders met medailles werden beloond naarmate ze meer kinderen op de wereld zetten. Dat gecombineerd met de verkoop en de ontvoering van buitenlandse kinderen brengt een nog maar weinig bekend nieuw beeld van de Tweede Wereldoorlog met zich mee.
Roofkinderen
De vraag dient te worden gesteld waarom deze vorm van Lebensborn-beleid noodzakelijk geacht werd. Verdere vragen moeten gesteld worden hoe deze racistische denkbeelden na het einde van de Tweede Wereldoorlog binnen Duitse families verder leefden. Immers een groot aantal van deze buitenlandse roofkinderen vonden nooit hun ouders terug of wisten niet beter. Een aantal kwam in weeshuizen terecht.
Kortom Ingrid von Oelhafen heeft ons, via Tim Tate, met haar levensverhaal een nieuwe inkijk gegeven op het beleid van Hitler en Himmler inzake hun visie op het Arische ras. En hoe kinderen buiten Duitsland hier het slachtoffer van werden. Een hoe dan ook onthullend boek. Hier en daar is de vertaling nogal krakkemikkig te noemen.
Pieter Jan Verstraete (1956) is bibliothecaris in Kortrijk maar wijdt zich al zijn hele leven aan de geschiedschrijving van de Vlaamse Beweging. Hij is de biograaf van o.a. Hendrik J. Elias, Odiel Spruytte, Reimond Tollenaere, Leo Vindevogel en tientallen militanten uit de Vlaamse Beweging. Momenteel werkt hij aan een monumentale biografie van Staf De Clercq.
Een diva, een privébeveiliger en een brompot op rust vormen een trio om wereldwijd de misdaad te bestrijden. Het begin van een race tegen de klok.