JavaScript is required for this website to work.

Holodomor, de genocide in de Oekraïne

Pieter Jan Verstraete11/3/2018Leestijd 3 minuten
TitelRode hongersnood
SubtitelStalins oorlog tegen Oekraïne
AuteurAnne Applebaum
Uitgever Ambo/Anthos
ISBN9789026329845
Onze beoordeling
Aantal bladzijden412
Prijs€ 29.99

De Poolse historica en columniste Anne Applebaum schreef met haar boek de “Rode hongersnood” een naar alle opzichten vernieuwend boek.

Van 1931 tot 1934 vond in Europa één van de meest omvangrijke genocides van de moderne geschiedenis plaats. Zo’n vier miljoen Oekraïners bezweken er onder de meest ellendige omstandigheden aan. Die genocide raakte bekend onder de Oekraïense naam Holodomor. Het woord ‘holod’ betekent honger en ‘domor’ staat voor doden en uitroeien. Met het openen van een aantal archieven na 1991 kon het lange proces van begrijpen, interpreteren, vergeven, discussiëren en rouwen van start gaan. Tot dan had de Sovjet-staat, geholpen door haar nuttige idioten, zelf niet eens toegegeven dat er in de jaren 1930 een georkestreerde hongersnood ook maar had bestaan.

Breken van de ruggengraat

Die volkerenmoord was het gevolg van een kunstmatig veroorzaakte hongersnood, die minstens een vierde van de Oekraïense bevolking wegmaaide. Het land maakte toen deel uit van de Sovjet-Unie en leed onder de tirannie van Stalin en zijn trawanten. De omvang en de gruwelijkheid ervan tarten het menselijke voorstellingsvermogen.

Gruwelijk vooral door de methode van uitroeien: hongersnood, georganiseerd door de eigen machthebbers. De hongersnood maakte deel uit van een politiek beleid: de zegepraal en vestiging van een communistisch bewind. Met die hongersnood wilde Stalin twee doelstellingen verwezenlijken: het hardhandig opleggen van de collectivisering van de landbouw en het breken van de ruggengraat van het Oekraïense nationalisme, dat bij het uitroepen van de revolutie gedurende enkele maanden een zelfstandige staat werd met eigen postzegels, bankbiljetten, eigen vlag…

Dat nationalisme zag Stalin vooral bij de koelakken. Die boeren vertegenwoordigden zowat drie vierde van de bevolking, en waren van generatie op generatie dragers van het Oekraïense erfgoed en cultuur. Eigenlijk waren de koelakken meestal gewone landbouwers die in hun eigen noden konden voorzien, zichzelf en hun familieleden konden onderhouden met wat ze bezaten en verbouwden. Ze hadden een eigen boerderij en wat grond. Zij waren ook de eersten die zich verzetten tegen de gedwongen collectivisatie.

VRT/VTM

De Poolse historica en columniste Anne Applebaum schreef met haar boek de “Rode hongersnood” een naar alle opzichten vernieuwend boek. We wisten al een en ander over de verschrikkelijke taferelen die in het begin van de jaren 1930 in Oekraïne plaatsvonden maar zij is de eerste, die aan de hand van nieuw verwerkt archiefmateriaal ons een sluitend boek kan bezorgen. We kunnen dit gruwelijke — we overdrijven niet — boek dan ook als een afgerond geheel lezen. Voordien schreef ze al boeken over de Goelag en het IJzeren Gordijn.

Door een commissie van communistische ‘experts’, die doorgaans niets van landbouw kenden, kregen de boeren buitensporige quota opgelegd. Quota die zo hoog lagen dat ze niet gehaald werden. Daarop werd manu militari beslag gelegd op de hele oogst en voorraad. Ook het zaaigoed werd in beslag genomen, waardoor de koelakken het jaar daarop niet meer konden zaaien. Indien ze hun vee zelf al niet gedood hadden, werd het in beslag genomen. Zo werden hele dorpen (een paar duizend in totaal) van de buitenwereld afgegrendeld en aan hun lot overgelaten. Langzaam stierven ze de hongerdood. Kannibalisme maakte deel uit van het dagelijks leven. Met uitzondering van diegenen die bereid waren om op de grote staatsboerderijen te gaan werken. Een tijdlang leverden de Amerikanen de hongerende Oekraïense bevolking graan, maar toen ze vaststelden dat de Sovjets zelf grote uitvoerders waren van graan naar de westerse wereld in ruil voor machines, stopten ze hiermee. Liever lieten de communisten hun eigen bevolking creperen van de honger dan hun graan te laten toekomen dat bestemd was voor de export.

Het aantal slachtoffers wordt geschat op 4 miljoen, sommigen maken gewag van vijf à zes miljoen. Op die manier werd een hele bevolkingsklasse uitgeroeid. Ook elders, zoals in Kazachstan en het noorden van de Kaukasus werden door Stalin en zijn criminele bendeleden dergelijke hongersnoden gecreëerd. Terwijl de hongersnood zich uitbreidde, begon er een campagne van laster en onderdrukking gericht tegen Oekraïense intellectuelen, professoren, schrijvers, priesters, kunstenaars … Kortom iedereen die de Oekraïense taal sprak, werd als een staatsgevaarlijk iemand beschouwd en als dusdanig behandeld.

Er werden al tienduizenden boeken over de Holocaust geschreven maar nauwelijks een paar tientallen over de Holodomor. We worden overspoeld door tientallen tv-programma’s over het lot van de joden tijdens de oorlog, maar zag u al een reportage op VRT of VTM over de tragedie van de Oekraïense boeren in de jaren 1931-1934? Het is alsof journalisten en historici dergelijke onderwerpen schroomvallig uit de weg gaan. Enkele uitzonderingen, zoals de verdienstelijke Amerikaanse historicus Robert Conquest (1917-2015), niet te na gesproken. Conquest was een pionier in het onderzoek naar de Holodomor.

Het nieuwe boek van Anne Applebaum wensen we een ruime verspreiding toe. We twijfelen er echter aan of de politieke correcte ‘kwaliteitspers’ het boek een goed hart zal toedragen.

Pieter Jan Verstraete (1956) is bibliothecaris in Kortrijk maar wijdt zich al zijn hele leven aan de geschiedschrijving van de Vlaamse Beweging. Hij is de biograaf van o.a. Hendrik J. Elias, Odiel Spruytte, Reimond Tollenaere, Leo Vindevogel en tientallen militanten uit de Vlaamse Beweging. Momenteel werkt hij aan een monumentale biografie van Staf De Clercq.

Commentaren en reacties