Joseph Roth: een zwalpende meesterverteller en razende journalist
Titel | Eindeloze vlucht |
---|---|
Subtitel | Het leven van Joseph Roth |
Auteur | Keiron Pim |
Uitgever | Atlas-Contact |
ISBN | 9789025473099 |
Onze beoordeling | |
Aantal bladzijden | 507 |
Prijs | € 32.99 |
Koop dit boek |
Keiron Pim schreef de magnifieke biografie van de Oostenrijker Joseph Roth: romanschrijver, excellente journalist, zwerver en zuipschuit.
Met zijn biografie over de Oostenrijkse romanschrijver en excellente journalist Joseph Roth schreef de Engelse verslaggever Keiron Pim als eerste voor zijn taalgebied het levensverhaal van deze eeuwige zwerver en zuipschuit. De vertaling is tevens de eerste Roth-biografie die in de Lage Landen bij de zee verschijnt.
Roth was vooral een ontwortelde Jood uit Galicië en een prikkelbare, onverbeterlijke alcoholist. Hij schreef een aantal fascinerende romans en novellen en zijn krantenartikelen waren doorgaans pareltjes van eeuwigdurende waarde. Kortom, Pim schreef een uitstekende biografie, vol details en inlevingsvermogen en geschreven met kennis van zaken.
Oekraïne
In Eindeloze vlucht, aldus de titel van de biografie, is Roths thuisloosheid een van de grote thema’s. Hij werd in 1894 geboren in het provinciestadje Brody in Galicië, een arme en totaal verwaarloosde uithoek van de Habsburgse Dubbelmonarchie, thans behorend tot Oekraïne. Hij groeide op aan de rand van de armoede en te midden van chassidische Joden, Polen, Russen en Oekraïners.
Zijn vader was graanhandelaar, werd gek en overleed nog voor Josephs geboorte. Zijn ‘dominante’ maar zorgzame moeder zorgde voor de opvoeding van haar enige kind. Later zou hij zoveel mogelijk het contact met haar mijden. Sommige biografen beweren dat haar allesoverheersende zorgzaamheid leidde tot een zekere vorm van vrouwenhaat bij Roth.
Oorlogsveteranen
Als jongeman en student trok Roth via Lvov (het vroegere Lemberg) en Wenen naar Berlijn om uiteindelijk in Parijs te belanden. De journalist zou er het grootste deel van zijn leven doorbrengen en woonde er op hotelkamers. Als razende reporter reisde hij naar Bulgarije, de Sovjet-Unie — waar hij een halfjaar op een hotelkamer woonde en er aanvankelijk als ‘de rode Joseph’ gevierd werd — en het zuiden van Frankrijk. Roths biograaf besteedt aan al deze plaatsen de nodige aandacht.
Op den duur was eenzaamheid Roths belangrijkste reisgenoot. Pim schetst meesterlijk de wereld zoals Roth hem zag. Hij had een onfeilbaar oog voor sociaal onrecht. In zijn werk staan de mensen, die als underdog door het leven gaan, centraal: Oost-Joden en oorlogsveteranen, daklozen en zuiplappen. Zijn reportages verschenen vooral in de toen gezaghebbende Frankfurter Zeitung. Aan zijn verantwoordelijke redacteur liet hij weten: ‘Ik schrijf geen grappige cursiefjes. Ik teken het gezicht van de tijd.’
Mythomaan
Joseph Roth was een mythomaan, een ziekelijke leugenaar die zijn eigen fantasieën voor waarheid aanzag. ‘Roth liegt niet, hij verzint’, liet een vriend weten. Zo liet hij eenieder weten dat hij een Duits-christelijke achtergrond bezat en tijdens de oorlog officier was in het Oostenrijks-Hongaarse leger. In waarheid was hij van Joodse komaf en schreef hij ver achter het front als soldaat artikels voor de legerkrant. Zijn zwakke gezondheid maakte hem ongeschikt voor een gevechtseenheid.
Roth loog ook over zijn geboorteplaats. Hij wilde geenszins door het leven gaan als een staatloze Oost-Jood, in zijn ogen minder dan een proleet. Zichzelf zag hij als verlichte, verstedelijkte Europese schrijver van goede komaf. Het kostte Roth heel wat moeite om na de oorlog de Oostenrijkse nationaliteit te bekomen, en ook te behouden. Overigens, in de jaren 1920 beschouwde hij de Oostenrijkers als ‘ontaarde moffen’.
Friedl
Een van de grote drama’s uit zijn leven was zijn verdriet over het lot van zijn vrouw Friedl Reichler, van wie hij oprecht hield. Zij was een Jodin uit de Weense middenklassen en was geestelijk labiel. Na enkele jaren huwelijksgeluk kreeg ze in toenemende mate hysterische paniekaanvallen en waanbeelden. Of Roth hieraan schuldig was, werd nooit helemaal uitgeklaard. Wel probeerde hij haar te ‘kneden’, zodat ze volledig zou beantwoorden aan zijn eisen van hoe een vrouw zich aan zijn zijde diende te gedragen. Friedl diende opgenomen te worden en bracht de rest van haar leven door in psychiatrische ziekenhuizen.
Roth voelde zich schuldig en maakte zich vooral zorgen over de hoge kosten van haar verzorging. Zijn brieven aan vrienden (zoals Stefan Zweig) en uitgevers zijn lange, schitterend verwoorde klaagzangen, over geldgebrek en zijn miserie. Ondanks zijn schuldgevoel zocht Roth haar maar zelden op.
Friedl eindigde haar leven in 1940 vroegtijdig toen ze in een euthanasie-ziekenhuis van de nazi’s opgenomen en vergast werd.
Gevangenis
Joseph Roth voelde zich het best wanneer hij zich in het gezelschap van een paar flessen cognac kon terugtrekken in zijn werk. ‘Ik denk dat ik de wereld alleen begrijp als ik schrijf, zodra ik mijn pen neerleg ben ik verloren.’ Zijn schrijftempo lag altijd hoog — hij liet ongeveer zesduizend pagina’s literair werk achter: romans, kortverhalen en enorm veel journalistiek werk. Zijn tempo werd nog hoger naarmate de wereld in zijn ogen steeds meer afgleed richting barbaars geweld. Hij schreef meestal aan cafétafeltjes te midden van het rumoer, en maakte doorgaans dagen van tien uur of langer.
Naarmate hij ouder werd at en sliep hij minder en minder en dronk hij des te meer. Zijn vrienden smeekten hem herhaaldelijk om op hun kosten een ontwenningskuur te volgen. Hij wimpelde dat af en zette zichzelf soms op dieet. Hij dronk dan gedurende een korte periode enkel wijn. Lang hield hij dat niet vol en greep dan terug naar cognac en calvados. Tijdens zijn laatste levensmaanden dronk hij vooral Pernod.
Koffer
Zijn collega Zweig zuchtte en wenste dat zijn vriend eens omwille van een licht vergrijp drie of vier maanden in een gevangenis zou opgesloten worden. ‘Ik zie geen andere mogelijkheid om hem van de drank af te houden’, liet hij weten.
Einde mei 1939 overleed Roth in Parijs aan de gevolgen van zijn drankzucht. Zijn hele nalatenschap dook in 1946 op en paste in een versleten koffer.
Biograaf Pim wijdt ook terecht veel aandacht aan Roths oeuvre en bezorgt ons samenvattingen en sfeervolle beschrijvingen van al zijn boeken. Zijn bekendste boek is zonder twijfel Radetzkymars.
Na honderd jaar is Roth thans aan een inhaaloperatie toe. Heel wat van zijn boeken werden door de verdienstelijke Els Snick tijdens de afgelopen jaren in het Nederlands vertaald. Zijn werk is aan een inhaaloperatie toe. En niet alleen bij ons.
Nu is er ook de magnifieke biografie van Keiron Pim. Ongeveer tegelijkertijd verscheen bij uitgeverij Van Oorschot ook de vertaling van het herinneringsboek van zijn intieme vriend Soma Morgenstern Vlucht en einde van Joseph Roth, vertaald door Els Snick.
Eindeloze vlucht. Het leven van Joseph Roth door Keiron Pim is verkrijgbaar bij onze webwinkel.
Pieter Jan Verstraete (1956) is bibliothecaris in Kortrijk maar wijdt zich al zijn hele leven aan de geschiedschrijving van de Vlaamse Beweging. Hij is de biograaf van o.a. Hendrik J. Elias, Odiel Spruytte, Reimond Tollenaere, Leo Vindevogel en tientallen militanten uit de Vlaamse Beweging. Momenteel werkt hij aan een monumentale biografie van Staf De Clercq.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.