K.C. Peeters: flamingant, volkskundige en stadssecretaris van Antwerpen
Boeiend portret van K.C.Peeters, tijdens de Tweede Wereldoorlog stadsecretaris van Antwerpen, en vroeger ruim bekend als volkskundige,
De naam van Karel Constant Peeters, in de omgang doorgaans K.C. Peeters, zal de meeste lezers niets meer zeggen. Hij is in vergetelheid verzonken. Toch drukte hij zijn stempel op zijn tijd, vooral dan in de Antwerpse regio. In de eerste plaats dan als stadssecretaris van Antwerpen en als volkskundige in Vlaanderen. Een omvangrijke aanzet tot zijn biografie toont dit ten volle aan.
Wuustwezel
K.C. Peeters (1903-1975) zag het levenslicht in Wuustwezel, in de Antwerpse Kempen. Reeds als jongeling was hij een verwoed verzamelaar. Ook bewaarde hij alles zorgvuldig van wat hij ontving van verjaardagskaartjes, schoolschriften tot en met alle briefwisseling. Alles werd door hem zorgvuldig bijgehouden. Gezien zijn latere activiteiten groeide dat alles uit tot een gigantisch archief. Na zijn overlijden werd dit archief door zijn zoon Paul zorgvuldig geïnventariseerd. Het was ook Paul die het idee kreeg om een aantal belangrijke stukken uit het archief te publiceren.
We laten het hem hier zelf uitleggen: ‘Het is niet mijn bedoeling een geromantiseerde of wetenschappelijk biografie uit te werken. Ik wil alleen de voornaamste gegevens halen uit de documenten die ik thuis in de Gouwberg heb gevonden (…). In hoofdzaak zal ik mijn vader doorheen zijn geschriften zelf aan het woord laten. Ook de correspondenten zal ik, doorheen hun brieven, zelf het woord geven. Zij die over hem schreven, vertelden of spraken zullen rechtstreeks worden aangehaald. Mijn rol is enkel een selectie te maken en het geheel te koppelen met een soort bindtekst die zeker niet een letterkundige stijl wil nastreven’.
Bronnenstudie
Het resultaat is een omvangrijke biografische bronnenstudie in twee flinke boekdelen onder de titel De werelden van K.C. Peeters geworden, vergezeld van een reeks passende illustraties. De boekwerken zijn grotendeels gebaseerd op toespraken, artikelen, brieven, memoranda en autobiografische geschriften.
In deel een volgen we K.C. Peeters als onderwijzer en flamingant en zijn groeiende belangstelling voor plaatselijke geschiedenis en archeologie. In 1938 promoveerde hij aan de Gentse universiteit tot doctor in de pedagogische wetenschappen met een proefschrift over de psychologische aspecten van het volksleven.
Inmiddels had hij het onderwijs vaarwelgezegd en was vanaf 1933 hoofdredacteur van De Morgenpost, de Antwerpse editie van De Standaard, geworden. Deze ruilde hij in 1939 in om Jan Boon als waarnemend hoofdredacteur van De Standaard in Brussel op te volgen. Na de Duitse bezetting bleek zijn functie onhoudbaar. Peeters’ profiel beantwoordde niet meer aan de ‘nieuwe’ toestanden en als overtuigd katholiek had hij een tijdlang anti-Duitse propaganda gemaakt, wat voor de Duitse bezetter onverteerbaar was. Dus Peeters moest weg.
Kabinetschef
Via een omweg werd hij in 1941 Antwerps stadsambtenaar, en kreeg hij het ambt van kabinetschef van burgemeester Leo Delwaide in handen. Beide mannen werkten nauw met elkaar samen. Dankzij zijn goede contacten met een hooggeplaatste Duitse antinazi officier (dr. Rudolf Leiber) kon Peeters heel wat mensen tijdens de bezetting helpen. Hij kwam tussen in zowat vierhonderd gevallen. Dat alles wordt in het boek breed uit de doeken gedaan. Ook het verzet kon op zijn steun rekenen. Het boek eindigt met de bevrijding en de daaropvolgende repressie.
Het tweede boekdeel beslaat de jaren 1945 tot aan zijn overlijden. In 1945 werd K.C. Peeters als kabinetschef ontslagen maar tegelijkertijd officieel tot conservator van de stedelijke musea benoemd. Hij kon hierbij onder meer rekenen op de steun van toenmalig burgemeester Camille Huysmans. Vijf jaar later werd Peeters, ondanks het verzet van de weerstand die een campagne tegen hem voerde, tot stadssecretaris bevorderd. Hij bleef tot 1968 het ambt inhouden.
Ook over die periode bevat het boekwerk tal van anekdotes en allerlei wetenswaardigheden over de gevoerde stadhuispolitiek. Zo verscheen de nieuwe stadssecretaris iedere ochtend om 8u30 ten kantore, wat in het begin vooral paniek veroorzaakte bij de hogere ambtenaren die het niet zo nauw namen met de tijden.
Eigen aard
Een groot deel van het boek is evenwel gewijd aan de volkskunde waaraan Peeters een grote steen heeft bijgedragen. In 1946 publiceerde hij onder meer een, zeker voor die tijd, luxueus boek met als titel Eigen aard. Het boek was een verzamelbaken van alles wat Vlaanderen aan folklore bezat, en was uitgegeven met honderden tekeningen. Het boek lag mee aan de basis van het tijdschrift Volkskunde. Peeters’ bijdrage aan deze wetenschappelijke tak is van een niet te onderschatten belang geweest.
Beide boekdelen bevatten telkens een gedetailleerde primaire bibliografie van K.C. Peeters. Paul Peeters heeft met zijn uitgebreide bronnenstudie alvast de aanzet tot het schrijven van een omstandige wetenschappelijk biografie van zijn vader volbracht. Jammer dat een register ontbreekt.
Tot De werelden van K.C. Peeters behoort ook een beknopte monografie op A4-formaat. De kabinetschef van burgemeester Delwaide: K.C. Peeters tijdens de Tweede Wereldoorlog is een reactie van Paul Peeters op het in 2019 verschenen boek 1942: het jaar va1n de stilte van Herman van Goethem. Hierin reageert zoon Peeters op een aantal foutieve interpretaties en stellingen van Van Goethem in verband met zijn vader tijdens de bezetting.
Pieter Jan Verstraete (1956) is bibliothecaris in Kortrijk maar wijdt zich al zijn hele leven aan de geschiedschrijving van de Vlaamse Beweging. Hij is de biograaf van o.a. Hendrik J. Elias, Odiel Spruytte, Reimond Tollenaere, Leo Vindevogel en tientallen militanten uit de Vlaamse Beweging. Momenteel werkt hij aan een monumentale biografie van Staf De Clercq.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.