JavaScript is required for this website to work.

Kinderen van de Holocaust

Luckas Vander Taelen17/6/2020Leestijd 6 minuten
TitelKinderen van de Holocaust
Onze beoordeling
Meer info

De Holocaust is een historische gebeurtenis van een dergelijke onvoorstelbare omvang dat het niet overbodig is om er bij de afwisseling van generaties op terug te komen. Het is jammer dat op een moment dat er terecht wordt gedebatteerd over de noodzaak om het koloniale verleden van België eindelijk bespreekbaar te maken, er niet eenzelfde besef lijkt te bestaan over het al even grote nut om voor jonge mensen opnieuw het verschrikkelijke verhaal te vertellen van de Endlösung, de vernietiging van de Europese Joden, zoals dat rationeel gepland was door de nazi’s tijdens een vergadering aan de rand van het Berlijnse Wannsee-meer in 1942.

Tekenend voor subjectieve selectie die onze media voeren is het totaal gebrek aan enige aandacht voor het toenemende antisemitisme, een banaal gegeven bij Brusselse jongeren bijvoorbeeld. Deze week werd een Joodse man in Londen neergestoken. Maar dit was geen voorpaginanieuws en leidde niet tot massale protesten. En die manier waarop de Aalstenaars tijdens hun carnaval lichtzinnig omsprongen met antisemitische symbolen, zou iedereen toch tot nadenken moeten stemmen.

Alleen al om die redenen is het meer dan lovenswaardig dat de VRT in navolging van vergelijkbare documentaires over collaboratie en verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog het in een zevendelige reeks had over de Kinderen van de Holocaust.

De allerlaatste Getuigen

Toen ik begin jaren negentig van de vorige eeuw De Laatste Getuigen draaide, een vijfdelige documentaire over overlevenden van de Duitse kampen, had ik het geluk nog veel levende Joodse getuigen van de die verschrikkelijke periode te kunnen interviewen en met hen naar de plaatsen van hun onheil terug te gaan. Dat is in 2020 hoe langer hoe minder mogelijk, omdat heel veel mensen die de kampen overleefden er niet meer zijn. Dat is helaas het geval voor al met wie ik sprak in mijn documentaire.

In Kinderen van de Holocaust, dat zeven weken lang op Canvas te zien was, zijn de laatste Belgen te zien die de nazimoordkampen hebben overleefd. Het is een grote verdienste van de makers dat hun verhaal zo werd vastgelegd voor het nageslacht. Want in een nabije toekomst zal het niet meer mogelijk zijn nog overlevenden te vinden. Men zal aangewezen zijn op opgenomen interviews uit het verleden.

Eerst en vooral een randopmerking. Waarom vermeldt de openbare omroep nooit de namen van de makers van documentaires op de aftiteling? Ironisch genoeg kreeg de kijker wel de naam van een sponsorende bank te zien, maar kreeg hij niet te weten wie aan de zeven afleveringen had meegewerkt.

Onrechtstreekse getuigen

De makers van Kinderen van de Holocaust werden uiteraard geconfronteerd met het afnemend aantal rechtstreekse getuigen. Ze hebben dit proberen op te lossen met een onrechtstreeks procedé, door kinderen van gedeporteerden het verhaal van hun vader te laten vertellen. Dat is een betwistbare manier van werken, omdat een getuigenis uit tweede hand gemakkelijk gecontesteerd kan worden door wie van kwade wil is. Dat was bij wijlen verwarrend bij Norbert Vos, wiens biologische vader vergast werd in Auschwitz en die na de oorlog geadopteerd werd door Emile Vos, die de hel overleefde. Norbert had dan als verborgen kind nog een andere, ’tijdelijke’ papa. Zijn verhaal als oorlogskind met drie vaders is zeker een aparte documentaire waard…

Efficiënter, want niet te contesteren, ware geweest om gebruik te maken van bestaande, vroeger opgenomen getuigenissen. De makers hadden beter de nakomelingen nog meer laten praten over wat zij nu te weinig deden: over hoe moeilijk het is om op te groeien als kind van een overlever van de hel van Auschwitz. De momenten dat de kinderen het hierover hadden, waren bijzonder indrukwekkend.

Sommige vaders praatten nooit over die vreselijke periode. Ik heb een man gekend die veertig jaar gewacht heeft om met zijn kinderen te praten over zijn wedervaren in de dodenkampen in Polen. Pas na vier decennia vond hij de moed om zijn verhaal te delen. Een andere praatte er zoveel over met zijn kinderen, dat die het huis ontvluchtten. Het is wat, als je vader telkens je je bord niet leeg eet begint te praten over hoe groot de honger was in een uitroeiingskamp. De zoon van de pas gestorven Michel Kichka, die Auschwitz overleefde maar door het coronavirus werd geveld, tekende de moeilijke verhouding met zijn vader weg met de strip Deuxième Génération, in navolging van de bekende Amerikaan Art Spiegelman. Die durfde het aan om het verhaal van zijn vader te vertellen in het meesterlijk beeldverhaal Maus, waar Joden muizen zijn die door naziratten belaagd worden. Die intergenerationele thematiek was zeker een hele aflevering waard geweest.

Archiefbeelden scheppen onvermijdelijk afstand

Indrukwekkend waren de stukken interviews met collaborateurs uit Maurice De Wildes levenswerk De Nieuwe Orde. Hoe kort ze ook waren, hiermee is eens te meer bewezen dat weinig een getuigenis van een tijdgenoot kan overtreffen. Het is te hopen dat er ooit een hermontage van het magnum opus van Maurice De Wilde komt.

Het zal natuurlijk alles te maken hebben met de hoge leeftijd van de getuigen, maar het is jammer dat de makers zich moesten beperken tot een sec interview en met hen niet de locaties uit hun verleden gingen opzoeken. De camera-kaders bij de interviews waren weinig zorgvuldig gekozen: het is nooit een goed idee om een getuige in een huiskamer te plaatsen waar details de kijker afleiden. Zoals bij overlever Paul Sobol, die naast enorme maquettes van zeilboten zat die niets met zijn verhaal te maken hadden, terwijl hij het had over de gruwelen van Auschwitz. In Kinderen van de collaboratie was in de kamer waar een vrouw getuigde een grote Vlaamse vlag te zien. Dat was een element dat in verband kon gebracht worden met haar duidelijke overtuiging.

De makers hebben ook ruim gebruik gebraakt van archiefbeelden. Omdat er daar weinig van zijn, werden die al overvloedig gebruikt. Het onvermijdelijke feit dat deze in zwart-wit zijn, schept ook een afstand, alsof de gruwel tot het verleden behoort. Claude Lanzmann maakte de ultieme documentaire over de ‘Shoah’ zonder één archiefbeeld. Zijn indringende vragen en de antwoorden van zijn getuigen, zowel slachtoffers als daders, volstonden om de kijker inzicht te geven in het functioneren van de Duitse moordmachine.

Verborgen kinderen

Bijzonder ontroerend waren de verhalen van Joden die als kind aan de Holocaust ontsnapt zijn omdat ze bij Vlaamse families werden verborgen. Terwijl hun familie gedeporteerd was, groeiden zij op met een nieuwe naam. Even onvermijdelijk als dramatisch hierbij was dat ze door hun jonge leeftijd hun eigen verleden volledig vergaten hadden bij het einde van de oorlog. Een kind herkende zijn moeder niet meer, begreep haar taal, het Jiddisch, niet meer. Het liefst zou hij bij zijn adoptieouders gebleven zijn. Het zijn hartverscheurende scènes. Ook dit had ik graag meer uitgewerkt gezien, en een bezoek aan de plaatsen waar de kinderen de oorlog doorbrachten, zou een grote meerwaarde hebben gehad.

Israël

Het is een eigenaardige beslissing om bij het verhaal van de Belgische kinderen van de Holocaust ook een hele aflevering te wijden aan Israël. Daarmee wordt een uiterst complex probleem aangesneden, dat tot vandaag de internationale politiek bepaalt. Het heeft als onvermijdelijk gevolg dat de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog gelinkt wordt aan het zionisme en aan de stichting van de staat Israël. Een paar uitspraken doen wel ter zake, zoals de overlever die aan de essentie herinnert als hij stelt dat hij voor het eerst in een land woont waar hij niet langer behoort tot een (vervolgde) minderheid.

Het had ook goed geweest te herinneren aan het ontbreken van een alternatief voor vele Joden die terugkeerden van de kampen: Duitsland was als oorsprong van de Holocaust niet meteen het land waar ze naar terug wilden keren en in Polen werden ze vijandig verwelkomd met moorddadige pogroms. In andere landen, zoals het onze, waren ze vaak beroofd van hun huizen. Wie nu het gebruik van geweld bij de oprichting van Israël verwijt, negeert de bloedige voorgeschiedenis waarbij er geen georganiseerd verzet was toen zes miljoen werden weggevoerd naar hun dood. Een in Israël wonende neef van één van De Laatste Getuigen vatte het kort samen : ‘Ze zullen ons geen tweede keer kunnen proberen uit te moorden’.

Het verschil tussen Antwerpen en Brussel

In de laatste aflevering kwamen verschillende experten aan het woord. De meest pertinente vraagstelling kwam van professor Herman Van Goethem die het in reflectie over directe collaboratie en verzet had over de houding van een groot deel van de bevolking: een vaak door angst ingegeven wegkijken die neerkwam op onverschilligheid. De Française Géraldine Schwartz had in haar Les Amnésiques over de ‘Mittlaufer’, de meelopers die niet echt fanatiek en antisemitisch waren maar door hun lafheid de opgang van de nazi’s vergemakkelijkten. Ook andere grote kenners van nazi-Duitsland zoals Ian Kershaw maken het onderscheid tussen de relatief kleine groep van fanatieke nazi’s en de grote meerderheid van ‘gewone Duitsers’ die veel gematigder waren, maar zich passief lieten meevoeren door de furie van Hitler.

Professor Van Goethem bracht terecht het verschil tussen de Brusselse en de Antwerpse politie in herinnering. In Antwerpen werden die ingezet bij de razzia’s van de Joodse bevolking; in Brussel weigerden de overheden de politie daarvoor te laten gebruiken. Openlijk verzet was bijzonder gevaarlijk en werd meestal gevolgd door represailles tegen burgers. Maar passief verzet in de vorm van de weigering om bevelen op te volgen was wel mogelijk. Dat toonde de Amerikaanse auteur Christopher Browing aan in zijn onvergetelijke Ordinary Man over een reservebataillon van het Duitse leger dat in Polen werd ingezet bij de liquidatie van 83 000 Joden. De wreedaardige manieren die gebruikt werden om ook vrouwen en kinderen om te brengen was, was voor meer dan één soldaat een beproeving. Het perfide systeem van de nazi’s maakte het mogelijk voor elke soldaat om zonder consequenties een overplaatsing, weg van de moorderij te vragen. Bijna geen soldaat deed dit.

Van Goethem vertelt over een Antwerpse agent die geweigerd had om ingezet te worden bij razzia’s. Hij kreeg als sanctie een intrekking van een paar dagen verlof. Individueel verzet was altijd mogelijk. Waarom dit zo weinig gebeurde, is een vraag die niet tot het verleden behoort en van alle tijden is. Het is de grote verdienste van de Kinderen van de Holocaust om ons hieraan te herinneren.

Luckas Vander Taelen (1958) werkte als tv-regisseur, en was voor Groen schepen, Vlaams en Europees Parlementslid en senator.

Commentaren en reacties