JavaScript is required for this website to work.

De Koude Oorlog begon met Amerikaanse militairen in de Sovjet-Unie

Pieter Jan Verstraete26/4/2020Leestijd 3 minuten
TitelDe alliantie van wantrouwen
SubtitelAmerikaanse militairen achter de Sovjetlinies en het begin van de Koude Oorlog
AuteurSerhii Plokhy
UitgeverSpectrum
ISBN9789000371419
Onze beoordeling
Aantal bladzijden397
Prijs€ 29.99
Koop dit boek

In 1944 beschikte de Amerikaanse luchtmacht over enkele vliegbases in Oekraïne. Wat als een voorbeeldig bondgenootschap begon, eindigde in een sfeer van wrok en luidde het begin van de Koude Oorlog in.

Geheime documenten

Vanaf de herfst van 1943 waren Amerikaanse en Sovjet-Russische militairen en diplomaten aan het onderhandelen om een akkoord te bereiken dat er Amerikaanse vliegbases op Oekraïens grondgebied mochten komen. Daar konden Amerikaanse bommenwerpers en lange-afstandsjachtvliegtuigen, die hun dodelijke lading gelost hadden boven Duitsland, tanken en nieuwe bommen inladen voor de terugvlucht.

De Amerikaanse historicus Serhii Plokhy beschrijft in zijn boek De alliantie van wantrouwen deze weinig bekende episode uit de Tweede Wereldoorlog. Hij kon voor zijn boek gebruik maken van Amerikaanse en tot voor kort geheime Russische documenten. Na lang aanslepende onderhandelingen werd begin 1944 door toedoen van Stalin een akkoord bereikt. Deze wilde maar al te graag dat er in West-Europa een tweede (na Italië) geallieerd front kwam om zijn Rode troepen aan het Oostfront te ontlasten.

Lichtfakkels

Op militair gebied pakte de samenwerking goed uit, op politiek vlak niet. Nadat de Amerikanen het grote vliegveld van Poltava hadden heraangelegd, volgde de ontnuchtering. Zij leverden het materiaal, maar het waren twee Sovjetgeniebataljons die het eigenlijke werk uitvoerden. Tot hun verbijstering constateerden de GI’s dat hoofdzakelijk vrouwen dit zware werk deden. Het Sovjetbevel vertelde hun dat meisjes en vrouwen in hun land steeds dit werk op zich namen. De Amerikanen dienden zich hierbij neer te leggen.

In de nacht van 22 juni 1944 bracht een bombardement van de Luftwaffe zware schade toe aan het vliegveld. Ook tientallen B-17’s, netjes in formatie opgesteld, werden op de grond vernield. De Duitsers hadden eerst de zoeklichten ‘blind’ gemaakt en vervolgens het vliegveld, netjes door lichtfakkels afgebakend, gebombardeerd. De Sovjetluchtafweer was een grap en stelde niets voor. Ontnuchterend voor de Amerikaanse militairen was echter de vaststelling dat onder de tientallen gedode luchtafweerartilleristen de meesten vrouwen waren. Weer kregen de Amerikanen te horen dat voornamelijk vrouwen de Sovjetluchtdoelartillerie bemanden. De Amerikanen dienden te zwijgen, maar dachten er het hunne van.

Het zat hun hoog dat men hun iedere omgang met de lokale meisjes systematisch belemmerde, en dat de jonge vrouwen hiervoor achteraf de rekening gepresenteerd kregen. Menige ontluikende romance werd met geweld in de kiem gesmoord.

Warschau

In toenemende mate wantrouwden de Sovjets de Amerikaanse piloten, bespioneerden ze en intimideerden hun plaatselijke vriendinnen. De onderlinge verhouding werd steeds moeizamer. De Sovjet-Russen vreesden dat de Amerikanen wel eens de Oekraïense nationalisten met wapens en ander materiaal zouden kunnen steunen, en waren bang voor een permanent verblijf van de ‘kapitalistische’ Amerikanen op hun grondgebied. De argwaan groeide stelselmatig.

Stalins besluit om de opstandelingen in Warschau (augustus 1944) hulp te onthouden, omdat zij gelieerd waren aan de gevluchte Poolse regering in Londen en niet aan de communistische Poolse regering, was de druppel die de emmer deed overlopen. Voor de Amerikanen was Stalins beslissing bewijs genoeg dat de Sovjetdictator zijn eigen politieke doelen liet prevaleren boven het gezamenlijke belang van een zo snel mogelijke Duitse nederlaag.

Tegenstanders in Koude Oorlog

Zelfs de grootste Amerikaanse sympathisanten van de Russen veranderden in de meest rabiate tegenstanders van het Sovjetregime. Het verhaal van de Amerikaanse bases in Oekraïne werd tot nu toe beschouwd als een voetnoot in de geschiedenis. In zijn vlot geschreven relaas, weliswaar met hier en daar een klein historisch foutje, tracht Plokhy ons er echter van te overtuigen dat de kiemen van de Koude Oorlog daar ontstonden. Hij doet dit met overtuiging. Wel vergeet hij te vermelden dat het uitbreken van ieder groot conflict doorgaans meer dan één oorzaak heeft.

Vreemd genoeg bevat het boek geen illustraties, alsook ontbreekt een bibliografie. Netjes uitgegeven, met eindnoten en register.

Pieter Jan Verstraete (1956) is bibliothecaris in Kortrijk maar wijdt zich al zijn hele leven aan de geschiedschrijving van de Vlaamse Beweging. Hij is de biograaf van o.a. Hendrik J. Elias, Odiel Spruytte, Reimond Tollenaere, Leo Vindevogel en tientallen militanten uit de Vlaamse Beweging. Momenteel werkt hij aan een monumentale biografie van Staf De Clercq.

Commentaren en reacties