JavaScript is required for this website to work.

Koude oorlogsbuit

Emmanuel Waegemans6/3/2023Leestijd 4 minuten
TitelKoude oorlogsbuit
SubtitelTotalitarisme - over Stalin, archieven en Hannah Arendt
AuteurCharles Ducal
UitgeverVrijdag
ISBN9789024408825
Onze beoordeling
Aantal bladzijden312
Prijs€ 29.96
Koop dit boek

Het boek Koude oorlogsbuit van de Vlaamse dichter Charles Ducal gaat vooral over Stalin, de vergelijking tussen Stalin en Hitler en wat de nu populaire filosofe Hannah Arendt daarover denkt. Zijn visie op Arendt en haar interpretatie van het twintigste-eeuwse fenomeen totalitarisme is kritisch en laat weinig heel van Arendts analyse.

Hij vraagt zich af hoe het komt, hoe het kan dat Hannah Arendt als ‘een bijzonder originele denker’ (199) beschouwd wordt. En dat omdat ‘haar weergave van de historische werkelijkheid vaak flagrant onjuist, onkritisch, eenzijdig of selectief’ (blz. 281) is. Weinig vleiend dus, voor een denker die de laatste jaren heel wat sympathisanten heeft gevonden.

Stalinisme ≠ nazisme

Het paradigma, sterk in de hand gewerkt door Arendt, waar Ducal tegen vecht, is stalinisme = nazisme (‘appels met citroenen vergelijken’, blz. 149). Een tweede stelling van Ducal is dat het algemeen aanvaarde beeld van de Stalintijd niet het resultaat is van ernstig wetenschappelijk onderzoek, maar een ideologische constructie (blz. 286), die gerust eens aan een kritisch onderzoek onderworpen mag worden.

Hij benadrukt ook dat hij dit boek niet geschreven heeft om Stalin te verdedigen: ‘Stalin op zich interesseert mij niet, niet zijn leven, niet zijn karakter, niet zijn macht. Wat mij interesseert is hoe de maatschappij in de Sovjet-Unie zich heeft ontwikkeld op politiek, economisch en sociaal vlak.’ (Blz. 286-287, 84-85.)

Als jonge marxist leerde Ducal dat je ‘alles altijd in zijn juiste kader moet zien’ (blz. 9), en dat het verkeerd is ‘alleen door de ogen van de slachtoffers’ te kijken (blz. 10). Een stelling die me doet huiveren: het systeem heeft blijkbaar ook zijn rechten?

Verklaringen

De kern van Ducals boek is dat er in de Sovjet-Unie onder Stalin weliswaar verschrikkelijke dingen zijn gebeurd — gedwongen collectivisatie van de landbouw, krankzinnige industrialisering van het land, hongersnood (de befaamde Holodomor in de Oekraïne), zuiveringen, ongecontroleerde dictatuur en repressie, maar dat nogal wat van die op zich verwerpelijke fenomenen verklaard kunnen worden. Zo was er de interventie van westerse landen tijdens de Burgeroorlog (1918-1921), toen het Westen de zijde koos van de Witten; er was het verzet van de koelakken tegen de collectivisering; de sabotage van de socialistische opbouw in de eerste twee vijfjarenplannen; de conflicten binnen de partij; de dreiging van een trotskistische samenzwering tegen Stalin, en de dreiging van een oorlog in de tweede helft van de jaren dertig.

Allemaal factoren die veel aspecten van de dictatuur en repressie helpen verklaren. Het land, het systeem moest zich verdedigen tegen echte vijanden (‘de “vijanden” bestonden echt’, blz. 68). Kortom, deze studie is een mooi voorbeeld van de zogenaamde revisionistische school, die heel de geschiedenis van het stalinisme en van de Sovjet-Unie wil herbekijken — in het licht van vooral na 1991 in Rusland vrijgekomen archieven.

De Grote Terreur vanuit ander perspectief

Een van de daaruit voortvloeiende stellingen is dat de Grote Terreur (1937-38) niet het gevolg was van ‘een weloverwogen plan’ (blz. 32). Veel zou immers niet vanuit het centrum (Moskou, het Kremlin, Stalin) opgelegd zijn, maar op lokaal niveau bedacht (blz. 37). Dus Stalin bedoelde het goed, hij wilde redelijke wettelijkheid, maar lokale bestuurders veegden er hun voeten aan en deden wat ze wilden (blz. 53).

Waarom zou Stalin valse bekentenissen nodig gehad hebben? Op het zeventiende partijcongres was immers gebleken dat de partij en bloc achter hem stond (blz. 47). Bedenkelijk is de bewering dat Stalin ‘geen bevel gaf om zo ruim mogelijk te arresteren en te executeren, maar limieten stelde aan het aantal te vervolgen personen’ (blz. 54). Hoe kun je nu op voorhand weten hoeveel mensen (dus echte vijanden) opgepakt moeten worden? Lichtjes eufemistisch lijkt me ook de uitspraak ‘De ondervraging van de gearresteerden gebeurde op een flagrant onwettige manier.’ (Blz. 57.)

Dat al de door de archieven geleverde stukken zouden aantonen dat ‘het beeld van de almachtige tiran’ (blz. 61) niet klopte, kan weinig overtuigen. Daar zijn te veel getuigenissen over, uiteraard niet in archieven, maar in memoires, dagboeken en dergelijke. Stalin zou ook niet de ‘sluwe regisseur van de terreur’ (blz. 61) zijn: de ‘Grote Terreur was het tegendeel van een geplande, efficiënt uitgevoerde operatie’ (blz. 61). Stalin had geen greep op de situatie (blz. 70) — er hat es nicht gewusst?

Geen vooropgezette hongersnood

De vrees voor een zogenaamde ‘vijfde colonne’ (blz. 75 e.v.) lijkt me zwaar overtrokken en uitvergroot. De zogenaamde grote samenzwering / geheime oorlog tegen Sovjet-Rusland stelde in de praktijk weinig voor, maar het werd in de Sovjetpers wel dik uitgesmeerd.

Een heikel thema in de geschiedschrijving over Stalin en de Oekraïne is de hongersnood van de jaren dertig. De opvatting is dat Stalin de regio kunstmatig aan een hongersnood onderwierp om de weerbarstige Oekraïners (boeren) op de knie te krijgen. Volgens Ducal heeft archiefonderzoek aan het licht gebracht dat dit niet het geval is, dat er echt een misoogst was (zoals ook in de jaren twintig en na WO II, zoals ook vóór 1917) en dat Stalin wel degelijk probeerde de honger te milderen en voor noodhulp zorgde in de hongerjaren 1932 en 1933.

Anne Applebaum in haar boek over de goelag en Timothy Snyder in zijn Bloedlanden baseren zich alleen op persoonlijke horrorverhalen en zien niet het grote verband. Vooral Applebaum wordt ervan beschuldigd (blz. 114) te putten uit geschriften van uit de Sovjet-Unie gevluchte verzetsstrijders tegen het Stalinregime, die na WO II en de inpalming van West-Oekraïne tot in de jaren vijftig guerrilla voerden tegen de Sovjetbezetter.

Pact tegen Hitlers agressie

Ook het niet-aanvalspact tussen Hitler-Duitsland en Stalin-Rusland (augustus 1939) wordt uitvoerig besproken. De visie in het totalitaire paradigma luidt dat twee bloeddorstige dictators de handen in elkaar sloegen om Polen en het Balticum onder elkaar te verdelen, maar houdt geen rekening met de internationale constellatie van de jaren dertig, de onwil van de westerse landen om de nazi’s tegen te houden (Sudetenland, Anschluss). Stalin moest het pact wel sluiten, al dan niet om tijd te winnen om zich tegen een te komen agressie van Hitler te bewapenen. ‘De Sovjet-Unie was niet uit op Lebensraum of kolonies om uit te buiten, het wilde bevriende, betrouwbare regimes aan zijn grenzen en controle over voor haar veiligheid strategische gebieden.’ (Blz. 133, 163.)

Voor Ducal was het pact niet ‘het perfide opportunisme van een totalitaire agressor’, maar de ‘nuchtere militaire balans’ (blz. 142). En het ‘excessief en onmenselijk optreden van de NKVD’ in de door het Sovjetleger veroverde gebieden in Oost-Polen en de Baltische landen is te verklaren door de ‘sterke pro-fascistische tendensen in deze staten’ (blz. 142).

Kritisch maar apologetisch

Verder komt nog tal van onderwerpen aan bod die een rol hebben gespeeld in de beeldvorming over de Sovjet-Unie. Zo waren er hele dorpen in de Oekraïne die de nazi’s begroetten als bevrijders, de massale verkrachtingen van Duitse vrouwen door het Rode Leger (een tot voor kort taboe thema in Duitsland).

Het boek van Ducal levert veel stof tot nadenken en stelt sommige clichés in vraag. Dat mag en moet. Maar de indruk blijft dat hij toch een apologie van het stalinisme wil brengen, ook al veroordeelt hij er dan de brutaliteit en onmenselijkheid van. Je kunt nu eenmaal niet de misdaden van een regime minimaliseren door te wijzen op de misdaden van een ander regime.

Koude oorlogsbuit door Charles Ducal is verkrijgbaar in onze webwinkel.

Prof. Emmanuel Waegemans in emeritus hoogleraar aan de KU Leuven. Hij bestudeert o.a. de Russische emigratie, de Russisch-Nederlands-Belgische betrekkingen en de Russische literatuur. Hij is ook voorzitter van het Filip De Pillecyncomité.

Commentaren en reacties