Kroniek van een aangekondigde oorlog
Augustus 1939. Een nieuwe oorlog kondigt zich aan, ditmaal wegens Danzig. Een beetje geduld had Hitler succes opgeleverd. Dat had hij niet.
In augustus 1939 stevende de wereld af naar een nieuwe oorlog in Europa; ditmaal wegens de kwestie Danzig. Enkele maanden geduld zouden Hitler het gewenste resultaat opgeleverd hebben. Maar hij hunkerde naar oorlog. Dat blijkt alvast uit een nieuw boek over de zomer van 1939.
De Zweedse stroman van Göring
De Duitse journalist Hauke Friederichs beschrijft gedetailleerd de laatste vijf weken voorafgaand aan het uitbreken van de Duits-Poolse oorlog op 1 september 1939. Als lezer weet je bij voorbaat hoe het afloopt, maar Friederichs weet er een boeiende kroniek van te maken.
Zijn boek is een lange aaneenrijging van anekdotes waarbij hij soms wel eens in herhaling valt. De meeste anekdotes zijn bij geroutineerde lezers van de Tweede Wereldoorlog al bekend. Enkele voorbeelden: de ontvangst van de hoogste Duitse officieren op de Obersalzberg bij de Führer op 22 augustus 1939 (‘Ik heb u hierheen laten komen, zodat u eens kunt zien in wat voor omgeving ik mijn beslissingen neem’). Hitler zet zijn oorlogsplannen uiteen. Verder, de voorbereidingen voor de aanval op het radiostation van Gleiwitz. De bijdrage van de sinistere SS-voorman Heinrich Heydrich hierin. En de rol van de Zweedse industrieel en amateurdiplomaat Birger Dahlerus als stroman van Göring bij de Britten.
Het is bekend dat de grote baas van de Luftwaffe, Hermann Göring, een tegenstander van de oorlog was. Hij trachtte die ook te voorkomen. Volgens hem was Duitsland nog lang niet klaar voor een grootschalige gewapend conflict. Immers Göring kon het weten want als geen ander kende hij de toestand van de Duitse economie. En die was nog helemaal niet berekend op een langdurige, militaire krachtmeting.
Poolse chantage
Hitler zelf had er alle vertrouwen in. Hij was er immers van overtuigd dat de Britse garantie om Polen in geval van oorlog te steunen, op de lange baan zou worden geschoven. Welke grootmacht zou immers een wereldwijde oorlog riskeren wegens Danzig? De Fransen hadden er alvast weinig zin in, weten we thans. Maar dat blijkt niet uit het boek van Friederichs. Die put uitvoerig uit Duitse, Britse, Amerikaanse, Poolse en Russische bronnen, maar de Franse laat hij grotendeels links liggen.
In maart 1939 hadden de Britten de Polen beloofd hen niet in de steek te zullen laten. Van die toezegging maakte de Poolse overheid ge(mis)bruik om een alsmaar agressievere houding tegenover Duitsland aan te nemen. Ook tegen de grote Duitse minderheid in Polen ging men onophoudelijk brutaal tekeer.
Warschau was vastbesloten om geen millimeter toe te geven en zwolg in overmoed en arrogantie. Het Poolse opperbevel was ervan overtuigd een Duitse aanval te kunnen weerstaan. En zelfs het initiatief in handen te kunnen nemen.
Hitler met Stalin
Dag voor dag beschrijft auteur de gebeurtenissen tijdens de laatste weken van augustus 1939. Hij doet dat onder meer aan de hand van een aantal politieke en niet-politieke medespelers. We volgen Thomas Mann, de jonge John F. Kennedy (op studiereis in Europa), Unity Mitford, Albert Einstein en Sophie Scholl, die later betrokken was bij een verzetsgroep.
Boeiend om lezen is Friederichs nauwgezet en meeslepend verslag over het tot stand komen van het Duits-Russische niet-aanvalsverdrag van 23 augustus 1939. We ervaren, alsof we er getuige van zijn, hoe dat nieuwsfeit als een bom insloeg bij journalisten, regeringen, diplomaten…
Na het bekendmaken van het akkoord was de Führer buiten zich zelf van vreugde. Hitler, de geheelonthouder, nipte zelfs aan een glas champagne. Nu, aldus Führers uitleg, kon Duitsland niet meer zoals in 1914 in de rug worden aangevallen . Toen immers diende het Duitse keizerrijk tegelijkertijd oorlog te voeren met Frankrijk, Groot-Brittannië en het tsaristische Rusland.
Taylor, onontbeerlijk
Hoewel Vonkenregen heel vlot geschreven is en boeiend om lezen, missen we een overzicht. Ook ontbreekt de voorgeschiedenis, de Anschluss van Oostenrijk en de Sudetencrisis. Dat was toch de aanloop tot het conflict met Polen. Deze prelude wordt wel uiteengezet in het boek van de Britse historicus Frederick Taylor dat vorig jaar — ongeveer gelijktijdig met de oorspronkelijke Duitse versie van Vonkenregen — verscheen onder de Nederlandse titel 1939: de oorlog die niemand wilde. Daar begint Taylor zijn kroniek al in september 1938. Veel inzichtelijker.
We zouden kunnen stellen dat Friederichs kroniek een omvangrijke aanvulling (maar dan zonder noten) is van wat Taylor over de maand ‘augustus 1939’ schreef. Tussen haakjes vermelden we ook dat de eveneens Britse historicus Richard Overy in 2009 ook al een boek(je) publiceerde onder de titel 1939: de zes dagen voor het uitbreken van de oorlog.
Met bibliografie en register.
Pieter Jan Verstraete (1956) is bibliothecaris in Kortrijk maar wijdt zich al zijn hele leven aan de geschiedschrijving van de Vlaamse Beweging. Hij is de biograaf van o.a. Hendrik J. Elias, Odiel Spruytte, Reimond Tollenaere, Leo Vindevogel en tientallen militanten uit de Vlaamse Beweging. Momenteel werkt hij aan een monumentale biografie van Staf De Clercq.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.