Nieuw België: een migratiegeschiedenis
Migratie is van alle tijden. Dat maakt het meteen goed: omdat ze van alle tijden is, zal het oké zijn? Tom Naegels schrijft er een boek over. En wint er de prijs van het Belangrijkste Boek mee.
De eerste editie van de ‘Prijs Belangrijkste Boek van het Jaar’ is Nieuw België, een migratiegeschiedenis, geschreven door Tom Naegels: een boek dat je volgens de jury moet lezen ‘om deze tijd te begrijpen’.
Wim Van Rooy schreef er eerder deze recensie over.
Migratie is van alle tijden. Dat maakt het meteen tot een kokette goedkeuring: omdat ze van alle tijden is, zal het wel oké zijn? En kijk, Tom Naegels schrijft er zelfs een boek over, een omvangrijk en compleet werk: Nieuw België. Een migratiegeschiedenis 1944-1978. Het werd meteen een proeve van historische bronnenstudie op het vlak van geschiedenis, politiek en diplomatie. Alle lof dus.
In het korte bestek van deze recensie beperken we ons tot de recente evolutie.
Tijdelijke arbeiders
In 1947 was 3,4 procent van de Belgische bevolking van buitenlandse herkomst, vandaag is dat 32,1 procent, met uitlopers in de grote steden (maar noem het geen ‘omvolking’!). De idee was aanvankelijk dat de arbeiders, die men aantrok omdat ze nodig waren, na gedane arbeid weer zouden vertrekken.
Opvallen deden de buitenlanders in die periode nog niet (p. 87). De politici van die tijd realiseerden zich ook zeer goed dat er wegens te veel migranten weerstand zou komen bij de bevolking en dat dreigde de liberalisering van de arbeidsmarkt verderaf te brengen. En, het gevaar zou dan bestaan dat men zou stemmen voor partijen die een protectionistische politiek voorstonden…. Toenmalige politici waren realistisch, blijkt.
Culturele assimilatie
Ook toen (1953) waren er al academische onderzoeken die peilden naar de ‘culturele assimilatie’ van vreemdelingen en ook toen al waren er zeer tegengestelde opvattingen over de rol van religie. Als men de documenten ter zake leest (en Naegels citeert ze omstandig), kan men alleen maar constateren dat we geen donder zijn opgeschoten.
Maar ook (en Naegels zal het niet graag horen) dat religie, of beter een ideologie die zich als religie vermomt, in heel Europa juist de splijtzwam is die de tolerante geest maar vooral de sociale cohesie van Europa kapot maakt.
Grootschalige immigratie
De grootschalige immigratie begon al in de jaren zestig voor heel wat spanningen te zorgen. La Dernière Heure had het bijvoorbeeld over de onoplosbare moeilijkheden bij het onderwijs aan vreemde kinderen, Humo schreef over de toenemende criminaliteit en La Libre Belgique stelde vast dat de Belgische bevolking de immigranten als ‘onassimileerbaar’ beschouwde.
Nochtans zijn er heel wat getuigenissen van immigranten die duidelijk stellen dat er in de jaren zestig – begin jaren zeventig toch geen echt racisme was. De autochtone Belgen waren zelfs erg tegemoetkomend ten opzichte van de eerste gastarbeiders. De spanningen ontstonden later. Aanvankelijk was haast niemand tegen de ‘vreemdelingen’.
Er was zelfs een Hobokense pastoor die grond achter zijn kerk ter beschikking stelde om de eerste moskee op te bouwen! En ook toen waren er mensen met veel gezond verstand die zich de racisme-mantra niet lieten aanleunen, maar wezen op de grote onoplosbare problemen die er aan het ontstaan waren. Natuurlijk was er vaak slechte huisvesting, en natuurlijk was er wat ordinair racisme, maar er was ook de nieuwe en groeiende criminaliteit met een delinquentiegraad die het dubbele was van het gemiddelde. Maar de algemene welwillendheid en christelijke toeschietelijkheid zijn groot geweest, ondanks uitschieters inzake huisvesting en bordjes aan bepaalde cafés.
Gutmenschen
Naegels vergoelijkt die criminaliteit wat (stigma als crimineel komt allicht door de media, alsof de criminaliteit dan is weggegumd; absolute cijfers zijn niet zo hoog). Ook nu echter gingen gutmenschen die negatieve beeldvorming tegen en de Unesco stelde zelfs voor om in het lager onderwijs leerkrachten aan te stellen die de moedertaal van de nieuwe leerlingen perfect zouden spreken. Het staat er echt.
Men schrok er blijkbaar van dat onze onderwijsstructuren geheel gericht waren op Vlaamse kinderen… Naegels spreekt in dit verband van sociaal kapitaal. In strikte zin klopt dat natuurlijk, maar hoe zou je dat voor zoveel kinderen zonder echte leercultuur organiseren? Zo’n libido sciendi-cultuur vergt generaties inspanning, en dat is uiteindelijk ook gelukt bij de meeste Europese immigranten, maar met de islam voor ogen kan men alleen maar somber worden. Wat elke dag blijkt.
Werkloosheid piekte
In 1968, het jaar dat de socialist Louis Major minister van Tewerkstelling en Arbeid was, piekte de werkloosheid. Major was altijd al een koele minnaar van immigratie geweest, maar nu ging hij voluit. Clandestiene arbeiders zouden worden opgespoord en uitgezet, nieuwe arbeidskaarten mochten maar voor één jaar gelden, werkloze migranten moesten met hun familie het land kunnen worden uitgezet en de voordelen die de gezinsherenigers genoten moesten worden afgeschaft.
Major volgde de oorspronkelijke teneur van de migratiepolitiek. Geen werk meer, dan naar huis, een politiek die zeker in de jaren vijftig werd gevolgd. En ja hoor: de antiracistische organisatie MRAX noemde het project Major racistisch en xenofoob, een voorbeeld van apartheidspolitiek. Het voorstel Major werd niet ingevoerd…
Wie een toespraak van de socialistische minister van Justitie Alfons Vranckx uit 1971 leest (pp. 312-313) kan zijn ogen niet geloven. Wie de uitspraken leest van de liberaal Herman Vanderpoorten, wrijft zich verbaasd de oogjes uit. We zouden het niet beter kunnen verwoorden. De toenmalige socialisten en liberalen gaven niet toe aan een kortzichtige Gesinnungspolitik. Het waren met andere woorden zeer verstandige realisten die goed begrepen waartoe die deugpolitiek zou leiden: naar de malaise waarin we vandaag verzeild zijn geraakt en waarvoor de politiek zelfs geen begin van een oplossing aanreikt. Het multiculturele moeras wordt immers alleen maar verraderlijker, en ‘la trahison des clercs’ stuitender.
Processie van Echternach
Dezelfde processen keren altijd terug. De regering wil een migratiestop afkondigen en dan duiken de ‘social justice warriors’ op die er altijd weer in slagen een en ander te vertragen of te verhinderen. Begin jaren zeventig pleitte ook de Europese Commissie voor een migratiestop, waarop het linkse activisme weer begon. Ooit was er zelfs een tijd dat De Standaard kritisch was ten opzichte van migratie.
In 1974 zag Guido Despiegelaere hoezeer de verschillen tussen culturen tot grote problemen zouden leiden. Maar de politiek, vaak opgezweept door een progressivistisch activisme, maakte altijd opnieuw dezelfde fouten. Zeker de werkgevers gingen niet vrijuit, en dat via het profijt dat ze van zwartwerk hadden. De belofte om meer mensen bij de arbeidsinspectie aan te nemen, werd nooit gehonoreerd.
Vervreemding en conflict namen toe, mensen voelden zich onteigend op alle mogelijke manieren. De aanpassingen liepen voor geen meter, er was agressiviteit en criminaliteit. Men wees op de vele kosten die moesten worden gemaakt. Op al deze fenomenen werd al erg vroeg gewezen, het staat letterlijk in zoveel verslagen en analyses uit de jaren zestig en zeventig, en ook erna, maar geen hond die nog luisterde. Enzovoort enzoverder.
Vergeefse lessen
De lessen die we uit dit werk kunnen trekken zijn wreed. Men wist eigenlijk wat eraan stond te komen. Er waren daaromtrent niet alleen de officiële teksten maar ook de dagelijkse wrijvingen (eufemisme). Men wist dat integratie van de islam een onmogelijke taak is en dat eerder desintegratie zou plaatsvinden, wat ook gebeurde. Maar zoals steeds haalden cognitieve dissonantie, de economische uitruil (olie voor facilitering van de islam en zijn gezanten) en het oecumenische drammen van het progressieve mensdom het van het gezond verstand.
Op deze laatste zinnen na, staat het allemaal uitgebreid beschreven en via historische bronnen geattesteerd in dit omvangrijke en erg boeiende werk. Ik wacht met spanning op het tweede deel.
Wim van Rooy (1947) is publicist en essayist. Hij is licentiaat Letteren en Wijsbegeerte afdeling Germaanse Filologie en licentiaat Zweedse Taal- en Letterkunde (RUGent, 1971) - bijkomende specialisatie: godsdienstwetenschap. Hij is auteur van o.a. ‘De malaise van de multiculturaliteit’ en ‘Waarover men niet spreekt. Bezonken gedachten over postmodernisme, Europa, islam’.
Het overlijden van de briljante schrijver Wessel te Gussinklo ging bijna onopgemerkt voorbij. Een in memoriam.